Gardner-syndroom: Poliepen in darm & gezwellen op huid & bot
Het Gardner-syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij patiënten naast een verscheidenheid aan darmpoliepen ook goedaardige bottumoren en huidafwijkingen ontwikkelen. Vanwege het verhoogde risico op dikkedarmkanker worden alle poliepen doorgaans chirurgisch verwijderd. Daarnaast zijn er behandelingen beschikbaar voor de andere tumoren en huidafwijkingen. Regelmatige opvolging en screening zijn cruciaal, omdat de aandoening zonder behandeling snel kan leiden tot kanker. Het Gardner-syndroom werd voor het eerst beschreven door de Amerikaanse chirurg Eldon Gardner (geb. 1909) in de medische literatuur.
Poliepvorming
Poliepen kunnen op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaan, hoewel ze vaak in de darm voorkomen, zoals bij het Gardner-syndroom:
Epidemiologie Gardner-syndroom
Ongeveer één op de één miljoen mensen wereldwijd lijdt aan het Gardner-syndroom. De darmpoliepen beginnen zich vaak vanaf de puberteit te ontwikkelen, maar de diagnose wordt meestal pas later gesteld, gemiddeld op 22-jarige leeftijd.
Oorzaken van de ziekte
Het Gardner-syndroom is een erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van meerdere darmpoliepen. Het is een variant van
familiaire adenomateuze polyposis (FAP) en wordt veroorzaakt door mutaties in het APC-gen, gelegen op chromosoom 5q22. Dit gen speelt een belangrijke rol in het onderdrukken van tumoren (tumorsuppressorgen). Het overervingspatroon van het Gardner-syndroom is autosomaal dominant, wat betekent dat elk kind van een getroffen ouder een 50% kans heeft om de aandoening te erven.
Symptomen: Gezwellen op huid en in botten & poliepen in de darm
De symptomen van het Gardner-syndroom kunnen huidgerelateerd of niet-huidgerelateerd zijn.
Huid
Bij het Gardner-syndroom verschijnen vaak epidermoïde cysten, die verschillen van gewone
cysten. Deze cysten verschijnen meestal rond de puberteit en bevinden zich vaak op ongebruikelijke plaatsen zoals het
gezicht, de hoofdhuid en de ledematen. Meer dan de helft van de patiënten ontwikkelt meerdere cysten. Soms kunnen deze cysten jeuken en/of ontstoken raken, en kunnen ze openbarsten, wat minder vaak gebeurt bij gewone cysten. Daarnaast kunnen ook
desmoïdcysten,
fibromen (goedaardige bindweefselgezwellen),
lipomen (goedaardige vetgezwellen), leiomyomen, neurofibromen en gepigmenteerde huidafwijkingen ontstaan. Nagelatrofie (afsterven van de nagels) en
haaruitval kunnen eveneens voorkomen.
Niet gerelateerd aan de huid
Poliepen
Bij het Gardner-syndroom ontstaan de darmpoliepen vaak na de puberteit in het maagdarmkanaal (gastro-intestinale poliepen). Deze
darmpoliepen bevinden zich meestal in de dikke darm en kunnen ontaarden in adenocarcinomen, een vorm van
dikkedarmkanker (colorectale
kanker). Ook
maagpoliepen komen voor.
Osteomen
Osteomen zijn goedaardige bottumoren die meestal in de onderkaak (kaakbeen) worden aangetroffen, maar kunnen ook in de schedel en de lange beenderen voorkomen.
Gebitsafwijkingen
Een osteoom in de kaak kan leiden tot tandheelkundige afwijkingen zoals
extra tanden, een tekort aan tanden, en cariës (
tandbederf).
Oogafwijkingen
Bij ongeveer 80% van de patiënten komen multifocale gepigmenteerde netvliesletsels voor. Deze letsels verschijnen vaak kort na de geboorte en kunnen het eerste teken van de ziekte zijn.
Diagnose en onderzoeken
Om het Gardner-syndroom te diagnosticeren, voert de arts vaak radiologisch onderzoek uit, zoals
röntgenfoto's, om osteomen in beeld te brengen. Röntgenfoto's van de lange botten en de onderkaak kunnen afwijkingen onthullen. Een
oogonderzoek door een oogarts kan helpen bij het identificeren van pigmentvlekken op de fundus (achterkant van het oog). Vanaf de adolescentie is een
colonoscopie (inwendig kijkonderzoek van de dikke darm) noodzakelijk om poliepen op te sporen. Omdat de ziekte gepaard gaat met een verhoogd risico op andere vormen van kanker, worden aanvullende onderzoeken aanbevolen, waaronder
bloedonderzoek,
echografie,
CT-scan, huidonderzoek, lichamelijk onderzoek en
gastroscopie.
Genetische raadpleging
Gezien de erfelijke aard van het Gardner-syndroom is genetische raadpleging belangrijk voor families. Genetische tests kunnen helpen bij het identificeren van dragers van de ziekte en het bepalen van het risico voor andere gezinsleden. Dit kan vooral waardevol zijn voor paren die overwegen om kinderen te krijgen, aangezien de aandoening autosomaal dominant wordt overgedragen.
Testen en diagnostiek
Genetische testen kunnen bevestigen of een individu drager is van de mutatie in het APC-gen. Vroege diagnostiek en preconceptionele screening kunnen helpen bij het maken van geïnformeerde keuzes over gezinsplanning en medische opvolging.
Begeleiding van familieleden
Genetische expertise kan ook nuttig zijn voor familieleden van patiënten, om hen bewust te maken van de symptomen en de noodzaak voor regelmatige screening. Dit kan helpen bij vroegtijdige opsporing en behandeling van de aandoening bij andere familieleden.
Behandeling
Huid
De behandeling van epidermoïde cysten bij het Gardner-syndroom omvat meestal excisie (chirurgische verwijdering). Bij ontstoken cysten kunnen
corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers) worden ingespoten, wat bekend staat als “intralesionale steroïde injecties”.
Poliepen
De chirurgische verwijdering van darmpoliepen, bekend als
polypectomie, is noodzakelijk om het risico op kwaadaardige ontaarding te verminderen. Patiënten ondergaan regelmatig colonoscopieën, en indien nodig
sigmoïdoscopieën (onderzoek van het laatste gedeelte van de dikke darm) en gastroscopieën. Bij meer dan twintig poliepen kan een
colectomie (verwijdering van een deel van de dikke darm) nodig zijn.
Osteomen
Osteomen worden verwijderd als ze ernstige symptomen veroorzaken of andere problemen veroorzaken voor de patiënt.
Ondersteunende zorg en levensstijl
Voor patiënten met het Gardner-syndroom is het belangrijk om naast medische behandelingen ook aandacht te besteden aan ondersteunende zorg en levensstijl. Regelmatige controles en een gezonde levensstijl kunnen bijdragen aan een beter beheer van de symptomen en het algehele welzijn.
Voeding en leefstijl
Een uitgebalanceerd dieet en regelmatige lichaamsbeweging zijn essentieel voor patiënten met het Gardner-syndroom. Het vermijden van bewerkt voedsel en het eten van vezelrijke voedingsmiddelen kan bijdragen aan een gezonde spijsvertering en helpen bij het beheer van poliepen. Het is ook raadzaam om alcoholconsumptie en roken te vermijden, aangezien deze factoren het risico op het ontwikkelen van kanker kunnen verhogen.
Psychosociale ondersteuning
Patiënten met het Gardner-syndroom kunnen psychologische ondersteuning nodig hebben om te gaan met de stress en angst die gepaard gaan met de ziekte. Het kan nuttig zijn om contact op te nemen met een psycholoog of een steungroep voor zeldzame aandoeningen. Het bespreken van de situatie met familie en vrienden kan ook helpen bij emotionele ondersteuning.
Prognose
De prognose voor patiënten met het Gardner-syndroom varieert en is afhankelijk van de symptomen en de leeftijd waarop de diagnose wordt gesteld. Patiënten van 35 jaar hebben vaak al poliepen die snel in aantal toenemen. Een snelle behandeling is essentieel om te voorkomen dat honderden tot duizenden poliepen ontstaan, wat kan leiden tot darmkanker. Onbehandeld ontwikkelen veel patiënten tegen de veertigste levensjaar darmkanker. De prognose is echter goed wanneer de diagnose tijdig wordt gesteld en de patiënt regelmatig wordt gescreend. De vijfjaarsoverleving van patiënten die een colectomie hebben ondergaan, bedraagt bijna 100%. Huidafwijkingen hebben doorgaans een goede prognose omdat ze niet ontaarden in
huidkanker. Botgezwellen vereisen voornamelijk cosmetische zorg, omdat ze meestal niet kwaadaardig zijn. Desmoïdtumoren vereisen regelmatig opvolging, omdat ze omliggende weefsels kunnen binnendringen en/of op nabijgelegen organen kunnen drukken, wat de verwijdering van deze gezwellen compliceren kan.
Complicaties: Verhoogd risico op kanker
De darmpoliepen bij het Gardner-syndroom kunnen onbehandeld uitgroeien tot kwaadaardige tumoren, wat bijna altijd leidt tot dikkedarmkanker. Tijdige diagnose is daarom cruciaal. Het Gardner-syndroom verhoogt ook het risico op andere vormen van kanker, zoals:
Lees verder