Peritonsillair abces: Pijn door complicatie van tonsillitis
Een abces is een verzameling pus die zich vormt onder de huid of in het lichaam na een infectie. Een peritonsillair abces vormt zich in de keelweefsels naast één van de keelamandelen nadat deze geïnfecteerd zijn (tonsillitis). Pijn, zwelling en soms ook een verstopping van de keel zijn mogelijke symptomen van een peritonsillair abces. In ernstige gevallen komen slik-, spreek- en ademhalingsproblemen voor. De behandeling bestaat uit het behandelen van de pijn, het afvoeren van het pus uit het abces en een antibioticakuur. Een behandeld peritonsillair abces kent goede resultaten bij veruit de meeste patiënten, al komt het abces af en toe wel terug. Tot slot komen complicaties wanneer het abces geen behandeling krijgt.
Oorzaken: Complicatie van tonsillitis
Een peritonsillair
abces is meestal een complicatie van tonsillitis. De infectie van de
keelamandelen verspreidt zich naar de zachte weefsels waardoor een abces gevormd wordt nabij een keelamandel.
Streptokokkenbacteriën veroorzaken meestal een infectie in het zachte weefsel rondom de amandelen (meestal slechts aan één kant). Dit zijn dezelfde bacteriën die een
keelontsteking veroorzaken. De bacteriën, die zonder zuurstof kunnen leven, dringen dan via nabijgelegen
lymfeklieren het weefsel binnen.
Ook andere bacteriën veroorzaken af en toe een peritonsillair abces:
Risicofactoren van peritonsillair abces
Het
abces komt sneller tot stand door één of meer van volgende risicofactoren:

Hoofdpijn komt mogelijk voor /
Bron: Concord90, PixabaySymptomen: Pijn en zwelling in keel
Het eerste symptoom van peritonsillair abces is meestal een
pijnlijke keel. Wanneer het abces zich ontwikkelt, volgt een periode van twee à vijf dagen zonder koorts of andere symptomen. Volgende symptomen komen mogelijk voor:
Alarmsymptomen
Slikproblemen,
ademhalingsproblemen, spreekproblemen,
kwijlen of andere tekenen van een mogelijke belemmering van de luchtwegen (luchtwegobstructie) zijn alarmtekenen. De patiënt zoekt hiermee onmiddellijk de spoedeisende hulp van een ziekenhuis op.
Diagnose en onderzoeken
Vraaggesprek en lichamelijk onderzoek
Meestal is de arts in staat om een peritonsillair abces te diagnosticeren op basis van de anamnese (vraaggesprek) en een lichamelijk onderzoek. Een peritonsillair abces is gemakkelijk te diagnosticeren wanneer het groot genoeg is om te zien. Het abces is zichtbaar in de achterkant van de keel en het oogt als een witte en gezwollen
blaar of puist. De arts kijkt in de mond met behulp van een lichtje en indien mogelijk ook een tongspatel. Hij bemerkt een zwelling en roodheid aan één kant van de keel nabij een keelamandel op, hetgeen wijst op de aanwezigheid van een abces. De arts duwt ook voorzichtig met een gehandschoende vinger op het gebied om te zien of pus aanwezig is (wat wijst op een infectie).
Diagnostisch onderzoek
Normaal gesproken zijn laboratoriumonderzoeken niet nuttig voor het opsporen van een peritonsillair abces. De arts voert af en toe wel een
bloedonderzoek uit om zeker te zijn dat de virale infectie klierkoorts niet aanwezig is. Sommige artsen beweren namelijk dat tot één op de vijf patiënten met een peritonsillair abces lijdt aan klierkoorts.
Differentiële diagnose
Soms voert de arts een
röntgenfoto, een
echografie, een
CT-scan en/of een
MRI-scan uit om andere aandoeningen aan de hogere luchtwegen uit te sluiten zoals:
- een retrofaryngeus abces: een zakje met pus dat zich vormt onder het zachte weefsel achteraan in de keel (vergelijkbaar met een peritonsillair abces maar dan op een andere locatie)
- epiglottitis: een levensbedreigende ontsteking van de epiglottis (strotklepje)
- peritonsillaire cellulitis: een infectie van het zachte weefsel zelf (een peritonsillair abces vormt zich onder het oppervlak van het weefsel)
Mogelijk stuurt de arts ook een deel van de pus uit het abces naar het laboratorium. Dit is nodig om de exacte bacteriën te identificeren die leiden tot het peritonsillair abces. De behandeling is echter meestal hetzelfde voor alle typen bacteriën.
Behandeling: Afvoeren van pus
De arts zorgt ervoor dat de patiënt goed kan ademen en de luchtwegen niet belemmerd zijn. Soms moet de arts meteen via een noodprocedure het vocht uit een abces draineren (
pus afvoeren) door een naald in het puszakje te steken. Op deze manier kan de patiënt weer goed ademen.
Pijn behandelen
Wanneer de patiënt stabiel is, injecteert de arts een lokale verdoving (zoals bij de tandarts) in de huid boven het abces. Indien nodig krijgt de patiënt bovendien
pijnstillers en sedatie (verdoving) via een infuus in de arm (intraveneus).
Pus uit abces draineren
De arts zuigt het vocht weg om te voorkomen dat de patiënt het pus en bloed doorslikt. Diverse behandelingsopties zijn bekend voor het verwijderen van de pus uit een abces.
Acute tonsillectomie
Bij een acute
tonsillectomie verwijdert een chirurg de amandelen. Dit is nodig wanneer het niet lukt om een drainageprocedure uit te voeren of wanneer de patiënt in het verleden reeds vaak tonsillitis heeft gehad.
Incisie en drainage
De arts gebruikt een scalpel om een kleine snede in het abces aan te brengen, zodat het pus kan weglekken.
Naaldaspiratie
De arts steekt langzaam een naald in het abces en trekt het pus in een injectiespuit.
Antibiotica
De patiënt krijgt na de procedure een
antibioticum toegediend. De eerste dosis dient de arts vaak intraveneus (in een ader) toe. Penicilline is het beste medicijn voor dit type infectie. Indien de patiënt hierop
allergisch reageert, schrijft de arts
erytromycine of clindamycine voor.
Prognose van abces nabij keelamandel
Patiënten met een ongecompliceerd, goed behandeld peritonsillair abces herstellen meestal volledig binnen een paar dagen. Het verwijderen van de keelamandelen is meestal niet nodig. Het abces keert bij een klein aantal patiënten wel terug en dan vooral wanneer de patiënt last heeft van chronische tonsillitis. Een tonsillectomie is bij deze patiënten geïndiceerd.
Complicaties van bacteriële infectie
De meeste complicaties treden op bij patiënten met
diabetes mellitus (suikerziekte). Ook patiënten met een
zwak immuunsysteem lijden sneller aan complicaties. Dit zijn patiënten met
aids, patiënten die een orgaantransplantatie ondergaan hebben, patiënten met
kanker en patiënten die
immunosuppressiva nemen (medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken). Ook patiënten die geen medische hulp zoeken omdat ze de ernst van de ziekte niet erkennen, kampen sneller met complicaties.
Belangrijke complicaties omvatten:
Lees verder