Chronische pancreatitis: Aanhoudende ontsteking alvleesklier
De alvleesklier (het pancreas) is een orgaan dat zich in de buik, achter de maag en onder de ribbenkast bevindt. Het orgaan produceert belangrijke enzymen en hormonen die helpen voedsel af te breken en te verteren. Het maakt ook insuline aan om de niveaus van suiker in het bloed te matigen. Chronische pancreatitis is een langdurige, progressieve ontstekingsziekte van het pancreas die leidt tot een permanente afbraak van de structuur en functie van de alvleesklier. Pijn in de bovenbuik is één van de kenmerkende symptomen van chronische pancreatitis. De arts behandelt de klachten via medicatie, chirurgie en/of medische procedures. Soms treden wel complicaties op bij deze aanhoudende alvleesklieraandoening. Een gezonde levensstijl vermindert tot slot de kans op het krijgen van chronische pancreatitis.
Oorzaken van aanhoudende alvleesklierontsteking
Chronische pancreatitis is meestal een complicatie van terugkerende episodes van
acute pancreatitis. Deze aandoening leidt tot permanente schade aan het pancreas.
Acute pancreatitis ontstaat wanneer trypsine wordt geactiveerd in de alvleesklier. De alvleesklier produceert het enzym trypsine, dat wordt vrijgegeven in de darmen. Het enzym breekt daar eiwitten af als onderdeel van de spijsvertering. Trypsine is inactief totdat het de darmen heeft bereikt. Als trypsine in het pancreas wordt geactiveerd, begint het in de alvleesklier zelf te verteren, wat leidt tot irritatie en een
ontsteking van de alvleesklier, waardoor sprake is van acute pancreatitis.
Alcoholmisbruik is de vaakst voorkomende oorzaak van chronische pancreatitis /
Bron: Jarmoluk, Pixabay
Alcoholmisbruik
In ontwikkelde landen is
overmatig alcoholgebruik veruit de meest voorkomende oorzaak van chronische
pancreatitis, goed voor 60-80% van alle patiënten met chronische ontsteking van de alvleesklier.
Auto-immuun chronische pancreatitis
Auto-immuun chronische pancreatitis komt ook voor. Dit komt vooral tot uiting bij mannen van middelbare leeftijd en is geassocieerd met verhoogde niveaus van IgG4. Naast pancreasgerelateerde complicaties lijden deze patiënten vaak aan andere
auto-immuunaandoeningen, zoals een
galwegaandoening, het
syndroom van Sjögren (aandoening met
droge ogen,
droge mond en
droge keel) en een
nierziekte.
Erfelijke chronische pancreatitis
Erfelijke chronische pancreatitis is een autosomaal dominante aandoening met diverse mogelijke genmutaties (wijzigingen in genen). De genen waarin wijzigingen optreden, bevinden zich op de lange arm van chromosoom 7.
Taaislijmziekte
Bijna alle patiënten met
taaislijmziekte (mucoviscidose: verstopping van organen) lijden aan chronische pancreatitis, meestal vanaf de geboorte. Genetische mutaties van mucoviscidose zijn ook geïdentificeerd bij patiënten met chronische pancreatitis die geen andere symptomen van taaislijmziekte hebben.
Tropische chronische pancreatitis
Tropische chronische pancreatitis komt vaak voor bij kinderen en jongvolwassenen. De etiologie is onbekend, maar mogelijk spelen genetische factoren en omgevingsfactoren een rol.
Verstopping van alvleesklierkanaal
Een obstructie (verstopping) van het alvleesklierkanaal als gevolg van een goedaardig of kwaadaardig proces leidt mogelijk ook tot chronische pancreatitis. Aangeboren afwijkingen van de ductus pancreaticus zijn hierbij betrokken.
Symptomen: Pijn in bovenbuik
Beginstadium
Pijn is de meest voorkomende presentatie van aanhoudende pancreatitis. Patiënten lijden meestal aan
epigastrische pijn (pijn boven het maaggebied). De
pijn straalt vaak uit naar de rug. Het pijnpatroon kan episodisch zijn, met korte perioden van hevige pijn of chronische niet-aflatende pijn. Pijnopflakkeringen volgen vaak na een volgende alcoholinname, hoewel dit niet altijd en bij alle patiënten het geval is. Tijdens perioden van
buikpijn is een
verlies aan eetlust gebruikelijk en is het
gewichtsverlies soms ernstig. Dit is vooral het geval bij patiënten met chronische niet-aflatende symptomen. Tijdens de pijnepisodes komen
misselijkheid en
braken mogelijk ook voor. Tot slot is mogelijk sprake van een
stinkende ontlasting.
Later stadium
Naarmate de ziekte voortschrijdt, worden de episodes van pijn frequenter en ernstiger. Sommige patiënten lijden uiteindelijk aan
constante buikpijn.
Naarmate een aanhoudende alvleesklierontsteking voortschrijdt en het vermogen van de pancreas om spijsverteringssappen te produceren verslechtert, treden mogelijk de volgende symptomen op:
Exocriene pancreasinsufficiëntie en endocriene pancreasinsufficiëntie ontwikkelen zich mogelijk op elk moment. Sommige patiënten hebben hierbij geen buikpijn, maar presenteren zich soms met
malabsorptie (slechte opname van voedingsstoffen) of
diabetes mellitus (doordat de alvleesklier geen insuline meer kan produceren).
Geelzucht als gevolg van een
galwegobstructie (verstopping van galwegen) is bij een klein aantal patiënten ook aanwezig.
Diagnose en onderzoeken
Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Diagnostisch onderzoek
De mate waarin onderzoeken nodig zijn, is afhankelijk van de klinische presentatie. Bij een patiënt met bekend alcoholmisbruik en typische pijn zijn slechts een paar bevestigende onderzoeken vereist. De arts zet een
bloedonderzoek, een
CT-scan, een
MRI-scan, een magnetische resonantie cholangiopancreatografie (MRCP)-scan, een endoscopische retrograde cholangiopancreatografie (
ERCP) en/of een endoscopische
echografie in.
Differentiële diagnose
Alvleesklierkanker is een differentiële diagnose van een chronische alvleesklierontsteking. Een
carcinoom van het pancreas (alvleesklierkanker) reproduceert veel van de symptomen en beeldvormende afwijkingen die vaak worden gezien bij chronische pancreatitis. Aanzienlijke moeilijkheden voor het stellen van de diagnose treden mogelijk op wanneer de patiënt alvleesklierkanker heeft op de achtergrond van vastgestelde chronische pancreatitis. Deze laatste is namelijk een erkende voorloper van
kanker aan het pancreas.
Behandeling van aanhoudende ontsteking van alvleesklier
Medicijnen behandelen buikpijn /
Bron: Stevepb, Pixabay
Buikpijn
Voor kortstondige opflakkeringen van pijn is een combinatie van een niet-steroïde anti-inflammatoir geneesmiddel (
NSAID) en een
opiaat (zoals Tramadol) meestal voldoende voor een symptomatische verlichting. Bij patiënten met chronische niet-aflatende pijn kan dit mogelijk ontoereikend zijn en ontstaat de kans op
opiaatverslaving. De arts zet tricyclische
antidepressiva (bijvoorbeeld amitriptyline) in voor chronische pijn, waardoor de behoefte aan opiaten vermindert. Bij de meerderheid van de patiënten treedt na verloop van tijd enige spontane verbetering van de pijn op. Na een periode van zes tot tien jaar is ongeveer 60% van de patiënten pijnvrij. Voor patiënten met recidiverende ernstige of invaliderende chronische pijn kan zowel een endoscopische als chirurgische behandeling overwogen worden, maar met beperkt succes.
Diabetes mellitus
Diabetes mellitus, geassocieerd met endocriene insufficiëntie van het pancreas, is soms moeilijk te bestrijden, met een snelle progressie van orale (via de mond ingenomen) hypoglykemische (bloedsuikerverlagende) middelen naar een insulinebehoefte. Problemen met de bloedsuikerregulatie zijn een veelvoorkomend probleem dat het gevolg is van onvoldoende productie van glucagon door de beschadigde alvleesklier.
Vetdiarree
De steatorroe (vetdiarree) die gepaard gaat met pancreasinsufficiëntie (onvoldoende werking van de alvleesklier) is soms ernstig, met tot 30 mmol vet die een patiënt per 24 uur verliest. Dit verbetert meestal met supplementen voor pancreasenzymen. De huidige preparaten verminderen de problemen van zuurafbraak in de maag. Een zuurremmer (H2-receptorantagonist of
protonpompinhibitor) wordt mogelijk ook gegeven. Toch blijft malabsorptie bij een deel van de patiënten aanwezig, meestal als gevolg van de ontoereikende menging van de alvleeskliersupplementen met het voedsel en de lage pH in de twaalfvingerige darm. Dit is te wijten aan een ontoereikende productie van bicarbonaat in het pancreas. De patiënt moet normaal gesproken de vetinname niet verminderen tot onder de aanbevolen niveaus van een normale voeding, omdat dit mogelijk bijdraagt aan
ondervoeding bij patiënten met aanhoudende pancreatitis.
Prognose van alvleesklieraandoening
De prognostische factoren die geassocieerd zijn met chronische pancreatitis zijn leeftijd bij de diagnose, roken, een voortgezet gebruik van alcohol en de aanwezigheid van
levercirrose. Het totale overlevingspercentage is 70% na tien jaar en 45% na twintig jaar.
Complicaties van chronische ontsteking van pancreas
Ascites
Pancreasascites (
vochtophoping in de alvleesklier) en soms
pleura-effusies (vochtophopingen tussen borstvlies en longvlies) kunnen een direct gevolg zijn van chronische pancreatitis wanneer er sprake is van een verstoring van het hoofdkanaal van de alvleesklier. Dergelijke verstoringen van het hoofdkanaal van de alvleesklier vereisen een chirurgische interventie.
Pancreatische pseudocyste
De meest voorkomende structurele complicatie van chronische pancreatitis is een pancreatische pseudocyste. Dit is een verzameling weefsel, vloeistof, puin, pancreasenzymen en bloed in de buik, veroorzaakt door lekkage van spijsverteringsvloeistoffen die uit een defect pancreaskanaal ontsnappen. Deze vloeistofverzameling treedt meestal op bij een periode van verhoogde ontstekingsactiviteit in de alvleesklier. Dit resulteert in buikpijn, maar soms ontwikkelt deze complicatie zich zonder symptomen. Een scheur in of achter het peritoneum (buikvlies), een
inwendige bloeding of een infectie van de cyste treden mogelijk op. De grotere cysten sluiten soms nabijgelegen structuren af, waaronder de twaalfvingerige darm (
darmobstructie) en het galkanaal. Bij pseudocysten met een diameter kleiner dan zes cm is soms een spontaan herstel mogelijk. Bij grotere
cysten die langer dan zes weken aanwezig zijn, is een spontaan herstel minder gebruikelijk en ontstaan in 30% van de gevallen complicaties. Veel pseudocysten bevinden zich dicht bij de achterwand van de
maag of de twaalfvingerige darm en zijn succesvol endoscopisch af te voeren (draineren). De arts gebruikt hiervoor een endoscopische echografie om de optimale drainageplaats te identificeren. Deze aanpak is in ongeveer 75% van de gevallen succesvol. Wanneer endoscopische therapie niet lukt of wanneer de pseudocyste door zijn structuur / locatie niet benaderd kan worden, is een chirurgische drainage vereist.
Stress, angst en depressie
De ziekte heeft een effect op het psychologische en emotionele welzijn van de patiënt. Constante of
terugkerende pijn, die vaak ernstig is, veroorzaakt mogelijk
angst,
prikkelbaarheid,
stress en een
depressie.
Verhoogd risico op alvleesklierkanker
Patiënten met aanhoudende pancreatitis hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van pancreaskanker. Als de symptomen verergeren, vooral de vernauwing van de ductus pancreaticus, kan dit wijzen op kanker van de alvleesklier. De arts bestelt dan een CT-scan, een MRI-scan of een
endoscopisch onderzoek om dit te bevestigen.
Andere complicaties
Minder frequente complicaties zijn
miltadertrombose met portale hypertensie en pseudo-aneurysma-vorming van de miltslagader.
Stoppen met roken vermindert de progressie van de ziekte /
Bron: Geralt, PixabayPreventie van chronische pancreatitis
Stoppen met drinken van alcohol
Bij patiënten met alcoholgerelateerde chronische pancreatitis is een langdurige onthouding nuttig om verdere schade aan het pancreas te voorkomen.
Stoppen met roken
Roken is geen oorzaak van pancreatitis, maar het kan de progressie van de ziekte versnellen.
Lees verder