Gardner-syndroom: Poliepen in darm & gezwellen op huid & bot

Gardner-syndroom: Poliepen in darm & gezwellen op huid & bot Het Gardner-syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening waarbij patiënten naast een verscheidenheid aan darmpoliepen ook goedaardige bottumoren en huidafwijkingen ontwikkelen. Vanwege het verhoogde risico op dikkedarmkanker worden alle poliepen doorgaans chirurgisch verwijderd. Daarnaast zijn er behandelingen beschikbaar voor de andere tumoren en huidafwijkingen. Regelmatige opvolging en screening zijn cruciaal, omdat de aandoening zonder behandeling snel kan leiden tot kanker. Het Gardner-syndroom werd voor het eerst beschreven door de Amerikaanse chirurg Eldon Gardner (geb. 1909) in de medische literatuur.

Poliepvorming

Poliepen kunnen op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaan, hoewel ze vaak in de darm voorkomen, zoals bij het Gardner-syndroom:

Mechanisme

Het Gardner-syndroom is een genetische aandoening die gekarakteriseerd wordt door de aanwezigheid van meerdere goedaardige tumoren, zoals darmpoliepen, osteomen en huidcysten. Deze aandoening is meestal het gevolg van een mutatie in het APC-gen (Adenomatous Polyposis Coli), dat betrokken is bij het reguleren van de celdeling en het remmen van tumorgroei. Het defect in dit gen veroorzaakt een verstoord mechanisme van tumoronderdrukking, wat leidt tot de vorming van tumoren in verschillende organen.

Genetische basis

Het Gardner-syndroom wordt geërfd als een autosomaal dominante aandoening, wat betekent dat een patiënt één defect kopie van het APC-gen erft van een van de ouders. Dit defect leidt tot een verhoogde kans op de ontwikkeling van polyposis, vooral in de dikke darm. De mutatie veroorzaakt een defect in de regulatie van de Wnt-signaleringsroute, die essentieel is voor de controle van de celdeling en -groei. Dit kan leiden tot de vorming van oncontroleerbare celclusters en tumoren in het lichaam.

Darmpolyposis en andere tumoren

De belangrijkste manifestatie van het Gardner-syndroom is het ontstaan van duizenden adenomatose poliepen in de dikke darm, wat kan leiden tot het ontwikkelen van colorectale kanker als het niet tijdig wordt behandeld. Deze poliepen verschijnen in de vroege tienerjaren en kunnen zich over tijd ontwikkelen naar kwaadaardige tumoren. Andere tumoren die vaak geassocieerd worden met het syndroom zijn osteomen (goedaardige bottumoren), epidermoidcysten, fibromen en het risico op andere soorten tumoren, waaronder schildklierkanker en leveradenomen.

Ontwikkeling van poliepen in de dikke darm

De poliepen die zich ontwikkelen in de dikke darm zijn de belangrijkste oorzaak van de medische zorgen bij patiënten met het Gardner-syndroom. Deze poliepen kunnen zich in de loop van de tijd ontwikkelen tot kwaadaardige tumoren als ze niet vroegtijdig worden verwijderd. Dit proces wordt aangedreven door de mutatie in het APC-gen, waardoor de normale celcyclus wordt verstoord, wat resulteert in de ongecontroleerde groei van poliepen in de darmen. De snelle proliferatie van deze cellen is het gevolg van een defect in de celdeling en een onvermogen om abnormale cellen effectief te elimineren.

Ongunstige effecten op botten en huid

Naast de darmproblemen, vertonen patiënten met het Gardner-syndroom vaak osteomen en andere botafwijkingen. Deze tumoren vormen zich meestal in het schedel- en gezichtsbotten, hoewel ze overal in het skelet kunnen voorkomen. Osteomen zijn vaak goedaardig, maar ze kunnen, afhankelijk van hun grootte en locatie, het zenuwstelsel of andere structuren beknellen. Huidcysten en tumoren zoals fibromen en epidermoidcysten komen ook vaak voor, wat kan leiden tot esthetische problemen en mogelijk infecties als ze niet goed behandeld worden.

Verstoorde tumoronderdrukking en carcinogenese

Het defect in het APC-gen verhindert de juiste werking van tumoronderdrukkende mechanismen in cellen. Normaal gesproken voorkomt dit gen de overmatige celdeling door het Wnt-signaleringssysteem te reguleren. Wanneer de werking van dit gen verstoord is, leidt dit tot de oncontroleerbare deling van cellen, wat een belangrijke stap is in de ontwikkeling van tumoren in verschillende weefsels van het lichaam. Dit verhoogt het risico op zowel goedaardige als kwaadaardige tumoren.

Epidemiologie Gardner-syndroom

Ongeveer één op de één miljoen mensen wereldwijd lijdt aan het Gardner-syndroom. De darmpoliepen beginnen zich vaak vanaf de puberteit te ontwikkelen, maar de diagnose wordt meestal pas later gesteld, gemiddeld op 22-jarige leeftijd.

Oorzaken van de ziekte

Het Gardner-syndroom is een erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van meerdere darmpoliepen. Het is een variant van familiaire adenomateuze polyposis (FAP) en wordt veroorzaakt door mutaties in het APC-gen, gelegen op chromosoom 5q22. Dit gen speelt een belangrijke rol in het onderdrukken van tumoren (tumorsuppressorgen). Het overervingspatroon van het Gardner-syndroom is autosomaal dominant, wat betekent dat elk kind van een getroffen ouder een 50% kans heeft om de aandoening te erven.

Risicofactoren

Hoewel het Gardner-syndroom vaak genetisch wordt overgedragen, zijn er bepaalde risicofactoren die de kans op het ontwikkelen van deze aandoening kunnen verhogen. Deze factoren kunnen van invloed zijn op het moment van diagnose en de ernst van de aandoening.

Familiale geschiedenis en genetische factoren

De belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van het Gardner-syndroom is een familiale geschiedenis van de aandoening. Aangezien het een autosomaal dominante aandoening is, betekent dit dat kinderen van een ouder met het defecte APC-gen 50% kans hebben om de aandoening te erven. Het hebben van een naaste familie met een geschiedenis van polyposis of colorectale kanker verhoogt de kans op het ontwikkelen van het syndroom aanzienlijk.

Genetische mutaties en de rol van het APC-gen

Het Gardner-syndroom wordt veroorzaakt door een mutatie in het APC-gen. Genetisch advies is aanbevolen voor patiënten met een familiegeschiedenis van het syndroom, aangezien genetische tests beschikbaar zijn om de mutatie op te sporen. Deze tests kunnen helpen bij het identificeren van asymptomatische dragers die mogelijk geen symptomen vertonen, maar die wel een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van de aandoening in de toekomst. Het verkrijgen van genetisch advies kan cruciaal zijn voor het plannen van vervolging en het bepalen van risicobeheersmaatregelen.

Leeftijd en het moment van diagnose

Hoewel het Gardner-syndroom in de meeste gevallen voor het 30ste levensjaar wordt gediagnosticeerd, kan de leeftijd waarop symptomen optreden variëren. Het risico op het ontwikkelen van darmpoliepen is hoger naarmate de patiënt ouder wordt, en het is gebruikelijk dat de symptomen beginnen te verschijnen in de tienerjaren of vroege twintig jaren. Jonge patiënten die symptomen vertonen, zoals onverklaarde buikpijn of bloed in de ontlasting, moeten snel worden onderzocht om de aandoening vroegtijdig op te sporen.

Omgevingsfactoren en levensstijl

Er is geen direct bewijs dat omgevingsfactoren, zoals dieet of blootstelling aan bepaalde stoffen, het risico op het ontwikkelen van het Gardner-syndroom beïnvloeden. Echter, een evenwichtig voedingspatroon en een gezonde levensstijl kunnen bijdragen aan het verlagen van het risico op de ontwikkeling van kanker in het algemeen. Hoewel het syndroom genetisch van aard is, kunnen gezonde gewoonten de algehele gezondheid van een patiënt verbeteren en het risico op bijkomende complicaties verminderen.

Risicogroepen

Er zijn verschillende risicogroepen die bijzonder vatbaar zijn voor het ontwikkelen van het Gardner-syndroom, en het is belangrijk voor deze groepen om zich bewust te zijn van de vroege tekenen van de aandoening.

Gezinnen met een geschiedenis van polyposis

Patiënten die een familielid hebben met het Gardner-syndroom of een ander type polyposis, zoals het familiaire adenomateuze polyposis syndroom (FAP), lopen een significant verhoogd risico op het ontwikkelen van de aandoening. Het genetische defect wordt van generatie op generatie overgedragen, waardoor de aandoening in families voorkomt. Het belang van genetisch advies is hierbij groot, zodat verdere erfelijkheid kan worden begrepen en gevolgd.

Patiënten met andere genetische syndromen

Individuen die lijden aan andere genetische aandoeningen, zoals het Li-Fraumeni-syndroom of het Turcot-syndroom, hebben mogelijk een verhoogd risico op het ontwikkelen van het Gardner-syndroom. Deze aandoeningen delen enkele genetische kenmerken en kunnen gelijktijdig optreden. Bij patiënten die al een genetische aanleg voor kanker hebben, is het van cruciaal belang om regelmatig medische controle te ondergaan en op de hoogte te blijven van risicobeheersmaatregelen.

Ouders en kinderen van patiënten met het Gardner-syndroom

De belangrijkste risicogroep bestaat uit directe familieleden van patiënten met het Gardner-syndroom. Dit geldt voor zowel de ouders, die mogelijk zelf het genetische defect dragen, als voor kinderen van patiënten, die 50% kans hebben om de aandoening over te nemen. De monitoring van deze risicogroepen, met regelmatige screenings van de dikke darm en andere betrokken organen, is essentieel voor vroege opsporing van de aandoening.

Symptomen: Gezwellen op huid en in botten & poliepen in de darm

De symptomen van het Gardner-syndroom kunnen huidgerelateerd of niet-huidgerelateerd zijn.

Huid

Bij het Gardner-syndroom verschijnen vaak epidermoïde cysten, die verschillen van gewone cysten. Deze cysten verschijnen meestal rond de puberteit en bevinden zich vaak op ongebruikelijke plaatsen zoals het gezicht, de hoofdhuid en de ledematen. Meer dan de helft van de patiënten ontwikkelt meerdere cysten. Soms kunnen deze cysten jeuken en/of ontstoken raken, en kunnen ze openbarsten, wat minder vaak gebeurt bij gewone cysten. Daarnaast kunnen ook desmoïdcysten, fibromen (goedaardige bindweefselgezwellen), lipomen (goedaardige vetgezwellen), leiomyomen, neurofibromen en gepigmenteerde huidafwijkingen ontstaan. Nagelatrofie (afsterven van de nagels) en haaruitval kunnen eveneens voorkomen.

Niet gerelateerd aan de huid

Poliepen
Bij het Gardner-syndroom ontstaan de darmpoliepen vaak na de puberteit in het maagdarmkanaal (gastro-intestinale poliepen). Deze darmpoliepen bevinden zich meestal in de dikke darm en kunnen ontaarden in adenocarcinomen, een vorm van dikkedarmkanker (colorectale kanker). Ook maagpoliepen komen voor.

Osteomen
Osteomen zijn goedaardige bottumoren die meestal in de onderkaak (kaakbeen) worden aangetroffen, maar kunnen ook in de schedel en de lange beenderen voorkomen.

Gebitsafwijkingen
Een osteoom in de kaak kan leiden tot tandheelkundige afwijkingen zoals extra tanden, een tekort aan tanden, en cariës (tandbederf).

Oogafwijkingen
Bij ongeveer 80% van de patiënten komen multifocale gepigmenteerde netvliesletsels voor. Deze letsels verschijnen vaak kort na de geboorte en kunnen het eerste teken van de ziekte zijn.

Alarmsymptomen

Het vroegtijdig herkennen van alarmsymptomen kan de diagnose van het Gardner-syndroom aanzienlijk versnellen. Hoewel veel symptomen mogelijk niet direct gerelateerd lijken aan de aandoening, kunnen ze belangrijke aanwijzingen geven voor de aanwezigheid van de ziekte.

Bloed in de ontlasting

Een van de belangrijkste symptomen van het Gardner-syndroom is de aanwezigheid van bloed in de ontlasting, wat kan wijzen op de ontwikkeling van darmpoliepen. Dit symptoom moet altijd serieus genomen worden, vooral bij jonge patiënten, en moet onmiddellijk worden gemeld aan een arts voor verder onderzoek.

Onverklaarde buikpijn

Patiënten met het Gardner-syndroom kunnen ook onverklaarde buikpijn ervaren als gevolg van de aanwezigheid van poliepen in de darmen. Deze pijn kan variëren van mild tot ernstig, afhankelijk van de grootte en het aantal poliepen. Het is belangrijk om dergelijke symptomen tijdig te onderzoeken om verdere complicaties te voorkomen.

Verandering in stoelgang of obstipatie

Veranderingen in de stoelgang, zoals frequente diarree of juist obstipatie, kunnen wijzen op darmpoliepen. Deze symptomen kunnen ook gepaard gaan met een gevoel van volheid of ongemak in de buik. Bij patiënten met een familiegeschiedenis van het Gardner-syndroom moet een dergelijke verandering in stoelgang altijd als een waarschuwingstekenen worden gezien.

Diagnose en onderzoeken

Om het Gardner-syndroom te diagnosticeren, voert de arts vaak radiologisch onderzoek uit, zoals röntgenfoto's, om osteomen in beeld te brengen. Röntgenfoto's van de lange botten en de onderkaak kunnen afwijkingen onthullen. Een oogonderzoek door een oogarts kan helpen bij het identificeren van pigmentvlekken op de fundus (achterkant van het oog). Vanaf de adolescentie is een colonoscopie (inwendig kijkonderzoek van de dikke darm) noodzakelijk om poliepen op te sporen. Omdat de ziekte gepaard gaat met een verhoogd risico op andere vormen van kanker, worden aanvullende onderzoeken aanbevolen, waaronder bloedonderzoek, echografie, CT-scan, huidonderzoek, lichamelijk onderzoek en gastroscopie.

Genetische raadpleging

Gezien de erfelijke aard van het Gardner-syndroom is genetische raadpleging belangrijk voor families. Genetische tests kunnen helpen bij het identificeren van dragers van de ziekte en het bepalen van het risico voor andere gezinsleden. Dit kan vooral waardevol zijn voor paren die overwegen om kinderen te krijgen, aangezien de aandoening autosomaal dominant wordt overgedragen.

Testen en diagnostiek

Genetische testen kunnen bevestigen of een individu drager is van de mutatie in het APC-gen. Vroege diagnostiek en preconceptionele screening kunnen helpen bij het maken van geïnformeerde keuzes over gezinsplanning en medische opvolging.

Begeleiding van familieleden

Genetische expertise kan ook nuttig zijn voor familieleden van patiënten, om hen bewust te maken van de symptomen en de noodzaak voor regelmatige screening. Dit kan helpen bij vroegtijdige opsporing en behandeling van de aandoening bij andere familieleden.

Behandeling

Huid

De behandeling van epidermoïde cysten bij het Gardner-syndroom omvat meestal excisie (chirurgische verwijdering). Bij ontstoken cysten kunnen corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers) worden ingespoten, wat bekend staat als “intralesionale steroïde injecties”.

Poliepen

De chirurgische verwijdering van darmpoliepen, bekend als polypectomie, is noodzakelijk om het risico op kwaadaardige ontaarding te verminderen. Patiënten ondergaan regelmatig colonoscopieën, en indien nodig sigmoïdoscopieën (onderzoek van het laatste gedeelte van de dikke darm) en gastroscopieën. Bij meer dan twintig poliepen kan een colectomie (verwijdering van een deel van de dikke darm) nodig zijn.

Osteomen

Osteomen worden verwijderd als ze ernstige symptomen veroorzaken of andere problemen veroorzaken voor de patiënt.

Ondersteunende zorg en levensstijl

Voor patiënten met het Gardner-syndroom is het belangrijk om naast medische behandelingen ook aandacht te besteden aan ondersteunende zorg en levensstijl. Regelmatige controles en een gezonde levensstijl kunnen bijdragen aan een beter beheer van de symptomen en het algehele welzijn.

Voeding en leefstijl

Een evenwichtig voedingspatroon en regelmatige lichaamsbeweging zijn essentieel voor patiënten met het Gardner-syndroom. Het vermijden van bewerkt voedsel en het eten van vezelrijke voedingsmiddelen kan bijdragen aan een gezonde spijsvertering en helpen bij het beheer van poliepen. Het is ook raadzaam om alcoholconsumptie en roken te vermijden, aangezien deze factoren het risico op het ontwikkelen van kanker kunnen verhogen.

Psychosociale ondersteuning

Patiënten met het Gardner-syndroom kunnen psychologische ondersteuning nodig hebben om te gaan met de stress en angst die gepaard gaan met de ziekte. Het kan nuttig zijn om contact op te nemen met een psycholoog of een steungroep voor zeldzame aandoeningen. Het bespreken van de situatie met familie en vrienden kan ook helpen bij emotionele ondersteuning.

Prognose

De prognose voor patiënten met het Gardner-syndroom varieert en is afhankelijk van de symptomen en de leeftijd waarop de diagnose wordt gesteld. Patiënten van 35 jaar hebben vaak al poliepen die snel in aantal toenemen. Een snelle behandeling is essentieel om te voorkomen dat honderden tot duizenden poliepen ontstaan, wat kan leiden tot darmkanker. Onbehandeld ontwikkelen veel patiënten tegen de veertigste levensjaar darmkanker. De prognose is echter goed wanneer de diagnose tijdig wordt gesteld en de patiënt regelmatig wordt gescreend. De vijfjaarsoverleving van patiënten die een colectomie hebben ondergaan, bedraagt bijna 100%. Huidafwijkingen hebben doorgaans een goede prognose omdat ze niet ontaarden in huidkanker. Botgezwellen vereisen voornamelijk cosmetische zorg, omdat ze meestal niet kwaadaardig zijn. Desmoïdtumoren vereisen regelmatig opvolging, omdat ze omliggende weefsels kunnen binnendringen en/of op nabijgelegen organen kunnen drukken, wat de verwijdering van deze gezwellen compliceren kan.

Complicaties: Verhoogd risico op kanker

De darmpoliepen bij het Gardner-syndroom kunnen onbehandeld uitgroeien tot kwaadaardige tumoren, wat bijna altijd leidt tot dikkedarmkanker. Tijdige diagnose is daarom cruciaal. Het Gardner-syndroom verhoogt ook het risico op andere vormen van kanker, zoals:

Preventie

Hoewel het Gardner-syndroom een genetische aandoening is, kunnen er verschillende maatregelen worden genomen om het risico op complicaties te verkleinen en de gezondheid te verbeteren.

Vroegtijdige opsporing en controle

De meest effectieve manier om complicaties van het Gardner-syndroom te voorkomen, is door regelmatig medisch onderzoek en vroege opsporing van tumoren. Dit omvat endoscopische screening voor darmpoliepen en andere tumoren, evenals beeldvorming van de botten en huid om osteomen en andere goedaardige tumoren te detecteren.

Genetisch advies en begeleiding

Gezinsleden van patiënten met het Gardner-syndroom moeten genetisch advies krijgen om te begrijpen of zij het genetische defect dragen en hoe ze het risico op de aandoening kunnen beheersen. Dit advies kan hen ook helpen bij het nemen van geïnformeerde beslissingen over gezinsplanning en opvolging.

Gezonde levensstijl en evenwichtig voedingspatroon

Hoewel er geen specifieke preventieve maatregelen zijn om het Gardner-syndroom te voorkomen, kan een evenwichtig voedingspatroon en een gezonde levensstijl bijdragen aan het algehele welzijn van de patiënt. Het is belangrijk om gezond te eten, regelmatig te bewegen en voldoende rust te nemen om de algehele gezondheid te bevorderen.

Lees verder

© 2017 - 2024 Miske, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Lynch-syndroom: Verhoogd risico op dikke darmkankerLynch-syndroom: Verhoogd risico op dikke darmkankerHet Lynch-syndroom is een zeldzame erfelijke aandoening die het risico op het ontwikkelen van dikke darmkanker aanzienli…
Prikkelbare darm syndroom, coeliaki en ziekte van crohnPrikkelbare darm syndroom, coeliaki en ziekte van crohnPrikkelbare darm syndroom ook wel pds genoemd is een chronische darmstoornis. Er zijn veel namen hiervoor bekend, bijvoo…
Turcot-syndroom: Aandoening met darmpoliepen en hersentumorTurcot-syndroom: Aandoening met darmpoliepen en hersentumorHet Turcot-syndroom is een zeldzame aandoening waarbij een patiënt zowel poliepen in de darmen als tumoren van het centr…
Lynch syndroom: erfelijke dikkedarmkanker en gewichtsverliesLynch syndroom: erfelijke dikkedarmkanker en gewichtsverliesBij een aanzienlijk deel van de mensen komt dikkedarmkanker voor. Een groot deel van de gevallen wordt het veroorzaakt d…

Capillaritis: Huidaandoening met roodbruine vlekkenCapillaritis: Huidaandoening met roodbruine vlekkenHaarvaten zijn de kleinste vaten van de bloedsomloop die zich dicht bij het huidoppervlak bevinden. Capillaritis is een…
Pyoderma gangrenosum: Huidaandoening met pijnlijke zwerenPyoderma gangrenosum: Huidaandoening met pijnlijke zwerenPyoderma gangrenosum is een zeldzame huidaandoening die vaak voorkomt in combinatie met een andere systemische ziekte. D…
Bronnen en referenties
  • Geraadpleegd op 28 maart 2017:
  • Clinical Presentation, http://emedicine.medscape.com/article/1093486-clinical-presentation#showall
  • Coëlho, Medisch Zakwoordenboek, digitale editie, versie 2010
  • Gardner syndrome, http://www.cancer.net/cancer-types/gardner-syndrome
  • Gardner syndrome, http://www.dermnetnz.org/topics/gardner-syndrome
  • Gardner Syndrome, https://rarediseases.info.nih.gov/diseases/6482/gardner-syndrome
  • Overview, http://emedicine.medscape.com/article/1093486-overview#showall
Miske (4.039 artikelen)
Laatste update: 09-11-2024
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 7
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.