Goodpasture-syndroom: Symptomen aan nieren en longen
Het Goodpasture-syndroom is een zeldzame aandoening waarbij de nieren en longen zijn aangetast. Een foute reactie van het immuunsysteem veroorzaakt namelijk bloedingen in de luchtzakjes (alveoli) van de longen en een ontsteking in de nierglomeruli. De symptomen verergeren snel waardoor het falen van deze organen optreedt. Om deze ernstige ziekte te behandelen, zet de arts plasmaferese, medicijnen, voedingsaanpassingen en mogelijk andere therapieën in. Onbehandeld leidt de ziekte tot de dood dus een snelle diagnose is belangrijk. De Amerikaanse patholoog Ernest Goodpasture (1886–1960) beschreef voor het eerst deze aandoening in 1919.
Synoniemen Goodpasture-syndroom
Synoniemen voor het Goodpasture-syndroom zijn:
- anti-GBM-glomerulonefritis (GBM = glomerulaire basale membraan)
- antiglomerular basaal membraan antilichaam ziekte
- glomerulonefritis - longbloeding
- pulmonaal niersyndroom
- snel progressieve glomerulonefritis met pulmonale bloeding
Epidemiologie van het Goodpasture-syndroom
De incidentie van het Goodpasture-syndroom bedraagt naar schatting 0,5-1,8 gevallen per miljoen per jaar in zowel Europese als Aziatische bevolkingsgroepen. De aandoening is goed voor 1-5% van alle soorten
glomerulonefritis (nierfilterontsteking:
ontsteking van de vaatkluwens in de nierschors, vorm van een
nierontsteking) en 10-20% van crescentische glomerulonefritis. Mannen worden acht keer vaker getroffen door het Goodpasture-syndroom dan vrouwen. De ziekte komt het meest voor in de vroege volwassenheid (20-30 jaar), maar er is ook een piek bij mensen tussen 60 en 70 jaar. Maori's van Nieuw-Zeeland zijn het vaakst aangetast. Bovendien komt de ziekte het meest voor bij mensen met een blanke huidskleur.
Mechanisme
Goodpasture-syndroom wordt veroorzaakt door een auto-immuunreactie gericht tegen het glomerulaire basaalmembraan in de nieren en het alveolaire basaalmembraan in de longen.
Autoantilichamen en hun rol
De aandoening wordt gekenmerkt door de productie van anti-GBM-antilichamen (anti-glomerulaire basaalmembraan). Deze antilichamen binden aan type IV collageen, een belangrijk bestanddeel van het basaalmembraan.
Ontsteking en weefselschade
De binding van de antilichamen activeert het complementsysteem, wat leidt tot een ontstekingsreactie. Deze reactie veroorzaakt schade aan de glomeruli in de nieren en de alveolaire structuren in de longen.
Progressie van orgaanschade
Bij nieren leidt de ontsteking tot glomerulonefritis, wat zich kan ontwikkelen tot acuut nierfalen. In de longen veroorzaakt het bloedingen, wat leidt tot hemoptoë en ademhalingsproblemen.
Oorzaken van het Goodpasture-syndroom
Het Goodpasture-syndroom wordt veroorzaakt door een auto-immuunreactie waarbij het immuunsysteem gezonde weefsels in de longen en nieren aanvalt. De onderliggende oorzaken kunnen worden onderverdeeld in genetische, immunologische en omgevingsfactoren.
Auto-immuunmechanisme
De primaire oorzaak van Goodpasture-syndroom is de productie van autoantilichamen gericht tegen het glomerulaire en alveolaire basaalmembraan. Deze antilichamen herkennen en binden specifiek aan type IV collageen, wat leidt tot ontsteking en weefselschade.
Genetische predispositie
Genetische factoren spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het syndroom. Specifieke HLA-typen, zoals HLA-DR15 en HLA-DR4, zijn sterk geassocieerd met een verhoogd risico. Deze genetische markers reguleren de immuunrespons en kunnen een overactieve reactie bevorderen.
Roken en toxische blootstelling
Omgevingsfactoren, zoals roken, verhogen de doorlaatbaarheid van het alveolaire basaalmembraan, wat het vatbaarder maakt voor auto-immuunschade. Blootstelling aan toxines, zoals organische oplosmiddelen en stofdeeltjes, kan vergelijkbare effecten hebben en wordt vaak gezien bij patiënten met het syndroom.
Virale of bacteriële triggers
Sommige infecties, zoals virale luchtweginfecties, worden in verband gebracht met de aanmaak van autoantilichamen. Het is mogelijk dat infectieuze agentia het immuunsysteem activeren en kruisreacties veroorzaken met lichaamseigen weefsels.
Geneesmiddelen en blootstelling aan chemicaliën
In zeldzame gevallen kunnen bepaalde geneesmiddelen of blootstelling aan chemicaliën een immuunreactie uitlokken die leidt tot de productie van anti-GBM-antilichamen. Het exacte mechanisme blijft onduidelijk, maar dit kan een trigger zijn bij genetisch kwetsbare patiënten.
Rol van leeftijd en geslacht
Hoewel niet direct een oorzaak, lijkt de bimodale verdeling in leeftijdsgroepen te wijzen op specifieke levensfase-gerelateerde factoren. Mannen zijn vaker getroffen dan vrouwen, wat suggereert dat hormonale verschillen mogelijk een rol spelen in het ziekteproces.
Risicofactoren
Verschillende factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan van Goodpasture-syndroom, hoewel niet iedereen met deze factoren de ziekte ontwikkelt.
Genetische predispositie
Er is een sterk verband met genetische markers zoals HLA-DR15 en HLA-DR4, die de immuunrespons reguleren. Patiënten met deze markers hebben een verhoogde kans op de ziekte.
Roken
Roken verhoogt de doorlaatbaarheid van het alveolaire basaalmembraan, waardoor het gevoeliger wordt voor schade door antilichamen.
Blootstelling aan toxines
Blootstelling aan organische oplosmiddelen of stofdeeltjes kan longweefsel beschadigen en de kans op Goodpasture-syndroom vergroten.
Virale infecties
Sommige infecties worden geassocieerd met verhoogde auto-immuunactiviteit, wat het risico op Goodpasture-syndroom kan verhogen.
Risicogroepen
De ziekte treft specifieke groepen die gevoelig zijn voor de combinatie van genetische, omgevings- en gedragsfactoren.
Rokers
Rokers hebben een significant verhoogd risico vanwege de schade die roken veroorzaakt aan het basaalmembraan in de longen.
Patiënten met een voorgeschiedenis van blootstelling aan toxines
Personen die beroepsmatig worden blootgesteld aan organische oplosmiddelen of zware metalen lopen een hoger risico.
Jongvolwassenen en ouderen
De piekincidentie bij jongvolwassenen en ouderen wijst op specifieke risicofactoren in deze leeftijdsgroepen, zoals hormonale of immunologische veranderingen.
Genetisch kwetsbare patiënten
Patiënten met een familiaire aanleg voor
auto-immuunziekten lopen een verhoogd risico.
Symptomen
De symptomen van het Goodpasture-syndroom ontwikkelen zich soms heel langzaam gedurende maanden of zelfs jaren. Bij andere patiënten ontwikkelen de symptomen zich echter zeer snel, gedurende enkele dagen tot weken. Veel voorkomende vroege symptomen zijn
verlies van eetlust, een algemeen ziek gevoel, koude
rillingen,
koorts,
spierpijn,
vermoeidheid en
zwakte. Daarnaast zijn de longen en/of nieren getroffen, waarbij de symptomen variëren in ernst en uitgebreidheid.
Pijn op de borst komt voor bij het Goodpasture-syndroom /
Bron: Pexels, Pixabay
Longen
Bij longgerelateerde symptomen moet de patiënt
bloed ophoesten, heeft hij
pijn op de borst (bij 50% van de patiënten), heeft hij tevens een droge
hoest en lijdt hij aan
kortademigheid. Bij een massieve longbloeding heeft de patiënt
ademhalingsproblemen. Deze tekenen zijn het gevolg van ijzerstapeling (hemosiderose) in de longen.
Nieren
Bij het plassen treedt een branderig en
pijnlijk gevoel op. De patiënt heeft tevens
bloed in de urine (hematurie). Bovendien heeft de patiënt een
bleke huidskleur en een zwelling (
oedeem) in een deel van het lichaam (vooral in de
benen).
Misselijkheid en
braken zijn andere symptomen van het Goodpasture-syndroom.
Alarmsymptomen
Het vroegtijdig herkennen van alarmsymptomen kan de diagnose versnellen en de prognose verbeteren.
Hemoptoë (bloed ophoesten)
Dit is vaak een van de eerste symptomen van pulmonaire betrokkenheid en vereist onmiddellijke medische aandacht.
Snelle verslechtering van de nierfunctie
Acute nierinsufficiëntie gepaard met hematurie (bloed in de urine) is een belangrijk teken van de ziekte.
Kortademigheid en vermoeidheid
Deze symptomen kunnen wijzen op pulmonaire bloeding en verminderde zuurstofopname.
Bleekheid en anemie
Pulmonaire bloeding kan leiden tot bloedarmoede, wat zich uit in bleekheid en chronische vermoeidheid.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Een lichamelijk onderzoek onthult bij 20% van de patiënten tekenen van hoge bloeddruk (
hypertensie), een versnelde ademhaling (
tachypneu) en een vochtophoping (bijvoorbeeld in de vorm van
gezwollen benen,
gezwollen handen en/of
gezwollen voeten). De arts hoort verder abnormale harttonen en
longgeluiden (krakend geluid bij inademen:
reutels) wanneer hij met zijn stethoscoop luistert naar de borst (
auscultatie). Ook lijdt de patiënt aan
cyanose (blauwverkleuring van de huid en slijmvliezen). Voorts is soms de lever vergroot (
hepatomegalie) of de milt vergroot (
splenomegalie). Een
huiduitslag is ook mogelijk zichtbaar bij het Goodpasture-syndroom. Tot slot heeft de patiënt soms
rugpijn onder de ribben.
Diagnostisch onderzoek
Een
urineonderzoek geeft vaak abnormale resultaten aan. Dit uit zich in bloed in de urine (hematurie) en eiwit in de urine (
proteïnurie) en tevens is vaak sprake van
schuimende urine. Bij een
bloedonderzoek bemerkt de arts abnormale rode bloedcellen en een tekort aan bloedcellen (
anemie). Ook zijn in het bloed antilichamen te vinden die de longen en nieren aanvallen. Daarnaast maakt de arts een
thoraxfoto (
röntgenfoto van de
borstkas), een
longbiopsie en een
nierbiopsie.
Differentiële diagnose
Aandoeningen die de longen en nieren aantasten, zijn belangrijk bij de differentiële diagnose van het Goodpasture-syndroom:
Behandeling via plasmaferese, medicatie en voeding
Plasmaferese
De arts wil de antilichamen uit het bloed verwijderen en dat bewerkstelligt hij door middel van een
plasmaferese. Deze behandeling verwijdert bloed uit het lichaam en vervangt het plasma met vloeistof, eiwit of geschonken plasma. Doordat de schadelijke antilichamen verdwijnen, vermindert de ontsteking in de nieren en de longen.
Medicijnen zijn nodig voor de behandeling van het Goodpasture-syndroom /
Bron: Stevepb, Pixabay
Medicatie
Corticosteroïde geneesmiddelen (zoals prednison) en andere
geneesmiddelen die het immuunsysteem onderdrukken zijn eveneens inzetbaar. Daarnaast is het belangrijk dat de patiënt de bloeddruk op een normaal peil houdt, want dit vertraagt de nierbeschadiging. Hiervoor krijgt de patiënt medicijnen om de hoge bloeddruk te verlagen, zoals angiotensine converting enzyme remmers (
ACE-remmers) en angiotensine receptor blokkers (ARB's). Verder krijgt de patiënt mogelijk het advies om de inname van zout en vocht te verminderen om de zwelling te beperken.
Voeding
In sommige gevallen is een voeding die laag is aan eiwitten aanbevolen.
Dialyse en niertransplantatie
Daarnaast krijgt de patiënt nauwgezet controles bij de arts zodat deze in staat is om tijdig tekenen van
nierfalen op te sporen. Bij ernstig nierfalen heeft de patiënt nierdialyse nodig. Is de nierfunctie permanent aangetast, dan is een niertransplantatie een behandelingsmogelijkheid. De transplantatie is echter pas mogelijk wanneer het niveau van schadelijke antilichamen gedaald is.
Leven met het Goodpasture-syndroom
Voor patiënten met het Goodpasture-syndroom kan de aandoening een ingrijpende impact hebben op hun dagelijks leven. Het omgaan met chronische medische behandelingen, regelmatig medisch toezicht en het aanpassen van levensstijl en voeding zijn cruciale aspecten van het leven met deze aandoening. Ondersteuning door zorgverleners en deelname aan ondersteuningsgroepen kunnen helpen bij het beheren van de ziekte en het verbeteren van de kwaliteit van leven.
Prognose
Een vroege diagnose is belangrijk. Een agressieve behandeling met plasmaferese, corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers) en immunosuppressiva verbetert drastisch de prognose. De vijfjaarsoverleving bedraagt bij snel behandelde patiënten rond de 80%. De vooruitzichten zijn echter veel slechter als de nieren al zwaar beschadigd zijn. De longschade varieert van mild tot ernstig, maar meestal treedt geen langdurige longschade op. Het meest ernstige gevolg van het Goodpasture-syndroom is nierfalen, waardoor voor ongeveer 30% van de patiënten uiteindelijk dialyse of een niertransplantatie nodig zal zijn.
Complicaties van het Goodpasture-syndroom
Onbehandeld leidt het Goodpasture-syndroom tot:
Zonder behandeling komt de patiënt uiteindelijk vrijwel altijd te overlijden als gevolg van het Goodpasture-syndroom.
Preventie
Preventieve strategieën richten zich op het verminderen van bekende risicofactoren en het vroeg herkennen van symptomen.
Rookstop
Het vermijden van roken is cruciaal om schade aan het longweefsel te voorkomen en het risico op ziekte te verlagen.
Bescherming tegen toxines
Het gebruik van beschermende apparatuur bij blootstelling aan schadelijke stoffen is essentieel voor preventie.
Regelmatige medische controle
Patiënten met een familiaire aanleg of blootstelling aan risicofactoren zouden regelmatig gecontroleerd moeten worden om vroege tekenen van de ziekte te detecteren.