Bacteriële overgroei in dunne darm: Darmproblemen
Bacteriële overgroei in de dunne darm is een aandoening waarbij zeer grote aantallen bacteriën in de dunne darm groeien. Verschillende aandoeningen en afwijkingen verstoren het normale lage aantal bacteriën en de soorten die aanwezig zijn in de darm. Darmgerelateerde symptomen zoals diarree en een opgeblazen gevoel gaan vaak gepaard met de ziekte. De behandeling bestaat uit antibiotica in combinatie met een oorzakelijke behandeling van de bacteriële overgroei in de dunne darm.

Bacteriële overgroei in de dikke darm gaat gepaard met alcoholmisbruik /
Bron: Jarmoluk, PixabayOorzaken bacteriële overgroei in de dunne darm
De dunne darm is het deel van het spijsverteringsstelsel dat de maag met de dikke darm (colon) verbindt. De dunne darm verteert en absorbeert voedsel in het lichaam. De dunne darm bestaat uit drie delen: de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm. Het gehele maagdarmkanaal, waaronder de dunne darm, bevat een normaal aantal bacteriën. Het aantal bacteriën is het grootst in de dikke darm, maar veel lager in de dunne darm. Ook de soorten bacteriën in de dunne darm zijn anders dan de soorten bacteriën in de dikke darm. Bacteriële overgroei in de dunne darm verwijst naar een aandoening waarbij zich abnormaal grote aantallen bacteriën in de dunne darm bevinden, terwijl meer soorten bacteriën uit de dikke darm bij de ziekte in de dunne darm aanwezig zijn. Bij een overgroei van bacteriën in de dunne darm verbruikt de dunne darm voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft, hetgeen leidt tot ondervoeding. De overtollige bacteriën beschadigen ook het slijmvlies in de dunne darm. Hierdoor is het voor het lichaam nog moeilijker om voedingsstoffen op te nemen.
Aandoeningen die leiden tot een bacteriële overgroei in de dunne darm omvatten:
- aandoeningen die bewegingsproblemen in de dunne darm veroorzaken, zoals diabetes mellitus (suikerziekte) en sclerodermie (opbouw van littekenweefsel in huid en organen)
- alcoholmisbruik
- antibioticakuren
- chirurgische procedures die een lus in de dunne darm creëren waardoor overmatig veel bacteriën kunnen groeien. Een voorbeeld is een Billroth II type maagverwijdering (gastrectomie).
- complicaties van ziekten of chirurgie die uitstulpingen of verstoppingen in de dunne darm creëren. De ziekte van Crohn (aandoening met buikpijn, diarree en gewichtsverlies) en coeliakie zijn enkele van deze aandoeningen.
- dunne darm diverticulitis, waardoor kleine zakvormige uitstulpingen in de binnenbekleding van de darm verschijnen. Door deze zakvormige uitstulpingen, die vaker in de dikke darm voorkomen, zijn erg veel bacteriën in staat om te groeien.
- een onvoldoende werking van de alvleesklier
- een verzwakt immuunsysteem, zoals bij aids of immunoglobulinedeficiëntie
- enkele gevallen van het prikkelbaredarmsyndroom (symptomen van diarree en obstipatie)
- het kortedarmsyndroom als gevolg van de chirurgische verwijdering van de dunne darm
- leukemie
- levercirrose
- lymfoom
- nierfalen
Symptomen: Darmproblemen
De klinische kenmerken van overgroei zijn hoofdzakelijk
diarree en
vetdiarree. Ook een vettige ontlasting,
winderigheid, een
opgeblazen gevoel, buikpijn,
krampen en
gewichtsverlies komen voor. Vaak ontstaat een mild B12-tekort maar dit is zelden ernstig genoeg om een neurologische uitval te produceren. Naarmate de ziekte vordert, ontstaan ondervoeding en
vitaminetekorten als gevolg van het onvermogen van het lichaam om voedingsstoffen uit de darm te absorberen.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
De bevestiging van bacteriële overgroei gebeurt met de
waterstofademtest. Daarnaast is een
bloedonderzoek nuttig bij bacteriële overgroei van de dikke darm. De arts maakt eveneens een
röntgenfoto in de dunne darm. Een
biopsie of cultuur in de dunne darm is soms nodig. Een andere test voor het opsporen van bacteriële overgroei in de dunne darm is een
endoscopie (inwendig kijkonderzoek van de binnenkant van het lichaam).
Differentiële diagnose
De arts verwart mogelijk een bacteriële overgroei in de darm met volgende klinisch gelijkaardige aandoeningen:
Behandeling via antibiotica en/of probiotica
Indien mogelijk corrigeert de arts de onderliggende aandoening (bijvoorbeeld door het wegsnijden van een vernauwing). Indien dit niet mogelijk is, krijgt de patiënt één of meer
antibioticakuren. Het type en de duur van de medicijnen is wel afhankelijk van de gezondheid van de patiënt en de aanwezige symptomen. In sommige gevallen versnellen geneesmiddelen de darmbeweeglijkheid. Een koolhydraatarme voeding is bovendien voor veel patiënten nuttig. Sommige artsen schrijven liever
probiotica voor, anderen opteren voor een combinatie van antibiotica met probiotica. Daarnaast moet de patiënt voldoende vocht en voeding innemen. Een uitgedroogde patiënt krijgt in het ziekenhuis intraveneus (via een ader) vocht toegediend. Ook ondervoede patiënten krijgen via een ader voeding (totale parenterale voeding - TPN).
Prognose ziekte
De prognose hangt af van de effectiviteit van de behandeling van de onderliggende ziekte. De reactie op antibiotica is voorts onvoorspelbaar, al reageren de meeste patiënten wel goed op deze medicijnen. Een terugval de ziekte is tot slot vrij gebruikelijk.
Complicaties grote aantallen bacteriën in dunne darm
Patiënten met ernstige symptomen van bacteriële overgroei in de dunne darm ontwikkelen soms ondervoeding. Andere mogelijke complicaties zijn: