Diepe hersenstimulatie (deep brain stimulation, DBS)
Diepe hersenstimulatie (deep brain stimulation, DBS) is een chirurgische ingreep waarbij een neurostimulator in de hersenen wordt geplaatst. Dit apparaat geeft elektrische signalen af aan hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor beweging, pijn, stemming, gewicht, obsessief-compulsieve gedachten en bewustzijn. DBS kan helpen bij de behandeling van aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, chronische pijn en epilepsie. Het wordt meestal toegepast wanneer andere behandelingsopties niet effectief zijn. Hoewel de ingreep doorgaans veilig is, kunnen er complicaties optreden. Veel patiënten ervaren echter verlichting van hun oorspronkelijke symptomen door DBS.
Doel van diepe hersenstimulatie
Diepe hersenstimulatie wordt ingezet voor de behandeling van diverse aandoeningen, waaronder:
- De ziekte van Parkinson (neurologische aandoening gekenmerkt door tremoren, stijfheid en bewegingsproblemen) wanneer medicatie niet voldoende effect heeft. DBS vermindert symptomen zoals bradykinesie (langzame bewegingen), loopproblemen, stijfheid en tremoren. Hoewel DBS de ziekte van Parkinson niet geneest, kan het de symptomen aanzienlijk verlichten.
- Dystonie (spiersamentrekkingen die leiden tot oncontroleerbare bewegingen of abnormale houdingen)
- Een ernstige depressie die niet goed reageert op medicatie of andere therapieën.
- Obsessief-compulsieve stoornis (OCS), waarbij de symptomen niet adequaat kunnen worden behandeld met standaardtherapieën.
- Epilepsie waarbij eerdere chirurgie niet succesvol was of onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. DBS wordt soms overwogen als aanvullende therapie bij resistente vormen van epilepsie.
- Essentiële tremor (bevingen zonder duidelijke oorzaak die niet onder controle te krijgen zijn met medicatie).
- Tourette-syndroom (aandoening gekenmerkt door vocale en motorische tics) wordt zelden behandeld met DBS, maar dit kan nuttig zijn bij ernstige gevallen.
- Ziekte van Huntington (progressieve neurologische aandoening die wordt gekenmerkt door motorische en cognitieve achteruitgang). DBS kan overwegen worden voor symptomatische behandeling in bepaalde gevallen.
Daarnaast wordt DBS experimenteel onderzocht voor de behandeling van ernstig
overgewicht,
anorexia nervosa en verslavingsproblemen, maar het onderzoek op deze gebieden is nog in ontwikkeling (anno augustus 2024).
Tegenindicaties voor de plaatsing van een neurostimulator in de hersenen
Diepe hersenstimulatie is riskanter bij ouderen (70+) en bij patiënten met
hoge bloeddruk of aandoeningen die de bloedvaten in de
hersenen aantasten. De chirurg moet de voordelen van de ingreep zorgvuldig afwegen tegen de risico's. In sommige gevallen kan de procedure worden omgekeerd indien nodig. DBS heeft weinig absolute contra-indicaties, maar is niet geschikt voor patiënten die de neurostimulator niet goed kunnen bedienen. Na implantatie mogen patiënten geen
MRI-scans, transcraniële magnetische stimulatie of diathermie ondergaan.
Onderdelen van het DBS-systeem
Het DBS-systeem bestaat uit vier onderdelen:
- Eén of meer geïsoleerde draden, leads of elektroden, die de chirurg in de hersenen plaatst.
- Ankers om de kabels aan de schedel te bevestigen.
- De neurostimulator, die de elektrische stroom afgeeft en vergelijkbaar is met een pacemaker. De chirurg plaatst deze meestal onder de huid bij het sleutelbeen, maar soms op een andere locatie in het lichaam.
- Een dunne, geïsoleerde draad (verlengstuk) kan worden toegevoegd om de kabel met de neurostimulator te verbinden.
De chirurg voert de ingreep uit in één of twee fasen, afhankelijk van de complexiteit van de procedure en de locatie van de implantatie.
Voorbereidingen voor de operatie
Onderzoeken
De patiënt ondergaat een volledig lichamelijk onderzoek. De chirurg bestelt laboratorium- en beeldvormende onderzoeken, waaronder een
CT-scan of MRI-scan, om het exacte hersengebied te bepalen dat verantwoordelijk is voor de symptomen. Deze beelden helpen bij het plaatsen van de lead tijdens de operatie. Soms moet de patiënt ook worden beoordeeld door een neuroloog, neurochirurg en/of psycholoog om te bevestigen dat de procedure geschikt is en de beste kans op succes heeft.
De arts heeft een lijst van gebruikte (genees)middelen nodig voor de operatie /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
De chirurg moet op de hoogte zijn van eventuele zwangerschap,
alcoholmisbruik, en de gebruikte vrij verkrijgbare en op doktersvoorschrift verkregen medicijnen,
kruiden, supplementen of
vitaminen. Soms moet de patiënt tijdelijk stoppen met het gebruik van
bloedverdunners zoals
warfarine (Coumadin, Jantoven),
aspirine,
ibuprofen,
naproxen en andere
NSAID's (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen). De chirurg informeert de patiënt over welke medicijnen of middelen nog mogen worden ingenomen voor de operatie.
Rokers wordt aangeraden om te stoppen met
roken voor de operatie.
Vlak voor de operatie
De patiënt moet acht tot twaalf uur voorafgaand aan de operatie nuchter zijn (niet eten of drinken). Hij wast zijn haren met een speciale shampoo voor de chirurgische procedure.
Tijdens de chirurgische procedure
Fase 1
Fase 1 gebeurt meestal onder
lokale verdoving (bij kinderen onder
algemene anesthesie). De chirurg scheert een deel van het haar op het hoofd weg en plaatst een speciaal frame om het hoofd stil te houden. Verdovende medicijnen worden toegediend op de plaats van de schroeven die in de hoofdhuid worden ingebracht. In sommige gevallen wordt de procedure uitgevoerd in een MRI-toestel, waarbij het frame bovenop het hoofd geplaatst wordt. De chirurg past de verdoving toe op de plaats waar de huid wordt geopend, boort een kleine opening in de schedel en plaatst de lead in het specifieke hersengebied. Als beide hersenhelften behandeld worden, plaatst de chirurg twee leads, één aan elke kant van de schedel. Soms worden elektrische impulsen door de lead gestuurd om te bevestigen dat deze met het juiste hersengebied verbonden is. De patiënt kan gevraagd worden om vragen te beantwoorden, afbeeldingen te beschrijven of ledematen te bewegen om te controleren of de elektroden op de juiste plaats zitten en het gewenste effect wordt bereikt.
Fase 2
Fase 2 vindt plaats onder algemene
anesthesie. De timing van deze fase hangt af van de locatie van de stimulator in de hersenen. De chirurg maakt een kleine incisie, meestal net onder het sleutelbeen, en plaatst de neurostimulator. Soms wordt de stimulator onder de huid in de onderborst of buik geplaatst. De verlengdraad wordt onder de huid van hoofd, nek en schouder geplaatst en verbonden met de neurostimulator. Na het verbinden van alle componenten wordt de incisie gesloten. Het apparaat en de draden zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van het lichaam. De elektrische pulsen van de neurostimulator worden via de verlengdraad naar de lead en naar de hersenen gestuurd, waarbij de elektrische signalen die symptomen van bepaalde aandoeningen veroorzaken worden verstoord en geblokkeerd.
Bij het optreden van hoofdpijn na de operatie is het belangrijk om de arts te raadplegen /
Bron: Geralt, PixabayNa de DBS-procedure
Patiënten verblijven meestal ongeveer drie dagen in het ziekenhuis. Tijdens deze periode worden
antibiotica voorgeschreven om infecties te voorkomen. Tijdens een controlebezoek activeert de chirurg de stimulator en past hij de stimulatie-instellingen aan.
Neem contact op met de chirurg als een van de volgende symptomen optreden:
Prognose van diepe hersenstimulatie
Veel patiënten ervaren een verbetering van hun symptomen en een verhoogde kwaliteit van leven na de operatie. Hoewel de meeste patiënten nog steeds medicatie nodig hebben, kan de dosering vaak worden verlaagd.
Risico's en complicaties
Algemene anesthesie
Mogelijke risico's van algemene anesthesie zijn reacties op
medicijnen en
ademhalingsproblemen.
Risico's van diepe hersenstimulatie
Diepe hersenstimulatie is over het algemeen veilig en effectief, maar kan gepaard gaan met risico’s zoals:
- Concentratieproblemen.
- Duizeligheid.
- Allergische reacties op de DBS-onderdelen.
- Hersenbloeding.
- Infecties op of rond de implantatielocatie.
- Lekkage van hersenvocht, wat kan leiden tot hoofdpijn of meningitis (hersenvliesontsteking met hoofdpijn en een stijve nek).
- Verlies van evenwicht, verminderde coördinatie of licht bewegingsverlies.
- Problemen met het gezichtsvermogen.
- Schokachtige sensaties of spraakproblemen.
- Tijdelijke pijn of zwelling op de plaats van implantatie.
- Tijdelijke tintelingen in het gezicht, de armen of de benen.
Problemen kunnen optreden als delen van het DBS-systeem defect raken of bewegen, zoals een kapot apparaat, beschadigde lead of gebroken draden, of een lege batterij. In sommige gevallen kan een nieuwe operatie noodzakelijk zijn.
Risico's van hersenoperatie
De risico's van een hersenoperatie kunnen omvatten:
- Beroerte.
- Bloedstolsel of bloeding in de hersenen.
- Coma.
- Hersenzwelling.
- Infecties in de hersenen, de wond of de schedel.
- Epileptische aanvallen.
- Problemen met spraak, geheugen, spierzwakte, evenwicht, zicht, coördinatie en andere functies, die tijdelijk of permanent kunnen zijn.
- Verwardheid, die meestal enkele dagen tot weken aanhoudt.