Bètalactamantibiotica: Soorten en bijwerkingen antibiotica
Bètalactamantibiotica vormen een klasse van antibiotica die een bètalactamring in hun moleculaire structuren bevatten. Deze groep omvat penicillinederivaten (penams), cefalosporinen (cefems), monobactams en carbapenems. De meeste bètalactamantibiotica werken door de structuur van de celwand in bacteriën te remmen. Ze worden vaak voorgeschreven voor de behandeling van diverse bacteriële infecties. Bacteriën kunnen resistentie ontwikkelen tegen deze antibiotica door het aanmaken van bètalactamase, een enzym dat de bètalactamring afbreekt. Om deze resistentie te overwinnen, worden bètalactamantibiotica vaak gecombineerd met bètalactamaseremmers zoals clavulaanzuur.
Farmacokinetiek van bètalactamantibiotica
De farmacokinetiek van bètalactamantibiotica betreft de manier waarop deze stoffen in het lichaam worden geabsorbeerd, gedistribueerd, gemetaboliseerd en uitgescheiden. Dit is cruciaal voor het begrijpen van de effectiviteit en bijwerkingen van deze antibiotica. De eigenschappen van bètalactamantibiotica kunnen variëren afhankelijk van het type, de toedieningsvorm en de farmacologische kenmerken.
Absorptie van bètalactamantibiotica
De meeste bètalactamantibiotica worden goed geabsorbeerd in het maag-darmkanaal wanneer ze oraal worden ingenomen, hoewel er enkele verschillen zijn tussen de verschillende klassen. Penicillines, bijvoorbeeld, worden goed geabsorbeerd, maar worden vaak beïnvloed door voedsel, wat de absorptie kan verminderen. Cefalosporinen kunnen via orale toediening of intraveneuze injecties worden toegediend, afhankelijk van hun specificiteit en indicatie. Bij sommige antibiotica kan een vertraging in de absorptie leiden tot een verminderde effectiviteit, wat belangrijk is voor de dosering en het tijdstip van toediening.
Distributie in het lichaam
Bètalactamantibiotica worden over het algemeen goed verdeeld over de lichaamsvloeistoffen, waaronder bloed, longen en urine. Er zijn echter variaties in hun vermogen om bepaalde weefsels te bereiken. Cefalosporinen bijvoorbeeld, kunnen goed doordringen in de hersenvocht, wat essentieel is voor de behandeling van herseninfecties. Carbapenems daarentegen vertonen een breed spectrum aan distributie, maar kunnen onvoldoende concentreren in het botweefsel.
De meeste bètalactamantibiotica worden niet intensief gemetaboliseerd in de lever. In plaats daarvan worden ze grotendeels onveranderd uitgescheiden via de nieren. Dit is belangrijk voor patiënten met een verminderde nierfunctie, omdat de dosering mogelijk aangepast moet worden om toxiciteit te voorkomen. Bij een verminderde nierfunctie kan de accumulatie van de medicatie leiden tot bijwerkingen, vooral bij langdurig gebruik.
Bètalactamantibiotica en antibioticaresistentie
Antibioticaresistentie is een groeiend probleem bij het gebruik van bètalactamantibiotica. Het vermogen van bacteriën om resistentie te ontwikkelen is voornamelijk te wijten aan de productie van bètalactamase-enzymen, die de bètalactamring van de antibiotica afbreken en de effectiviteit verminderen. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van bredere en krachtigere antibiotica, evenals combinaties van bètalactamantibiotica met bètalactamaseremmers.
Bètalactamase-producerende bacteriën
Veel resistente bacteriën, zoals Escherichia coli en Staphylococcus aureus, produceren bètalactamase-enzymen die de werking van bètalactamantibiotica neutraliseren. Dit heeft geleid tot de noodzaak voor bredere antibiotica zoals cefalosporinen met een uitgebreid spectrum, evenals de toevoeging van bètalactamaseremmers zoals clavulaanzuur, dat de enzymen remt en de effectiviteit van het antibioticum herstelt.
Multiresistente bacteriën en de rol van carbapenems
Carbapenems worden vaak beschouwd als de "laatste verdedigingslinie" tegen multiresistente bacteriën, zoals van de Enterobacteriaceae familie, die resistent zijn tegen andere klassen van antibiotica. De toenemende resistentie tegen carbapenems is echter een zorg, vooral door de opkomst van carbapenemase-producerende bacteriën, die resistent zijn tegen de meeste bètalactamantibiotica.
Bijwerkingen van bètalactamantibiotica en management
Hoewel bètalactamantibiotica over het algemeen goed worden verdragen, kunnen ze verschillende bijwerkingen veroorzaken die het gebruik ervan beperken, vooral bij langdurig gebruik of bij patiënten met onderliggende aandoeningen. Deze bijwerkingen variëren van milde symptomen zoals maagklachten tot ernstigere reacties zoals allergieën of nierbeschadiging.
Gastro-intestinale bijwerkingen
Een van de meest voorkomende bijwerkingen van bètalactamantibiotica is gastro-intestinale irritatie, zoals misselijkheid, braken en diarree. Deze bijwerkingen worden vaak gemeld bij penicillines en cefalosporinen. Het is belangrijk om deze symptomen te monitoren, vooral bij langdurige behandelingen. Het aanpassen van het voedingspatroon of het gebruik van probiotica kan helpen om deze klachten te verlichten.
Allergische reacties op bètalactamantibiotica
Allergieën voor bètalactamantibiotica kunnen variëren van milde huiduitslag tot ernstige anafylaxie. De incidentie van allergische reacties is hoger bij patiënten die al allergisch zijn voor penicillines of andere bètalactamantibiotica. Bij patiënten die een ernstige allergische reactie hebben gehad, moet het gebruik van het betreffende antibiotica strikt worden vermeden. Alternatieve antibiotica moeten worden overwogen, afhankelijk van de klinische situatie.
Nierbeschadiging door bètalactamantibiotica
Langdurig gebruik van bètalactamantibiotica kan de nierfunctie beïnvloeden, vooral bij patiënten met een bestaande nierziekte. De meeste gevallen van nierbeschadiging worden gezien bij het gebruik van cefalosporinen en carbapenems. Monitoring van de nierfunctie is essentieel om acute nierbeschadiging te voorkomen, vooral bij patiënten die ook andere medicijnen gebruiken die de nieren kunnen belasten.
Hematologische bijwerkingen: neutropenie en trombocytopenie
Bètalactamantibiotica kunnen zeldzame hematologische bijwerkingen veroorzaken, zoals neutropenie (een laag aantal neutrofielen) en trombocytopenie (een laag aantal bloedplaatjes). Deze bijwerkingen komen vooral voor bij het gebruik van penicillines en cefalosporinen. Regelmatige bloedtesten zijn noodzakelijk bij langdurige therapieën om deze aandoeningen vroegtijdig te detecteren.
Individuele variaties in de effectiviteit van bètalactamantibiotica
De effectiviteit van bètalactamantibiotica kan variëren afhankelijk van genetische, fysiologische en klinische factoren bij patiënten. Deze variaties kunnen de respons op behandeling beïnvloeden en vereisen soms aanpassingen in de therapie.
Genetische factoren en antibioticaresistentie
Genetische variaties tussen patiënten kunnen invloed hebben op de afbraak en effectiviteit van bètalactamantibiotica. Sommige patiënten hebben genetische predisposities die hen vatbaarder maken voor bijwerkingen of die de werkzaamheid van bepaalde antibiotica verminderen. Het aanpassen van de behandelingskeuze op basis van genetisch advies kan de effectiviteit van de therapie verbeteren.
Fysiologische factoren die de effectiviteit beïnvloeden
Fysiologische factoren zoals nierfunctie, leverfunctie, en de aanwezigheid van comorbiditeiten kunnen de effectiviteit van bètalactamantibiotica beïnvloeden. Bij patiënten met verminderde nierfunctie, bijvoorbeeld, is het essentieel om de dosering van antibiotica te verlagen om toxiciteit te voorkomen en de effectiviteit te waarborgen.
Penicillines en soort bètalactamantibiotica
Voorbeelden
Enkele voorbeelden van penicillines zijn:
- Benzylpenicilline
- Fenoxymethylpenicilline
- Flucloxacilline
- Ampicilline
- Ticarcilline
- Piperacilline
- Clavulaanzuur
- Pivmecillinam
- Temocilline
Werkingsmechanismen
Penicilline is een smal-spectrum
antibioticum dat van nature afkomstig is van de schimmel Penicillium. Dit type antibioticum is zeer gevoelig voor penicillinases, die de bètalactamstructuur afbreken. Net als zijn derivaten (carbapenems, cefalosporinen en monobactams) doodt penicilline bacteriën door de celwandstructuur van de bacterie te verstoren, wat uiteindelijk tot de dood van de bacterie leidt.
Indicatie
Benzylpenicilline
Benzylpenicilline kan alleen parenteraal worden toegediend en is vaak het voorkeursmedicijn voor ernstige infecties, met name infectieuze
endocarditis (
ontsteking van de binnenkant van het hart),
meningokokken,
streptokokken,
gasgangreen (bacteriële infectie met ophoping van gas),
actinomycose (bacteriële infectie met zwelling en ettering),
antrax (miltvuur: infectie met symptomen aan huid en
longen) en spirochetale infecties zoals
syfilis.
Fenoxymethylpenicilline
Fenoxymethylpenicilline (penicilline V) is een oraal (via de mond ingenomen) preparaat dat voornamelijk wordt gebruikt voor de behandeling van streptokokken
faryngitis (keelontsteking veroorzaakt door streptokokkenbacteriën) en als profylaxe (preventief middel) tegen
reumatische koorts (complicatie van streptokokkeninfectie).
Flucloxacilline
Flucloxacilline wordt gebruikt bij infecties veroorzaakt door bètalactamantibioticumase (penicillinase) -producerende
stafylokokken.
Ampicilline
Ampicilline bestrijdt streptokokken, pneumokokken en enterokokken, evenals
gramnegatieve organismen zoals
Salmonella spp., Shigella spp., E. coli, H. influenzae en
Proteus spp. Het wordt veel gebruikt bij de behandeling van luchtweginfecties.
Amoxicilline heeft een soortgelijke activiteit als ampicilline, maar wordt beter geabsorbeerd wanneer het oraal wordt ingenomen.
Ticarcilline
De breed-spectrum penicilline, ticarcilline, is werkzaam tegen
pseudomonasinfecties, evenals
Piperacilline in combinatie met
Sulbactam.
Clavulaanzuur
Clavulaanzuur is een krachtige remmer van vele bacteriële bètalactamantibioticumasen en kan in combinatie met een ander effectief middel zoals amoxicilline (co-amoxiclav) of ticarcilline het werkingsspectrum van het geneesmiddel verbreden. Sulbactam werkt op dezelfde manier en is verkrijgbaar in combinatie met ampicilline, terwijl tazobactam in combinatie met piperacilline effectief is voor de behandeling van een
blindedarmontsteking,
peritonitis (ontsteking van het buikvlies door infectie in de buikholte), een
bekkenontstekingsziekte en gecompliceerde
huidinfecties. De penicilline-bètalactamantibioticumase-combinaties zijn ook actief tegen bètalactamase-producerende stafylokokken.
Pivmecillinam
Pivmecillinam heeft een significante activiteit tegen gramnegatieve bacteriën, waaronder
E. coli,
Klebsiella, Enterobacter[/I] en Salmonellae, maar werkt niet goed tegen pseudomonas.
Temocilline
Temocilline is actief tegen gramnegatieve bacteriën, inclusief bètalactamase-producers. Het is niet actief tegen
Pseudomonas of
Acinetobacter spp.
Interacties
Penicillines inactiveren
aminoglycosiden indien gemengd in dezelfde oplossing.
Bijwerkingen
Over het algemeen zijn de penicillines erg veilig. Overgevoeligheid kan optreden, zoals
huiduitslag (vaak),
netelroos,
anafylaxie,
encefalopathie (
hersenaandoening) en tubulo-
interstitiële nefritis (ontsteking van de ruimten tussen de nierbuisjes). Ampicilline veroorzaakt ook een overgevoeligheidsuitslag bij ongeveer 90% van de patiënten met
klierkoorts die dit
medicijn krijgen. Co-amoxiclav veroorzaakt zes keer vaker cholestatische
geelzucht dan amoxicilline, net als flucloxacilline.
Cefalosporines (Cefalosporinen) en Cefamycines
De cefalosporinen hebben een voordeel ten opzichte van penicillines doordat ze resistent zijn tegen penicillinase-producerende stafylokokken (maar nog steeds inactief zijn tegen
meticilline-resistente stafylokokken) en een breder bereik van activiteit hebben dat zowel gramnegatieve als grampositieve organismen omvat. Ze bereiken echter geen enterokokken en anaerobe bacteriën. Ceftazidim en cefpirom zijn actief tegen
Pseudomonas aeruginosa. Cefoxitin is een cefamycine met activiteit tegen anaerobe bacteriën.
Indicatie
Deze krachtige breedspectrumantibiotica zijn nuttig voor de behandeling van ernstige systemische infecties, vooral wanneer de precieze aard van de infectie onbekend is. Ze worden vaak gebruikt voor ernstige
sepsis (bloedvergiftiging) bij patiënten die een operatie ondergaan hebben. Ook patiënten met een
zwak immuunsysteem en dan vooral patiënten die lijden aan
leukemie en andere vormen van
kanker die
chemotherapie krijgen, zijn gebaat met cefalosporines en cefamycines. De arts zet deze medicijnen in voor de behandeling van een
longontsteking,
meningitis, peritonitis en urineweginfecties.
Interacties
Er zijn relatief weinig interacties met andere medicijnen.
Bijwerkingen
De bijwerkingen van cefalosporines en cefamycines zijn vergelijkbaar met die van penicillines, hoewel ze minder vaak voorkomen. Ongeveer 10% van de patiënten is allergisch voor beide groepen medicijnen. De vroege cefalosporinen veroorzaakten proximale tubulusbeschadiging, hoewel de nieuwere derivaten minder nefrotoxische effecten hebben (minder snel de
nier schaden).
Monobactams
Aztreonam is het enige lid van deze klasse. Het is een synthetisch bètalactamantibioticum en heeft, in tegenstelling tot penicillines en cefalosporines, geen andere ring dan de bètalactamring. Monobactams remmen de bacteriële celwandsynthese. Het is resistent tegen de meeste bètalactamantibioticumasen en veroorzaakt geen bètalactamaseproductie.
Indicatie
Het spectrum van activiteit van Aztreonam is beperkt tot aerobe gramnegatieve bacillen. Met uitzondering van urineweginfecties, dient aztreonam te worden gebruikt in combinatie met metronidazol (voor anaëroben) en een middel werkzaam tegen grampositieve kokken (een penicilline of
erytromycine). Het is een nuttig alternatief voor aminoglycosiden in combinatietherapie, grotendeels voor de behandeling van intra-abdominale sepsis.
Bijwerkingen
Een huiduitslag en incidentele abnormale leverfuncties zijn enkele bijwerkingen van monobactams.
Carbapenems
De carbapenems zijn semisynthetische bètalactamantibiotica en omvatten imipenem, meropenem en ertapenem. Ze zijn actief tegen de meeste grampositieve en gramnegatieve alsook anaerobe bacteriële pathogenen (ziekteverwekkers). Ertapenem is, in tegenstelling tot de anderen, niet actief tegen
Pseudomonas of
Acinetobacter spp. Ze verschillen in hun dosering en frequentie van toediening. Imipenem wordt gedeeltelijk geïnactiveerd in de
nieren door enzymatische inactivatie en wordt daarom toegediend in combinatie met cilastatine.
Indicatie
De arts zet carbapenems in voor de behandeling van ernstige
ziekenhuisinfecties wanneer vermoedelijk sprake is van meerdere resistente gramnegatieve bacillen of gemengde aerobe en anaerobe infecties. Carbapenems worden minder vaak gebruikt vanwege het risico op
antibioticaresistentie (verlies van werking van antibiotica).
Bijwerkingen
De bijwerkingen zijn vergelijkbaar met die van andere bètalactamantibiotica.
Misselijkheid,
braken en
diarree (
antibiotica-geassocieerde diarree) komen voor bij minder dan 5% van de patiënten. Imipenem kan soms
epileptische aanvallen veroorzaken en mag niet worden gebruikt om meningitis (hersenvliesontsteking met
hoofdpijn en een
stijve nek) te behandelen; meropenem is wel veilig in deze situatie.
Therapeutisch gebruik van bètalactamantibiotica
Bètalactamantibiotica worden breed ingezet voor de behandeling van een scala aan bacteriële infecties. Ze worden vaak gekozen vanwege hun effectiviteit en veiligheid, hoewel hun toepassing varieert afhankelijk van het type infectie en de specifieke bacteriële pathogeniteit. Het begrip van de juiste indicaties en toepassingen is essentieel voor een succesvolle behandeling.
Behandeling van luchtweginfecties
Bètalactamantibiotica, zoals amoxicilline, worden vaak voorgeschreven voor de behandeling van luchtweginfecties zoals bronchitis, sinusitis en longontsteking. De keuze van het antibioticum hangt af van de ernst van de infectie, de verwekker en de lokale resistentiepatronen. Cefalosporinen, bijvoorbeeld, worden vaker gebruikt bij zwaardere luchtweginfecties, zoals community-acquired pneumonia, omdat ze een breder spectrum van bacteriën bestrijden.
Urologische infecties en bètalactamantibiotica
Bètalactamantibiotica zijn ook van cruciaal belang voor de behandeling van urologische infecties, zoals blaasontsteking en pyelonefritis. Amoxicilline en cefalosporinen worden vaak gebruikt bij urineweginfecties, hoewel resistentie tegen sommige penicillines in de afgelopen jaren is toegenomen. Het gebruik van combinatietherapie met andere antibiotica of bètalactamaseremmers kan noodzakelijk zijn voor complexe gevallen.
Behandeling van huid- en weke delen infecties
Infecties van de huid en zachte weefsels, veroorzaakt door bacteriën zoals Staphylococcus aureus en Streptococcus pyogenes, kunnen effectief worden behandeld met bètalactamantibiotica zoals flucloxacilline (een penicilline) of cefazoline (een cefalosporine). In geval van ernstige infecties, zoals cellulitis of abcessen, kunnen bredere spectrum antibiotica nodig zijn, afhankelijk van de bacteriële resistentie.
Bijwerkingen en toxische reacties van bètalactamantibiotica
Hoewel bètalactamantibiotica over het algemeen goed verdragen worden, kunnen ze toch toxische reacties veroorzaken die de veiligheid van hun gebruik beïnvloeden. Het monitoren van bijwerkingen is essentieel om ernstige complicaties te voorkomen.
Hepatotoxiciteit van bètalactamantibiotica
Sommige bètalactamantibiotica, zoals bepaalde cefalosporinen (bijvoorbeeld ceftriaxon), kunnen hepatotoxiciteit veroorzaken, vooral bij langdurig gebruik. Hepatitis of een verhoging van leverenzymen komt voor bij een klein percentage van de patiënten. Bij het optreden van leverafwijkingen kan het nodig zijn de medicatie te stoppen en alternatieven te overwegen.
Neurotoxiciteit en het centrale zenuwstelsel
Een zeldzame maar ernstige bijwerking van bètalactamantibiotica is neurotoxiciteit, die zich kan manifesteren als toevallen, verwarring of hallucinaties. Dit komt vaak voor bij het gebruik van cefalosporinen, vooral in combinatie met nierfunctiestoornissen. Het is belangrijk om bij risicopatiënten (zoals ouderen of mensen met een verminderde nierfunctie) de dosis zorgvuldig te controleren en neurologische symptomen nauwlettend in de gaten te houden.
Effecten op het microbioom en antibiotica-geassocieerde diarree
Een veelvoorkomende bijwerking van bètalactamantibiotica is het verstoren van het darmmicrobioom, wat kan leiden tot antibiotica-geassocieerde diarree (AAD). Deze diarree kan mild zijn of ernstigere vormen aannemen, zoals Clostridium difficile infecties, die leiden tot pseudomembraneuze colitis. Het gebruik van probiotica of het beperken van de duur van antibiotica kan helpen bij het voorkomen van deze complicatie.
Bètalactamantibiotica bij specifieke patiëntengroepen
Bètalactamantibiotica worden vaak voorgeschreven aan kwetsbare patiëntengroepen, zoals ouderen, kinderen en zwangere vrouwen. De therapeutische keuzes in deze groepen moeten zorgvuldig worden afgewogen, waarbij rekening wordt gehouden met de farmacokinetiek, het risicoprofiel van bijwerkingen en eventuele interacties met andere medicijnen.
Gebruik van bètalactamantibiotica bij zwangere vrouwen
Penicillines en cefalosporinen worden vaak als veilig beschouwd tijdens de zwangerschap, omdat ze over het algemeen geen schadelijke effecten op de foetus hebben. Het is echter belangrijk om de dosering aan te passen op basis van de nierfunctie en het stadium van de zwangerschap. Hoewel deze antibiotica relatief veilig zijn, kunnen andere geneesmiddelen, zoals tetracyclines, schadelijker zijn voor de ontwikkeling van de foetus en moeten worden vermeden.
Gebruik bij kinderen: dosering en veiligheidsaspecten
Bètalactamantibiotica worden veelvuldig gebruikt bij kinderen voor de behandeling van infecties zoals otitis media en streptokokkenfaryngitis. De dosering moet nauwkeurig worden afgestemd op het gewicht en de leeftijd van het kind om bijwerkingen te voorkomen. De veiligheid van penicillines en cefalosporinen is goed gedocumenteerd, maar bij zeer jonge kinderen is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van hogere doseringen.
Toepassing bij ouderen en comorbiditeiten
Oudere patiënten kunnen vatbaarder zijn voor bijwerkingen van bètalactamantibiotica, vooral bij aanwezigheid van comorbiditeiten zoals nierziekte of leveraandoeningen. De dosering moet mogelijk worden aangepast en het gebruik van bredere spectrum antibiotica moet zorgvuldig worden overwogen om resistentie te voorkomen. Bij deze groep is ook de interactie met andere geneesmiddelen, zoals anticoagulantia of antihypertensiva, een belangrijk aandachtspunt.
Bètalactamantibiotica in combinatie met andere therapieën
Het gebruik van bètalactamantibiotica in combinatie met andere geneesmiddelen kan de effectiviteit vergroten, maar ook het risico op bijwerkingen verhogen. Combinatietherapie wordt vaak toegepast om bredere spectrum behandelingen mogelijk te maken of om de effectiviteit tegen resistentie te verbeteren.
Combinatie van bètalactamantibiotica met aminoglycosiden
Bij ernstige infecties, zoals endocarditis of sepsis, worden bètalactamantibiotica vaak gecombineerd met aminoglycosiden (zoals gentamicine) om de effectiviteit te vergroten. Deze combinatie heeft een synergistisch effect, maar verhoogt het risico op nefrotoxiciteit, vooral bij langdurig gebruik. Regelmatige controle van nierfunctie is essentieel bij patiënten die deze combinatietherapie ondergaan.
Combinatietherapie met bètalactamaseremmers
Om resistentie te bestrijden, worden bètalactamantibiotica vaak gecombineerd met bètalactamaseremmers zoals clavulaanzuur, sulbactam of tazobactam. Deze combinaties helpen de effectiviteit van de antibiotica tegen resistentie te behouden. Dit is bijzonder nuttig bij infecties die veroorzaakt worden door bètalactamase-producerende bacteriën.
Praktische tips voor het leven met / omgaan met bètalactamantibiotica
Wees alert op mogelijke allergische reacties
Bètalactamantibiotica kunnen in sommige gevallen allergische reacties veroorzaken. Het is belangrijk om alert te zijn op symptomen zoals huiduitslag, jeuk, zwelling van de lippen of tong, en moeite met ademhalen. Als je één van deze symptomen ervaart, zoek dan onmiddellijk medische hulp. Zorg ervoor dat je arts op de hoogte is van je allergieën, zodat je de juiste antibiotica kunt krijgen zonder risico op reacties.
Volg het voorgeschreven schema strikt op
Om ervoor te zorgen dat de bètalactamantibiotica effectief werken, is het belangrijk dat je het voorgeschreven medicijn volgens het schema van je arts inneemt. Dit betekent dat je de antibiotica op de juiste tijden en in de juiste doseringen moet gebruiken. Het niet afmaken van de voorgeschreven kuur kan leiden tot resistentie of herinfectie. Zorg er dus voor dat je de gehele kuur afmaakt, zelfs als je je beter begint te voelen.
Let op mogelijke maag- en darmklachten
Sommige bètalactamantibiotica kunnen bijwerkingen veroorzaken, zoals maagklachten, diarree of misselijkheid. Om deze bijwerkingen te verlichten, kun je proberen om de antibiotica met voedsel in te nemen, tenzij je arts anders heeft geadviseerd. Als je last hebt van ernstige maagklachten of diarree, is het belangrijk om dit met je arts te bespreken.
Vermijd interacties met andere medicijnen
Bètalactamantibiotica kunnen interacties hebben met andere medicijnen die je mogelijk gebruikt. Informeer je arts altijd over alle andere medicatie die je inneemt, inclusief vrij verkrijgbare medicijnen, kruidenmiddelen of supplementen. Sommige medicijnen kunnen de werking van de antibiotica verstoren, waardoor je behandeling minder effectief is.
Houd je arts op de hoogte van je medische voorgeschiedenis
Als je een medische geschiedenis hebt van nier- of leveraandoeningen, is het belangrijk om dit te melden aan je arts voordat je bètalactamantibiotica krijgt voorgeschreven. In sommige gevallen kan je arts de dosering aanpassen of een ander type antibioticum voorschrijven dat beter geschikt is voor jouw situatie.
Let op tekenen van ernstige bijwerkingen
Hoewel bijwerkingen meestal mild zijn, kunnen ernstige reacties optreden, zoals koorts, ernstige diarree, of ademhalingsproblemen. Als je deze symptomen ervaart tijdens het gebruik van bètalactamantibiotica, neem dan onmiddellijk contact op met je arts. Het is belangrijk om snel te handelen om complicaties te voorkomen.
Lees verder