Subarachnoïdale bloeding: Bloeding tussen hersenvliezen
Jaarlijks krijgen circa 1.000 mensen in Nederland te maken met een subarachnoïdale bloeding (SAB). Bij een subarachnoïdale bloeding vindt in de hersenen een bloeding plaats in de ruimte onder het middelste hersenvlies (arachnoidea of spinnenwebvlies). Meestal is deze bloeding tussen de hersenvliezen het gevolg van een scheur van een uitstulping van een slagader (aneurysma), al zijn ook andere oorzaken en risicofactoren bekend voor deze levensbedreigende aandoening. Naast zeer ernstige hoofdpijn krijgt een patiënt onder andere te maken met oogproblemen en veranderingen in de persoonlijkheid en het gedrag. Deze aandoening is een medische noodsituatie waarbij chirurgie vereist is om het leven van de patiënt te redden.
Epidemiologie
De subarachnoïdale bloeding komt wereldwijd voor, maar de frequentie en prevalentie kunnen sterk variëren afhankelijk van de regio en bevolkingsgroepen. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 1.000 gevallen van subarachnoïdale bloeding geregistreerd. De incidentie is ongeveer 10 tot 20 gevallen per 100.000 inwoners per jaar. De aandoening treft vaak volwassenen tussen de 40 en 60 jaar, hoewel het op elke leeftijd kan voorkomen. Vrouwen lijken iets vaker getroffen te worden dan mannen. De kans op een subarachnoïdale bloeding stijgt met de leeftijd en bij mensen met een familiegeschiedenis van de aandoening.
Oorzaken
Meestal heeft de patiënt bij deze vorm van een beroerte reeds een vaatafwijking, zoals een
aneurysma (uitstulping in deel van een slagader), of een
arterioveneuze malformatie (AVM) (wirwar van uitgezette bloedvaten in de
hersenen). Meestal scheurt dergelijk
hersenaneurysma waardoor een bloeding ontstaat. Daarnaast leiden een
hoofdtrauma (vaak bij ouderen die hun hoofd stoten of bij jongeren die een auto-ongeval krijgen).
Overmatig alcoholgebruik leidt mogelijk tot een subarachnoïdale bloeding /
Bron: Jarmoluk, Pixabay
Risicofactoren
Aandoeningen
Volgende aandoeningen zijn geassocieerd met een subarachnoïdale bloeding:
Omgevingsfactoren
In bepaalde omstandigheden krijgt een patiënt sneller te maken met de hersenaandoening:
- geslacht: iets meer vrouwen dan mannen zijn getroffen
- het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals bloedverdunners
- huidskleur: mensen met een zwarte huidskleur zijn vaker aangetast
- leeftijd: dit is op elke leeftijd mogelijk, maar vooral bij patiënten tussen de 45 en 70 jaar.
- overmatig alcoholgebruik
- roken
Symptomen: Hoofdpijn, stijve nek en oogproblemen
Bij een subarachnoïdale bloeding heeft de patiënt ernstige
hoofdpijn die plotseling begint (
donderslaghoofdpijn). De knallende of beukende pijn is erger aan de achterkant van het hoofd.
Andere symptomen zijn:
- beroerte-achtige symptomen, zoals een onduidelijke spraak en zwakte aan één kant van het lichaam
- een plotselinge verstijving van rug en nek, een naar achter gerichte houding (opisthotonus) (zelden)
- een stijve nek
- een verminderd bewustzijn en alertheid
- epileptische aanvallen
- gedragswijzigingen en persoonlijkheidsveranderingen, zoals een delirium, (acute verwardheid met wijzigingen in de hersenfunctie), verwardheid en prikkelbaarheid
- gevoelloosheid in lichaamsdeel
- misselijkheid en braken
- oogproblemen zoals lichtschuwheid (fotofobie), wazig zien, dubbelzien (diplopie), blinde vlekken zien, een tijdelijk verlies van het gezichtsvermogen in één oog, een hangend ooglid (ptosis), een verschil in pupilgrootte (anisocorie)
- spierpijn (vooral nekpijn en schouderpijn)
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van een subarachnoïdale bloeding kunnen zeer variëren, maar kunnen omvatten:
- extreme hoofdpijn die onverwacht en hevig begint
- snelle verslechtering van bewustzijn of alertheid
- plotselinge veranderingen in gedrag of persoonlijkheid
- ernstige en aanhoudende misselijkheid en braken
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Vaak heeft de patiënt een lichte tot matige verhoogde bloeddruk,
koorts, een stijve nek en/of een versnelde hartslag (
tachycardie) bij het lichamelijk onderzoek. Bij een
neurologisch onderzoek, dat de arts eveneens uitvoert, bemerkt hij een verminderde zenuw- en hersenfunctie. Een
oogonderzoek onthult verminderde oogbewegingen en
stuwingspapil (zwelling van de oogzenuw door verhoogde hersendruk) en/of een netvliesbloeding.
Diagnostisch onderzoek
Mogelijk voert de arts een
CT-scan (zonder contrastvloeistof) uit om een subarachnoïdale bloeding op te sporen. Niet altijd toont een scan afwijkingen, vooral bij een kleine bloeding. In dat geval voert de arts vaak nog een lumbale punctie (
ruggenprik: onderzoek van hersenvocht) uit om de diagnose te bevestigen.
Andere mogelijke onderzoeken zijn:
- een CT-scan angiografie (met behulp van contrastvloeistof)
- een hersenangiografie van de bloedvaten van de hersenen
- een MRI-scan en MRA (magnetische resonantie angiografie) (zelden)
- een transcraniële Doppler-echografie (met dit onderzoek krijgt de arts een idee over de bloedstroom in de bloedvaten van de hersenen en kan hij afwijkingen vaststellen)
Behandeling
Medicamenteuze behandeling
De behandeling van de subarachnoïdale bloeding is gericht op de oorzaak en het voorkomen van complicaties. De arts kan verschillende medicijnen voorschrijven, waaronder:
- bloeddrukverlagers (om de bloeddruk te verlagen en complicaties te voorkomen)
- anticonvulsiva (tegen epileptische aanvallen)
- antifibrinolytica (om bloedingen te stoppen)
- analgetica (tegen pijn)
Chirurgische behandeling
In veel gevallen is chirurgische interventie noodzakelijk, zoals:
- het clipping van aneurysma (door een operatie via de schedel waarbij het aneurysma wordt afgesloten met een metalen clip)
- het endoveneuze coiling (door een katheter via de lies in de bloedvaten van de hersenen te plaatsen, waar een speciale draad wordt ingebracht die het aneurysma afsluit)
- in sommige gevallen decompressieve chirurgie (om druk in de hersenen te verlagen door een gedeelte van de schedel te verwijderen)
Ondersteunende zorg
Tijdens de ziekenhuisopname krijgt de patiënt vaak ondersteuning, waaronder:
- fysiotherapie (om motorische en andere lichamelijke functies te herstellen)
- logopedie (om spraakproblemen te behandelen)
- psychologische ondersteuning
Prognose
De prognose van een subarachnoïdale bloeding hangt af van de ernst van de bloeding, de snelheid van behandeling, de leeftijd en de algehele gezondheid van de patiënt. Ongeveer 30% van de patiënten overlijdt binnen 30 dagen na de bloeding. Van de patiënten die overleven, hebben velen langdurige complicaties, zoals
epileptische aanvallen, cognitieve problemen, en motorische beperkingen. Een snelle medische interventie en nazorg kunnen de overlevingskansen verbeteren en complicaties verminderen.
Complicaties
Mogelijke complicaties na een subarachnoïdale bloeding zijn:
- hydrocephalus (waterhoofd: ophoping van hersenvocht in de hersenkamers)
- vasospasme (vernauwing van de hersenslagaders)
- herhaling van de bloeding
- langdurige neurologische schade
- trombo-embolie (bloedstolsel dat een andere vaatstructuur blokkeert)
Preventie
Preventieve maatregelen voor een subarachnoïdale bloeding kunnen omvatten:
- regelmatige controle van de bloeddruk
- gezonde levensstijl met een evenwichtig dieet en regelmatige lichaamsbeweging
- beperking van alcoholgebruik
- stoppen met roken
- regelmatige medische controles bij risicopatiënten, vooral bij een familiegeschiedenis van aneurysma’s of andere relevante aandoeningen