Nierstenen: symptomen, oorzaken, behandeling en verwijderen
Nierstenen symptomen bij man en vrouw bestaan uit onder meer ernstige pijn in de flank en rug, onder de ribben. Deze pijn kan zich uitbreiden of uitstralen naar de onderbuik en lies. Deze pijn bij nierstenen komt in golven en varieert in intensiteit (koliekpijn) en gaat gepaard met bewegingsdrang. De nieren verwijderen afvalstoffen uit het lichaam. Als de urine verzadigd is van afvalstoffen, dan kunnen deze kristalliseren waardoor nierstenen ontstaan. Het kan jaren duren voordat nierstenen tot klachten leiden, want aanvankelijk zijn deze stenen zeer klein. Doch ze kunnen geleidelijk uitgroeien tot kastanje-grootte. Kleine nierstenen zul je vaak ongemerkt met de urine uitplassen. Grotere stenen kunnen voor problemen zorgen. Behandeling van nierstenen is niet altijd nodig, zeker niet als de steen geen pijn of infecties veroorzaakt en de nierfunctie er niet onder lijdt. Als een niersteen verwijderd moet worden, gaat de uroloog bepalen welke techniek daarvoor het meest geschikt is.
Functie van de nieren
De
nieren werken als een filter voor het bloed, ze produceren urine en ze verwijderen afvalstoffen uit het lichaam. Ook regelen de nieren de vocht- en zoutbalans in het lichaam. Voorts maken de nieren bepaalde hormonen aan, zoals renine een hormoon dat een rol speelt bij het regelen van de bloeddruk en erytropoëtine, hetgeen de aanmaak van rode bloedlichaampjes (erytrocyten) stimuleert.
Nierstenen
Afvallen in de urine die kristalliseren
De nieren verwijderen afvalstoffen uit het lichaam worden. Als de urine verzadigd is van afvalstoffen, dan kunnen deze kristalliseren waardoor nierstenen ontstaan. Het kan jaren duren voordat nierstenen tot klachten leiden, want aanvankelijk zijn deze stenen zeer klein, kleiner dan een korrel zand. Doch ze kunnen geleidelijk uitgroeien tot kastanje-grootte. De grootte van de steen is niet zozeer van belang, wel de plek waar zij is gevestigd.
Klachten en symptomen
Wanneer de steen in de nier is gelokaliseerd, veroorzaakt het zelden problemen. Maar een niersteen die losraakt en die in de urineleider (de buis tussen de nieren en de blaas) terechtkomt, fungeert als een dam. Als de nieren blijven functioneren en urine produceren, dan ontstaat achter de steen drukopbouw en dit zorgt ervoor dat de nieren opzwellen. Deze druk veroorzaakt heftige pijn, maar het helpt ook om de stenen door de urineleider te drukken. Wanneer de steen de blaas bereikt, dan wordt de obstructie in de urineleider opgeheven en zijn de symptomen van een niersteen opgelost.
Urinewegen /
Bron: La Gorda/Shutterstock.comKleinere en grotere nierstenen
Kleine stenen kunnen de nier verlaten en via de urinewegen op natuurlijke wijze worden uitgescheiden bij het urineren. Wat grotere stenen blijven of in de nier zitten, of komen in de urineleider terecht. Dit kan zoals gezegd hevige pijn veroorzaken. Een steen in de nier doet normaal gesproken geen pijn, maar het draagt wel het risico met zich mee op ontsteking.
Hoe vaak komt het voor?
Naar schatting heeft 5 tot 10% van de bevolking ooit één of meer manifestaties van urinestenen gehad.
Wie hebben meer kans om nierstenen te krijgen?
Mannen hebben twee tot drie keer meer kans op nierstenen dan vrouwen. Nierstenen zijn niet aan een bepaalde leeftijd gebonden, doch er is een piek op middelbare leeftijd. Kinderen en adolescenten hebben zelden een urinesteen. Een persoon die een eerstegraads familielid met een urinesteen heeft, loopt een tweemaal zo grote kans om een urinesteen te krijgen als anderen. Ongeveer 50% van de patiënten krijgt binnen tien jaar na de eerste aanval een tweede aanval en ongeveer 75% van de patiënten krijgt binnen vijfentwintig jaar een tweede aanval. Er is niets bekend over welke factoren bijdragen aan een recidief.
Epidemiologie van nierstenen
Nierstenen zijn een veelvoorkomende aandoening, maar de prevalentie en risicofactoren variëren sterk per geslacht, leeftijd, klimaatomgeving, en geografische locatie. Terwijl sommige mensen nooit met nierstenen te maken krijgen, krijgen anderen er herhaaldelijk last van door genetische aanleg of omgevingsfactoren. Hieronder volgt een uitgebreide blik op het voorkomen van nierstenen en de factoren die bijdragen aan hun ontwikkeling.
Geslachtsverschillen: mannen vaker getroffen dan vrouwen
Nierstenen komen wereldwijd significant vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. In de meeste landen hebben mannen ongeveer 2-3 keer zoveel kans om nierstenen te ontwikkelen. Onderzoek toont aan dat hormonale verschillen hierin een rol spelen; het vrouwelijke hormoon oestrogeen kan een beschermende factor zijn, omdat het de opname van calcium in de nieren beïnvloedt. In Nederland hebben ongeveer 10% van de mannen en 5% van de vrouwen ooit nierstenen gehad. Dit verschil wordt minder duidelijk met de leeftijd, aangezien de kans op nierstenen bij vrouwen na de menopauze toeneemt, wanneer het beschermende effect van oestrogeen afneemt.
Overgewicht /
Bron: Kurhan/Shutterstock.com Leeftijd: een piek bij jongvolwassenen en ouderen
Nierstenen kunnen op elke leeftijd voorkomen, maar ze worden het vaakst gediagnosticeerd bij volwassenen tussen de 30 en 50 jaar oud. Bij jongere volwassenen spelen factoren zoals voeding en hydratatie een rol, terwijl bij ouderen leeftijdsgebonden veranderingen in het metabolisme, zoals afname van de nierfunctie, het risico verhogen. Kinderen hebben minder vaak nierstenen, maar de incidentie bij kinderen neemt wereldwijd toe door veranderingen in voeding en een toename van
obesitas. In Nederland is ongeveer 1% van de kinderen ooit getroffen door nierstenen, terwijl dit bij volwassenen kan oplopen tot 10-15%.
Klimaat en seizoensinvloeden: warmte en uitdroging als risicofactoren
Warmte en uitdroging zijn sterke risicofactoren voor nierstenen, omdat ze de concentratie van mineralen in de urine verhogen, wat het ontstaan van kristallen vergemakkelijkt. Warme, droge klimaten, zoals in het zuiden van de Verenigde Staten en delen van het Midden-Oosten, hebben een hogere incidentie van nierstenen, met percentages die variëren van 10% tot 25% van de bevolking. In Europa wordt een hoger aantal nierstenen gerapporteerd in het zuiden, waar warme zomers en een relatief lage waterinname vaker voorkomen. Mensen op de Nederlandse Caribische eilanden, waar de temperaturen hoog zijn, hebben ook een verhoogd risico. Veel van de bewoners zijn bekend met nierstenen, vooral degenen die niet voldoende water drinken om zich aan te passen aan het klimaat.
Nederland, België en andere geografische verschillen
In Nederland en België komen nierstenen voor bij ongeveer 5-9% van de bevolking, een percentage dat iets lager is dan in veel warmere regio's. De hydratatiegewoontes en het gematigde klimaat spelen een rol, aangezien de kans op uitdroging in de Benelux relatief laag is. In België zijn de cijfers vergelijkbaar met die in Nederland, met iets hogere percentages in stedelijke gebieden waar minder toegang tot groene ruimte (en regelmatig bewegen) is. Wereldwijd zien we dat de hoogste prevalentie van nierstenen te vinden is in de zogenaamde “stenen gordel” van de Verenigde Staten, het Midden-Oosten en Azië, waar tot 25% van de bevolking getroffen kan zijn door nierstenen.
Dieet en leefstijl: voeding en hydratatie als bepalende factoren
Dieet speelt een grote rol in de epidemiologie van nierstenen. Mensen die een dieet volgen met veel natrium en dierlijke eiwitten, zoals rood vlees, lopen een hoger risico op het ontwikkelen van calciumoxalaat- en uraatstenen. In Nederland en België, waar het dieet vaak rijk is aan zuivel en bewerkt voedsel, is er een gematigde, maar toenemende prevalentie van nierstenen. In Noord-Amerika en Azië, waar het dieet vaak rijk is aan zout en dierlijke eiwitten, zijn de percentages aanzienlijk hoger. Ook waterinname is cruciaal; mensen die minder dan de aanbevolen hoeveelheid van 1,5-2 liter per dag drinken, hebben een verhoogde kans op nierstenen door concentratie van mineralen in de urine.
Genetische aanleg: familiegeschiedenis en erfelijke factoren
Genetische aanleg speelt een belangrijke rol bij nierstenen. Mensen met een familiegeschiedenis van nierstenen hebben een 2,5 keer hogere kans om zelf nierstenen te ontwikkelen. Er zijn specifieke genetische mutaties geïdentificeerd die het risico verhogen, zoals mutaties in de genen die de opname van calcium in de nieren regelen. In Nederland heeft ongeveer 25% van de mensen met nierstenen een familielid met dezelfde aandoening, wat wijst op een genetische component. Deze erfelijke factor komt wereldwijd voor en wordt vooral gezien in families die generaties lang in warme klimaten hebben geleefd, waar uitdroging en mineralenconcentratie een aanpassingsfactor werden.
Toenemende incidentie wereldwijd: een groeiende uitdaging
Nierstenen komen steeds vaker voor, zowel bij kinderen als volwassenen. Wereldwijd is de incidentie van nierstenen de afgelopen 50 jaar met ongeveer 50% toegenomen, deels door veranderingen in dieet en hydratatie, maar ook door toenemende obesitas en andere leefstijlfactoren. In Nederland is de toename het sterkst bij jongvolwassenen en kinderen, waar een combinatie van suikerhoudende dranken en zoute snacks vaak bijdraagt aan een verhoogd risico. Deze stijging wordt wereldwijd waargenomen en geldt vooral in verstedelijkte gebieden waar obesitas en een zittende leefstijl vaker voorkomen.
De epidemiologie van nierstenen is een dynamische mix van genetische, klimatologische, en leefstijlfactoren. Of het nu gaat om genetische aanleg, een warme omgeving, of het eten van veel bewerkt voedsel, nierstenen zijn wereldwijd in opkomst en vereisen aandacht om de risicofactoren te beheersen en zo deze pijnlijke aandoening te verminderen.
Het ontstaan van nierstenen
Het ontstaan van nierstenen is een complex proces waarin de nieren, mineralen en vloeistofbalans samenkomen om een scherpe, soms pijnlijke realiteit te creëren. Een niersteen begint vaak klein, als een verzameling opgeloste mineralen die zich langzaam tot kristallen vormen, meestal onopgemerkt, totdat de steen groot genoeg is om pijn en obstructie te veroorzaken. Het mechanisme is een spel van concentratie, chemie en de invloed van leefstijl, dieet, en soms zelfs genetische aanleg.
Stap 1: Verzadiging en oververzadiging van mineralen in de urine
De vorming van nierstenen begint wanneer de urine oververzadigd raakt met bepaalde mineralen zoals calcium, oxalaat, en urinezuur. Onder normale omstandigheden worden deze mineralen opgelost in de urine en veilig uitgescheiden. Maar als de concentratie van deze stoffen te hoog wordt, bijvoorbeeld door te weinig waterinname of een hoge inname van mineralen via voeding, kan de urine de mineralen niet langer oplossen. Dit punt van oververzadiging zorgt ervoor dat de mineralen beginnen samen te klonteren.
Voorbeeld: Stel dat iemand regelmatig zeer weinig drinkt en daarbij vaak voedingsmiddelen consumeert die rijk zijn aan oxalaten, zoals spinazie en bieten. In dit geval neemt de concentratie oxalaat in de urine toe, wat de kans op oververzadiging en kristalvorming vergroot.
Stap 2: Kristallisatie en vorming van microkristallen
Wanneer de concentratie van mineralen het verzadigingspunt bereikt, kunnen de eerste kristallen ontstaan. Deze minieme kristallen, soms zo klein dat ze met het blote oog niet te zien zijn, kunnen zich hechten aan de wand van de nierbuisjes. Dit kristallisatieproces is het begin van een potentiële niersteen. Calcium en oxalaat hebben bijvoorbeeld een sterke chemische aantrekkingskracht op elkaar en vormen vaak calciumoxalaatkristallen, de meest voorkomende vorm van nierstenen.
Voorbeeld: Iemand die regelmatig zout- en eiwitrijk voedsel eet, heeft meer kans op calciumkristallen. Natrium (zout) verhoogt de calciumuitscheiding via de nieren, en eiwitten kunnen de productie van urinezuur verhogen, wat de kans op kristallisatie versterkt.
Stap 3: Aggregatie en groei van kristallen tot een steen
De microkristallen die zich in de urine vormen, kunnen zich samenvoegen en vormen grotere kristallen. Dit aggregatieproces, waarbij kleinere kristallen samenklonteren tot een groter geheel, kan leiden tot de groei van een volwaardige niersteen. De wand van de nierbuisjes kan werken als een hechtingsplek voor deze kristallen, waardoor ze zich ophopen in een beschermde omgeving. Met de tijd blijven er meer mineralen aan de groeiende kristalstructuur binden, en zo groeit de steen tot een pijnlijke grootte.
Voorbeeld: Voor iemand die vaak gefilterd of mineraalarm water drinkt, bestaat een lager risico op de vorming van kristallen, omdat de mineralenbalans in de urine stabieler blijft. Maar wanneer iemand met een lage waterinname vaak frisdrank drinkt, kan de zuurgraad de urine meer verzadigd maken, wat het kristallisatieproces versnelt.
Stap 4: Beïnvloedende factoren: pH van de urine en genetica
De pH-waarde van de urine speelt een belangrijke rol bij het type niersteen dat gevormd wordt. Een zure urine-pH bevordert bijvoorbeeld de vorming van urinezuurkristallen, terwijl een alkalische (basis) pH juist de vorming van calciumfosfaatstenen stimuleert. Deze factoren worden sterk beïnvloed door dieet (zure of basische voedingsmiddelen) en de natuurlijke balans van het lichaam. Bovendien zijn sommige mensen genetisch voorbestemd voor een hogere kans op bepaalde types nierstenen, zoals cystinestenen, die vooral voorkomen bij mensen met cystinurie, een erfelijke aandoening die de uitscheiding van het aminozuur cystine verhoogt.
Voldoende water drinken /
Bron: Mimagephotography/Shutterstock.com Voorbeeld: Mensen met een familiaire aanleg voor nierstenen, zoals cystinestenen, moeten extra aandacht besteden aan hun waterinname en dieet, omdat hun nieren op natuurlijke wijze meer cystine afgeven, wat de kans op steenvorming verhoogt.
Stap 5: Verplaatsing van de steen en obstructie van de urinewegen
Wanneer de niersteen groot genoeg wordt, kan deze zich losmaken van de nieren en zich verplaatsen naar de urineleider (de buis die de nieren met de blaas verbindt). Hier kan de steen vast komen te zitten, wat resulteert in hevige pijn, bekend als nierkoliek. Dit proces is vaak wat de pijn van nierstenen zo intens maakt, omdat de urineweg wordt geblokkeerd en de druk in de nier toeneemt.
Voorbeeld: De intense, scherpe pijn die iemand ervaart bij een nierkoliek kan optreden als de steen zich verplaatst in de smalle urineleider, wat de stroom van urine blokkeert. Deze pijn kan uitstralen naar de onderbuik, rug en zelfs de liesstreek, wat het verplaatsen van de steen tot een enorm onaangenaam proces maakt.
Het mechanisme achter het ontstaan van nierstenen is een delicaat proces dat zowel afhankelijk is van de balans van mineralen in het lichaam als van dagelijkse leefgewoonten. Voor veel mensen is een aanpassing in waterinname en dieet voldoende om dit mechanisme af te remmen, maar voor anderen kan een genetische aanleg ervoor zorgen dat zelfs deze inspanningen niet altijd afdoende zijn. Toch blijft de sleutel om het ontstaan van nierstenen te vermijden: een evenwichtige, gehydrateerde levensstijl die het lichaam in balans houdt.
Oorzaken van nierstenen
Risicofactoren
Risicofactoren op het ontwikkelen nierstenen zijn:
- Oververzadiging van kristallen: a) te veel calciumuitscheiding in de urine; b) te veel oxalaatuitscheiding in de urine; c) te veel uitscheiding van urinezuur met de urine.
- Te weinig citraatuitscheiding: citraat is een belangrijke remmer van kristalvorming.
- Lage zuurgraad van de urine.
- Te weinig drinken hetgeen leidt tot een verhoging van de concentraties van kristallen in de urine, met een verhoogd risico op kristalvorming.
- Te hard werkende bijschildklier.
- Urineweginfecties kunnen steenafzetting bevorderen.
- Een grote hoeveelheid urinezuur in de urine kan ook tot de vorming van nierstenen leiden. Een teveel aan urinezuur kan veroorzaakt worden door de consumptie van bepaalde soorten vlees, zeevruchten, orgaanvlees, linzen, gevogelte. Er zijn echter ook mensen die van nature te veel urinezuur aanmaken.
Chocolade bevat veel oxaalzuur /
Bron: Africa Studio/Shutterstock.comCalciumhoudende nierstenen
Ongeveer 85% van alle nierstenen zijn calciumhoudende nierstenen. Oxaalzuur is het belangrijkste bestanddeel van calciumhoudende nierstenen en ontstaat in de aminozurenstofwisseling en wordt met de voeding opgenomen. De volgende voedingsmiddelen bevatten veel oxaalzuren:
- thee;
- chocolade;
- spinazie;
- rabarber;
- citrusfruit, zoals sinaasappels, citroenen en mandarijnen; en
- noten.
In koffie zit geen eiwit /
Bron: Istock.com/PuwanaiSomwanUrinestenen en voeding
De vorming van nierstenen wordt vaak in de hand gewerkt door slechte eetgewoonten. Het blijkt dat een vet- en eiwitarm dieet slechts zelden leidt tot de vorming van nierstenen. Vooral dierlijke voedingsmiddelen zijn vaak eiwitrijk, bijvoorbeeld vlees, vis, kip, ei, melk, kaas en yoghurt. Er zit minder eiwit in brood, aardappelen en groenten. Voorbeelden van voedingsmiddelen waar in het geheel geen eiwit inzit, zijn: thee, koffie, limonadesiroop, honing, boter, olie,
suiker, jam en fruit.
Risicofactoren
Nierstenen, die kleine maar venijnige kristallen die zich in de nieren vormen, ontstaan niet zomaar. Ze zijn het resultaat van een complex samenspel van lichamelijke processen, levensstijlkeuzes, en genetische aanleg. Terwijl sommige factoren onvermijdelijk lijken, zijn andere juist het gevolg van onze dagelijkse gewoonten. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste risicofactoren voor nierstenen.
Hydratatie: de dunne lijn tussen genoeg en te weinig
Het lichaam heeft water nodig om afvalstoffen op te lossen en via de urine af te voeren. Bij onvoldoende vochtinname neemt de concentratie van afvalstoffen in de urine toe, wat de perfecte basis vormt voor de kristalvorming die leidt tot nierstenen. Een klassiek voorbeeld is iemand die tijdens warme zomerdagen te weinig drinkt en merkt dat de urine donkergeel wordt – een signaal van uitdroging en een verhoogd risico.
Spinazieblaadjes /
Bron: Lecic/Shutterstock.com Voeding: wat op je bord ligt, kan je nieren belasten
Een dieet rijk aan zout, dierlijke eiwitten, en oxalaten (gevonden in bijvoorbeeld spinazie, noten, en chocolade) kan bijdragen aan de vorming van nierstenen. Overmatig zout verhoogt de calciumuitscheiding via de urine, wat de kans op calciumstenen vergroot. Een overmaat aan oxalaatrijke voeding kan zich verbinden met calcium in de urine en zo oxalaatstenen vormen.
Genetische aanleg: het script van je genen
Sommige mensen hebben simpelweg pech met hun genetische blauwdruk. Een familiegeschiedenis van nierstenen verhoogt de kans aanzienlijk. Genetische aandoeningen zoals cystinurie, waarbij een verhoogde hoeveelheid cystine in de urine wordt uitgescheiden, vormen een risicofactor voor zeldzamere vormen van nierstenen.
Chronische ziekten: de sluimerende boosdoeners
Bepaalde medische aandoeningen verhogen het risico op nierstenen aanzienlijk. Mensen met
hyperparathyreoïdie (overactieve bijschildklier) hebben een verhoogde calciumspiegel in het bloed en de urine, wat de vorming van calciumstenen stimuleert. Diabetes en obesitas kunnen de urine samenstelling beïnvloeden, wat het risico op verschillende typen stenen verhoogt.
Leefstijl: keuzes met gevolgen
Een zittende levensstijl draagt bij aan de vorming van nierstenen doordat beweging helpt om calcium beter op te nemen in de botten in plaats van het in de urine af te scheiden. Bovendien verhoogt langdurig zitten de kans op uitdroging, wat de urine concentratie verder doet stijgen.
Medicatie en supplementen: onbedoelde bijwerkingen
Sommige medicijnen, zoals diuretica en antacida op basis van calcium, kunnen de balans van mineralen in het lichaam verstoren en zo de kans op nierstenen vergroten. Ook een te hoge inname van vitamine D en calcium uit supplementen verhoogt het risico.
Klimaat: de invloed van warmte en droogte
In warme klimaten, waar uitdroging vaker voorkomt, is de incidentie van nierstenen hoger. Mensen die in tropische regio’s of droge gebieden wonen, lopen een verhoogd risico als ze onvoldoende drinken om het vochtverlies door zweten te compenseren.
Leeftijd en geslacht: wie loopt het meeste risico?
Nierstenen komen iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, vooral tussen de 30 en 50 jaar. Dit verschil kan worden verklaard door hormonale invloeden en verschillen in levensstijl. Bij vrouwen kan het risico echter toenemen na de menopauze door hormonale veranderingen die de calciumspiegels beïnvloeden.
Risicogroepen
Niet iedereen loopt hetzelfde risico op nierstenen. Deze harde, pijnlijke kristallen ontstaan in de nieren bij specifieke groepen mensen die kwetsbaarder zijn door hun leefstijl, medische geschiedenis of genetische aanleg. Hier volgt een overzicht van de risicogroepen voor nierstenen.
Mensen met een familiegeschiedenis van nierstenen
Een genetische aanleg speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van nierstenen. Als nierstenen vaker voorkomen in de familie, is de kans groot dat ook jij ermee te maken krijgt. Erfelijke aandoeningen zoals cystinurie verhogen dit risico verder, doordat specifieke stoffen in de urine zich ophopen en kristallen vormen.
Mannen tussen de 30 en 50 jaar
Hoewel nierstenen beide geslachten treffen, zijn mannen vaker slachtoffer. Hormonale verschillen, zoals de beschermende werking van oestrogeen bij premenopauzale vrouwen, verkleinen bij vrouwen het risico. Bij mannen is de piekincidentie vaak tussen de 30 en 50 jaar, wanneer leefstijl en dieet hun tol beginnen te eisen.
Vrouwen na de menopauze
Na de menopauze neemt het risico op nierstenen bij vrouwen toe. Door hormonale veranderingen vermindert de botbescherming van oestrogeen, wat kan leiden tot hogere calciumspiegels in de urine. Dit vergroot de kans op calciumstenen.
Mensen met overgewicht of obesitas
Overgewicht en obesitas verstoren het metabolisme en veranderen de zuurgraad en samenstelling van urine. Dit verhoogt de kans op calciumoxalaat- en urinezuurstenen. Bij deze groep is het risico vaak gekoppeld aan een voedingspatroon dat rijk is aan dierlijke eiwitten en vetten.
Patiënten met chronische ziekten
Bepaalde aandoeningen verhogen het risico op nierstenen aanzienlijk. Mensen met diabetes, hyperparathyreoïdie of chronische nierziekten hebben een verhoogde kans door veranderingen in mineralen en elektrolyten in het bloed en de urine. Ook patiënten met jicht lopen risico door een verhoogd urinezuurgehalte.
Mensen in warme klimaten of zware fysieke beroepen
Personen die in warme, droge klimaten wonen of zware fysieke arbeid verrichten, verliezen vaak veel vocht door zweten. Dit verhoogt de concentratie van mineralen in de urine, wat kristalvorming bevordert. Zonder adequate hydratatie wordt het risico op nierstenen aanzienlijk groter.
Mensen met een vezelarm dieet of overmatig zoutgebruik
Een dieet dat rijk is aan zout, oxalaten (zoals spinazie en noten), en dierlijke eiwitten verhoogt de kans op nierstenen. Tegelijkertijd leidt een vezelarm dieet tot een verminderde uitscheiding van schadelijke stoffen via de darmen, waardoor deze stoffen zich ophopen in de nieren.
Patiënten met een medische geschiedenis van nierstenen
Wie eerder nierstenen heeft gehad, loopt een verhoogde kans op herhaling. Zonder aanpassingen in dieet, vochtinname of medische behandeling vormen de omstandigheden die eerder tot stenen hebben geleid, opnieuw een risico.
Kinderen met metabole of genetische aandoeningen
Hoewel nierstenen minder vaak voorkomen bij kinderen, zijn bepaalde aandoeningen zoals hypercalciëmie, cystinurie of nierafwijkingen risicofactoren. Deze aandoeningen veroorzaken een verhoogde concentratie van bepaalde stoffen in de urine, wat kristalvorming bevordert.
Nierstenen symptomen
Koliekpijn en andere klachten
Zoals gezegd kunnen kleine nierstenen ongemerkt met de urine worden uitgeplast. Grotere stenen die vast komen te zitten in de urineleider kunnen pijnkrampen veroorzaken hetgeen koliekpijn wordt genoemd. De symptomen van een urinesteenaanval zijn divers. De belangrijkste symptomen van nierstenen zijn:
- Koliekpijn: krampende pijn van wisselende intensiteit; deze hevige aanvalsgewijze pijn manifesteert zich in de rug (nierpijn) en kan uitstralen naar onderbuik, zijkant van de buik en lies;
- De pijn gaat gepaard met bewegingsdrang.
Flauwvallen /
Bron: Andrey_Popov/Shutterstock.com
- Misselijkheid en braken.
- Hevig transpireren, koorts of zelfs flauwvallen.
- Bloed in de urine.
- slijm in de urine.
- Frequent en pijnlijk urineren, of gevoel van aandrang.
- Stinkende urine (urine die naar ammoniak ruikt of een vislucht heeft).
Geen klachten
Urinestenen kunnen symptoomloos blijven. Asymptomatische urinestenen zijn dikwijls onschuldig en behoeven alleen behandeling als ze groeien.
Spontane lozing
De kans dat een steen tijdens of binnen 2 maanden na de aanval spontaan wordt geloosd is zo'n 85-95%. Normaliter verlaat de steen het lichaam niet tijdens de aanval maar in de pijnvrije fase, dat wil zeggen binnen enkele dagen tot weken.
Onderzoek en diagnose
Huisarts of spoed
Bij klachten raadpleeg je je huisarts. De meeste mensen met koliekpijn komen echter op de spoed terecht terecht; de spoedafdeling van het ziekenhuis.
Als de arts op basis van je klachten en lichamelijk onderzoek vermoedt dat je een niersteen hebt, kunnen er meerdere diagnostische tests en procedures ingezet worden.
Afname van bloed voor onderzoek /
Bron: Istock.com/JovanmandicBloedonderzoek
Bloedonderzoek kan te veel
calcium of urinezuur in je bloed onthullen. De resultaten van een bloedtest kan tevens informatie opleveren over de
nierfunctie en de arts kan controleren of er andere medische aandoeningen in het spel zijn.
Urineonderzoek
De arts wil soms de
urine onderzoeken. Daartoe verzamel je 24 uur lang urine in een pot. Dat is een dag en een nacht. Dit kan gewoon thuis. Dit onderzoek kan laten zien hoeveel urine je produceert, hoeveel afvalstoffen de nieren maken, hoe de nieren werken en of je last hebt van nierstenen.
Beeldvormend onderzoek
Beelvormend onderzoek kunnen nierstenen weergegeven in je urinewegen. Opties variëren van röntgenfoto, CT-scan of MRI-scan van de buik, dat zelfs kleine steentjes kan onthullen. Ander beeldvormend onderzoek kan bestaan uit een echografie of een intraveneuze urografie, waarbij radiografische beelden worden gemaakt van de binnenzijde van de nieren en de ureters.
Analyse van uitgeplaste stenen
De arts kan je verzoeken om de uitgeplaste steen op te vangen mee te nemen naar de afspraak. De specialist kan de stenen dan laten onderzoeken om te bepalen om welk soort steen het gaat. Steenanalyse is een belangrijk onderdeel van een steenbehandeling, aangezien de samenstelling van een steen veel zegt over het ontstaan van de steen, de kans op succes bij behandeling en het risico op herhaling.
Differentiële diagnose
Bij het vaststellen van nierstenen is het belangrijk om enkele andere aandoeningen met gelijkaardige symptomen uit te sluiten, zoals:
Behandeling van nierstenen
Geen behandeling
Behandeling van nierstenen is niet altijd noodzakelijk, zeker niet als de steen geen pijn of infecties veroorzaakt en de nierfunctie er niet onder lijdt.
Nierstenen uitplassen
Een kleine steen kun je vaak gewoon uitplassen, wat gemakkelijker gaat als je veel beweegt. Tijdens niersteenaanvallen moet je gewone hoeveelheden drinken, dat is ongeveer anderhalve liter per dag. Bij te veel drinken wordt de pijn namelijk erger en wordt het uitplassen bemoeilijkt. Soms komt de niersteen niet vanzelf naar buiten. In dat geval kun je medicijnen krijgen waardoor je de steen gemakkelijker uitplast. Soms is een operatieve ingreep nodig.
Pijnstillers
Bij een niersteenaanval krijg je van de arts sterke pijnstillers voorgeschreven met een spierverslappende werking, zoals
diclofenac. Bij zeer hevige pijn geeft de je tevens morfineachtige pijnstillers en zo nodig wordt je in het ziekenhuis opgenomen voor pijnstilling via een infuus. Magnesiumsulfaat kan ingezet worden als aanvullend medicijn voor de behandeling van nierkolieken. Dit verlicht niet alleen de pijn, maar vermindert eveneens de behoefte aan pijnstillers.
Nierstenen verwijderen
Meestal is in de volgende gevallen een operatieve behandeling nodig:
- Wanneer stenen ervoor zorgen dat de urine niet goed kan worden afgevoerd;
- wanneer de stenen pijnklachten veroorzaken;
- wanneer de stenen een urineweginfectie veroorzaken; of
- wanneer de stenen snel in grootte toenemen (grote of scherpe stenen kunnen de urinewegen beschadigen of zelfs geheel afsluiten).
Als een niersteen verwijderd moet worden, gaat de uroloog bepalen welke techniek hij daarvoor inzet:
- De niersteenvergruizer (ESWL): dit is een apparaat dat door middel van schokgolven energie opwekt. Door de energie te concentreren ter plaatse van de steen, wordt deze vergruisd tot kleine fragmenten. Deze fragmenten kunnen worden uitgeplast langs de natuurlijke weg. De schokgolven vormen geen gevaar voor het omringende weefsel.
- Operatieve behandelingen waarbij de steen wordt weggesneden. Het betreft een 'open chirurgische methode', waarbij een grote operatiewond wordt gemaakt om de nier vrij te leggen en de steen te verwijderen.
- Ureterorenoscopie (URS): de uroloog een dun kijkbuisje (ureterorenoscoop) via de plasbuis en blaas in de urineleider waar de niersteen zich bevindt. Met een laserstraal wordt de steen dan in stukjes geschoten.Deze stukjes kunnen worden uitgeplast langs de natuurlijke weg.
- Percutane NefroLitholapaxie (PNL): De steen wordt verwijderd met behulp van een bepaalde operatietechniek. Percutaan betekent door de huid: de nier wordt door de huid heen aangeprikt met behulp van een naald, waarna een hol buisje met een diameter van ongeveer één centimeter in de nier wordt gebracht. Via dit buisje kan de steen met behulp van speciale instrumenten verwijderd worden.
Complicaties
Obstructie en retentie
Soms ontstaat er een verstopping van de urineleider. Ook kan de doorgang van de urinebuis worden verstopt door nierstenen of steengruis. Als de urinebuis geblokkeerd raakt, vindt
urineretentie plaats, een ophoping van urine in de blaas. Als gevolg hiervan kan een
vergrote blaas of een urineweginfectie ontstaan.
Vrouwen hebben meer kans op een urineweginfectie door nierstenen /
Bron: Istock.com/BarabasVrouwen lopen meer kans op urineweginfecties
Ofschoon mannen veel meer kans lopen op nierstenen dan vrouwen, hebben vrouwen meer dan twee keer zoveel kans op urineweginfecties als gevolg van nierstenen. Dit blijkt uit onderzoek dat werd geleid door het
Henry Ford Hospital in Detroit, Michigan. (Bron: www.medindia.net, 27 september 2012.)
Zijn nierstenen gevaarlijk?
Nierstenen kunnen
nierschade veroorzaken en tot chronische nierinsufficiëntie (
nierfalen) leiden. Dit betekent dat de nierfunctie zodanig (blijvend) verslechterd is, dat nierfunctievervangende therapie (dialyse of transplantatie) nodig is om te overleven.
Nierstenen voorkomen door voeding en medicijnen
De eventuele vorming van (nieuwe) nierstenen, kun je voorkomen door de volgende voedingsadviezen in acht te nemen. Soms zijn medicijnen de beste oplossing.
Algemene voedingsadviezen om de vorming van nierstenen te voorkomen
Algemene voedingsadviezen om de vorming van
nierstenen te voorkomen, bestaan uit:
- dagelijks 2,5 tot 3 liter drinken (waardoor de urine verdund wordt en de kans op steenvorming wordt teruggebracht);
- maximaal 2 tot 3 glazen alcohol per dag;
- een volwaardige voeding gebruiken (gezond en gevarieerd); en
- een megadosis vitamine C voorkomen (aangezien hoge doses vitamine C de kans op steenvorming vergroot).
Niersteen /
Bron: Tsester, Wikimedia Commons (CC0)Adviezen bij calcium(oxalaat)stenen
De meeste nierstenen bestaan uit calciumzouten, vaak in combinatie met oxalaat of fosfaat, maar ook citraat speelt een rol in de vorming doordat het de kristallisatie remt en daarmee een beschermende functie heeft. Herhaaldelijke steenvorming kan bij dit type niersteen vaak voorkomen worden door aanpassingen in het dieet, teneinde de kans op kristalvorming zo veel mogelijk terug te dringen.
Calciumoxalaatzouten zijn zeer slecht oplosbaar en speelt daarmee een grote rol in het ontstaan van calciumhoudende nierstenen. Verhoogde oxalaatgehaltes in het bloed ontstaan door oxalaatrijke voeding (zie boven). Een grotere opname in de darmen bij de
ziekte van Crohn of na een darmoperatie kan ook een oorzaak zijn. Er komt dan meer galzuur in de dikke darm terecht, waardoor de darm meer oxalaat opneemt. Er kan ook sprake zijn van een zeldzame stofwisselingsziekte die een verhoogde oxalaatproductie tot gevolg heeft.
Vroeger werd bij calciumstenen geadviseerd om zo weinig mogelijk calcium te gebruiken, maar uit onderzoek blijkt juiste dat te weinig calcium de kans op de vorming van
urinewegstenen vergroot. Daarom wordt thans geadviseerd om een normale hoeveelheid calcium te gebruiken. Dit is ongeveer 3 tot 4 porties calciumrijke producten (melkproducten, yoghurt en kaas) per dag. Slik geen
calciumsupplement.
Voorts is het verstandig rekening te houden met de hoeveelheid vlees, kip, vis, melkproducten en kaas die je eet, aangezien deze voedingsmiddelen veel eiwit bevatten waardoor de kans op steenvorming groter is. Aangezien
natrium de calciumuitscheiding in de urine verhoogd, is het advies om natriumrijkeproducten te beperken. Natrium is een mineraal dat onderdeel uitmaakt van (keuken)zout. De basisregels om de hoeveelheid natrium in je voeding terug te dringen, zijn:
- gebruik geen zout bij het koken;
- voeg aan tafel geen zout toe aan je eten;
- gebruik zo min mogelijk of helemaal geen producten die veel zout bevatten.
Medicijnen worden in de regel pas voorgeschreven wanneer dieetadviezen niet het gewenste effect sorteren. Hierbij kan gedacht worden aan plastabletten (een thiazidediureticum), welke ervoor zorgen dat er minder calcium wordt uitgescheiden.
Adviezen bij struvietstenen
Struvietstenen of ammoniummagnesiumfosfaatstenen ontstaan veelal als gevolg van een
urineweginfectie, veroorzaakt door bepaalde soorten bacteriën als Klebsiella pneumoniae. De bacteriën splitsen ureum (een product dat in de
lever wordt gevormd bij de afbraak van eiwitten) op in onder meer carbonaat en ammonium. Onder invloed van deze stoffen stijgt de pH van de urine, waardoor een geschikt omgeving ontstaat om struvietstenen te vormen. Wanneer je last hebt van deze stenen zijn er geen andere dieetadviezen te geven dan de algemene voedingsadviezen bij nierstenen (zie boven).
In geval van een urineweginfectie, zal de arts een antibioticum voorschrijven.
Adviezen bij urinezuurstenen
Wanneer je last hebt van urinezuurstenen hebt, moet je het gebruik van voedingsmiddelen beperken die rijk zijn aan purine (aangezien purine in het lichaam wordt afgebroken tot urinezuur). Purine wordt vooral aangetroffen in:
- wijn;
- bier;
- vis, vooral in:
Wees zeer zuinig met alcohol of gebruik het helemaal niet: in (alcoholvrij) bier en rode wijn zit purine /
Bron: Pau Noia, Pixabay
- ansjovis;
- sardines;
- krab;
- haring;
- makreel;
- hom;
- garnalen;
- sprot; en
- wijting.
- orgaanvlees:
- lever;
- niertjes;
- zwezerik; en
- hersenen.
- vlees, kip, wild en gevogelte;
- gistrijke producten; en
- peulvruchten (zoals kapucijners en linzen).
Medicatie die het urinezuurgehalte verlaagt, bijvoorbeeld allopurinol, kan door de (huis)arts worden voorgeschreven.
Adviezen bij cystinestenen
Drink bij dit type niersteen dagelijks ten minste 3 liter vocht en drink vooral ook extra voor het slapen gaan, aangezien ’s nachts je lichaam je urine gaat concentreren waardoor er een grotere kans op vorming van nierstenen ontstaat. Beperk het gebruik van natriumrijke producten, zoals (keuken)zout, bouillon(tabletten), ketjap, kant en klare sauzen (uit pakjes en postjes), pizza, chips en andere zoute snacks, kant-en-klaarproducten, zoute haring, drop, enz.
De (huis)arts kan ook medicatie voorschrijven die een oplosbare verbinding vormt met cystine, zoals penicillamine.
Plantengeneeskunde bij nierstenen of het voorkomen van nierstenen
Javaanse nierthee
Bij nierstenen of ter voorkoming van nierstenen is het zinvol om bladeren van Javaanse nierthee, ook wel Orthosiphon of Kumis kutjing genoemd, te gebruiken, in combinatie met andere
geneeskrachtige planten. Er bestaan ook Javaanse nierthee capsules. Het spreekt voor zich dat bij heviger pijnklachten (zeker bij koliekachtige pijn in de lendenen) en zodra de nieren aangetast zijn, een arts geraadpleegd moet worden.
Berkenblad
De ESCOP (European Scientific Cooperative on Phytotherapy) adviseert toepassing van berkenblad bij nierstenen. Berkenblad werkt urineafdrijvend. Het is belangrijk om daarbij voldoende te drinken. Je kunt onder meer thee van berkenblad maken. Hak 2 tot 3 theelepels gedroogd blad fijn en schenk hierover 150 ml kokend water en laat het vervolgens 10 minuten afgedekt trekken. Drink dagelijks 3 tot 4 koppen berkenbladthee. Er bestaan ook berkenblad capsules.
Groot hoefblad
Groot hoefblad (Petasites officinalis Monch) wordt ook geadviseerd bij nierstenen. (Overigens is de werkzaamheid ook bewezen bij
blaasstenen, chronische luchtwegaandoeningen,
migraine en
hooikoorts.) Je kunt kant-en-klare preparaten (capsules) kopen; het bereiden van thee wordt vanwege het vergiftigingsgevaar ten zeerste afgeraden. Capsules die geen pyrrolizidine alkaloïden (PA's) bevatten, mun je gedurende langere tijd gebruiken. Bereidingen daarentegen die wel PA's bevatten, mag je niet langer van 4 tot 6 weken per jaar gebruiken. Deze PA’s bevatten namelijk een onverzadigde ringstructuur die onomkeerbare schade aan het leverweefsel kan aanrichten.
Prognose
De prognose van nierstenen is over het algemeen goed, vooral als de stenen klein zijn en op natuurlijke wijze via de urine kunnen worden uitgescheiden. Hier zijn enkele punten die de prognose bepalen:
- Kleine nierstenen: Als de nierstenen klein zijn (meestal minder dan 5 mm), is de kans groot dat ze vanzelf worden uitgeplast met voldoende hydratatie en pijnstillers. In deze gevallen is de prognose uitstekend.
- Grotere stenen: Grotere nierstenen (meer dan 5-7 mm) kunnen vast komen te zitten in de urinewegen. In deze gevallen kan een medische ingreep zoals niersteenvergruizing (lithotripsie) of ureteroscopie nodig zijn. Met behandeling is de prognose goed, hoewel het herstel langer kan duren.
- Terugkerende stenen: Sommige mensen hebben een verhoogde aanleg voor het ontwikkelen van nierstenen. In deze gevallen is het belangrijk om preventieve maatregelen te nemen, zoals dieetveranderingen en voldoende vochtinname, om herhaling te voorkomen. De prognose blijft goed met de juiste preventieve zorg.
- Complicaties: Als nierstenen onbehandeld blijven, kunnen ze leiden tot complicaties zoals nierinfecties of nierbeschadiging. Snelle behandeling voorkomt meestal deze complicaties, waardoor de vooruitzichten positief blijven.
Preventie
Neem de volgende preventieve maatregelen in acht:
- Voldoende water drinken: Zorg voor 2-3 liter vocht per dag.
- Beperk zoutinname: Minder zout helpt nierstenen te voorkomen.
- Eet calciumrijk voedsel: Dit vermindert de kans op calciumoxalaatstenen.
- Beperk oxalaatrijk voedsel: Vermijd spinazie, noten, en chocolade.
- Verminder suikerconsumptie: Te veel suiker verhoogt het risico op stenen.
- Eet minder rood vlees: Dierlijke eiwitten verhogen het risico op nierstenen.
- Beweeg regelmatig: Houd je lichaam actief om je nierfunctie gezond te houden.
- Beperk frisdrank: Suiker en fosfaten in frisdrank kunnen steenvorming bevorderen.
- Eet meer vezels: Vezels helpen bij het verwijderen van calcium en oxalaten.
- Let op vitamine C-supplementen: Te veel vitamine C kan leiden tot oxalaatstenen.
- Beperk alcoholinname: Alcohol kan je vochtbalans verstoren.
- Controleer op urineweginfecties: Tijdige behandeling voorkomt steenvorming.
Lees verder