Antidepressiva: Medicatie tegen een depressie en pijn
Antidepressiva zijn geneesmiddelen met een stemmingsverbeterende en depressiebestrijdende werking. De arts zet deze medicatie in bij het behandelen van depressies, alsook bij het voorkomen van terugkerende depressies. Antidepressiva bestaan in heel wat verschillende vormen. De arts schrijft steeds de meest geschikte medicatie in de laagst mogelijke startdosis voor. Alle medicijnen veroorzaken milde tot ernstige bijwerkingen, al komen deze niet altijd en bij iedereen tot uiting. Daarnaast zijn deze medicijnen ook voor enkele andere doelgroepen geschikt. Het is wel belangrijk om ook bij het ontstaan van milde bijwerkingen de antidepressiva te blijven innemen zodat het lichaam went aan de medicatie en zeker niet plots te stoppen. Antidepressiva alleen genezen geen depressie. Maar dankzij een combinatie van antidepressiva (en psychologische begeleiding) verbeteren de klachten bij de meeste patiënten met een depressie alsook van een andere psychische aandoening of chronische pijn.
Synoniemen antidepressivum
Een antidepressivum is eveneens gekend als een thymolepticum (thymoleptica is het meervoud).
Indicatie antidepressiva
Antidepressiva zijn niet enkel in te zetten bij een
depressie, maar ook bij patiënten met langdurige
chronische pijn en andere
pijnklachten. Daarnaast schrijft de arts deze geneesmiddelen voor bij volgende aandoeningen:
Tegenindicatie geneesmiddelen tegen depressie
Iedereen die antidepressiva neemt, ervaart mogelijk bijwerkingen, maar sommige patiënten lopen een hoger risico op bijwerkingen. De arts volgt alle patiënten die een antidepressivum nemen op, maar bij volgende doelgroepen is de arts voorzichtig met het voorschrijven van medicatie en volgt hij deze patiënten zeer nauwlettend op:
- Patiënten boven de 65 jaar: SSRI's verhogen het risico op valpartijen, breuken, en botverlies bij oudere patiënten.
- Patiënten die een bipolaire stoornis: Antidepressiva verergeren soms een bipolaire stoornis (psychische ziekte: stemmingsstoornis met (hypo)manische (hoge) en depressieve (lage) perioden) of leiden tot een manische episode (extreme energie veroorzaakt door een bipolaire stoornis of een andere stemmingsstoornis).
- Tieners en jongvolwassenen: Zelfmoord en zelfmoordgedachten komen vaker voor bij kinderen en jongvolwassenen die antidepressiva nemen.
- Zwangere vrouwen: Het gebruik van SSRI's in de zwangerschap leidt tot ontwenningsverschijnselen bij pasgeborenen na de bevalling. Typische symptomen zijn tremor (bevingen), rusteloosheid, milde ademhalingsproblemen en zwak huilen.
Werking medicatie tegen depressie en pijn
Antidepressiva verhogen het niveau van neurotransmitters in de
hersenen. Neurotransmitters zijn gekend als boodschapperstoffen. Dit zijn chemische stoffen die als overbrenger van de zenuwprikkel dienen. Bepaalde neurotransmitters, zoals serotonine en noradrenaline, verbeteren de stemming en emotie. Een hoger niveau van neurotransmitters verstoort de pijnsignalen van zenuwen, wat verklaart waarom sommige antidepressiva langdurige
pijn verlichten. Antidepressiva behandelen overigens wel de symptomen maar niet de oorzaak van een depressie. Daarom zijn ze meestal onderdeel van een therapie waarbij ook psychische begeleiding centraal staat. Mogelijk schrijft de arts ook nog andere geneesmiddelen voor om de antidepressieve effecten te versterken. Soms omvat dit een tweede antidepressivum of anders een ander medicijn zoals een
stemmingsstabilisator en een antipsychoticum.
Anti-angstmedicatie en stimulantia zijn ook mogelijk voorgeschreven medicijnen.
Verschillende soorten antidepressiva
Op de markt zijn verschillende soorten antidepressiva beschikbaar, allen met een andere werking en mogelijke bijwerkingen. Meestal is een bepaald medicijn direct onder te verdelen onder een bepaalde soort. Maar sommige artsen plaatsen ditzelfde geneesmiddel ook onder een verschillende soort antidepressivum. Zo is Mirtazapine een TCA, maar andere artsen aanzien dit soms als een NASSA.
Selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI's)
Werking
SSRI staat voor "selective serotonin reuptake inhibitor". In het Nederlands is dit bekend als "
selectieve serotonineheropnameremmer". Dit is een antidepressivum waarvan de werking berust op de remming van de heropname van serotonine vanuit de synapsspleten tussen de hersencellen zodat de stimulatie van hersencellen toeneemt. Dit is het meest voorgeschreven antidepressivum, omdat ze minder bijwerkingen veroorzaken. Daarnaast is een overdosis van dit type antidepressiva minder ernstig. Bij patiënten van 65 jaar en ouder verhogen SSRI's wel het risico op vallen, breuken, en botverlies. Ook het abrupt stoppen met SSRI's resulteert mogelijk in ernstige ontwenningsverschijnselen.
Voorbeelden
- Citalopram (Cipramil)
- Escitalopram (Lexapro)
- Fluoxetine (Prozac)
- Fluvoxamine (Luvox)
- Paroxetine (Seroxat)
- Sertraline (Zoloft)
Serotonine-noradrenaline heropnameremmers (SNRI's)
Werking
SNRI's is de afkorting voor "selectieve serotonine en noradrenaline reuptake inhibitoren", beter bekend als "heropnameremmers". SNRI's zijn vergelijkbaar met SSRI's. Sommige patiënten reageren beter op dit type medicatie terwijl anderen beter op SSRI's reageren.
Voorbeelden
- Duloxetine (Cymbalta en Yentreve)
- Venlafaxine (Efexor)
Monoamineoxidaseremmers (MAO's)
Werking
Monoamineoxidaseremmers verminderen de werking van het enzym monoamino-oxidase (MAO) en breken hierdoor monoaminen in de zenuwcel af. De medicijnen bereiken hierdoor een antidepressieve werking. Dit zijn geneesmiddelen die de arts voorschrijft indien geen enkel ander antidepressivum effectief is. De patiënt moet hierbij een zeer streng voedselschema respecteren omdat de medicatie reageert op bepaalde voedingsmiddelen alsook bij bepaalde medicijnen waaronder
decongestiva en bepaalde
kruidensupplementen. Deze medicijnen zijn niet altijd te combineren met SSRI's.
Voorbeelden
- Fenelzine (Nardil)
- Isocarboxazid (Marplan)
- Selegiline (Emsam) (huidplakker die minder bijwerkingen geeft)
- Tranylcypromine (Parnate)
Noradrenaline en specifieke serotonerge antidepressiva (NASSA's)
Werking
NASSA's zijn effectief bij patiënten die niet in staat zijn om SSRI's in te nemen. De bijwerkingen van NASSA's zijn vergelijkbaar met die van SSRI's, maar ze veroorzaken minder seksuele problemen. Zij leiden echter doorgaans wel tot meer slaperigheid.
Voorbeelden
- Aplenzin
- Bupropion (Wellbutrin)
- Forfivo XL
Tricyclische antidepressiva (TCA's)
Werking
TCA's zijn een ouder type antidepressiva. Ze zijn niet langer aanbevolen als eerstelijns behandeling voor een depressie, omdat ze gevaarlijk zijn bij een overdosis. In de meeste gevallen zijn de bijwerkingen ook ernstiger en vervelender dan deze van SSRI's en SNRI's. Plots stoppen met deze medicatie leidt vaak tot vervelende ontwenningsverschijnselen. Bij patiënten met
hartproblemen en
epileptische aanvallen zijn deze geneesmiddelen evenmin aanbevolen. Slaperigheid is de meest voorkomende bijwerking van TCA's, vooral in de eerste paar weken van inname. Soms schrijft de arts deze nog wel voor bij patiënten met een ernstige depressie die niet reageren op andere behandelingen. TCA's zijn tevens nuttig bij andere geestelijke gezondheidsproblemen, zoals een obsessief-compulsieve stoornis en bipolaire stoornis. Bovendien zijn sommige soorten TCA's ook in te zetten bij chronische
zenuwpijn. Af en toe zet de arts ook TCA's in voor de behandeling van spijsverteringsproblemen. Deze zijn effectief maar brengen ook vaak bijwerkingen met zich mee.
Voorbeelden
- Amitriptyline (Elavil, (Tryptizol)
- Clomipramine (Anafranil)
- Desipramine (Norpramin)
- Doxepin (Sinequan)
- Imipramine (Tofranil)
- Lofepramine (Gamanil)
- Mirtazapine (Remeron)
- Nortriptyline (Allegron, Aventyl, Pamelor)
- Protriptyline (Vivactil)
- Trimipramine (Surmontil)
Het juiste antidepressivum en interactie met andere medicijnen
Het maken van de keuze voor een antidepressivum is voor de arts niet steeds eenvoudig. Hij bekijkt de specifieke symptomen van de patiënt en houdt rekening met zijn medische en psychische voorgeschiedenis. Ook houdt hij rekening met de mogelijke bijwerkingen die voor elk antidepressivum anders zijn. Soms neemt een eerstegraads familielid ook reeds een antidepressivum. De arts bevraagt de patiënt dan over de effectiviteit van dit geneesmiddel bij het familielid, zodat hij dit mogelijk ook overweegt bij de patiënt. Daarnaast bekijkt hij welke medicatie,
vitaminen of kruidensupplementen de patiënt reeds neemt omdat sommige antidepressiva gevaarlijke reacties uitlokken bij de inname van bepaalde medicijnen. Zo zijn SSRI's en MAO-remmers niet altijd te combineren want dit leidt mogelijk tot het
serotoninesyndroom, een levensbedreigende aandoening waarbij zich te veel serotonine in het lichaam bevindt. Ook het combineren van SSRI's in combinatie met
antihistaminica, slaapmiddelen of bepaalde
pijnstillers veroorzaken soms ernstige bijwerkingen. Sommige antidepressiva zijn niet veilig voor zwangere vrouwen of voor vrouwen die
borstvoeding geven. Bovendien bekijkt de arts welke andere lichamelijke en/of geestelijke aandoeningen de patiënt heeft voor het maken van een goede keuze. Tot slot volgt de arts de patiënt regelmatig op en bekijkt hij de effecten en mogelijke bijwerkingen van de patiënt. Sommige patiënten proberen onder begeleiding van de arts diverse medicijnen alvorens het juiste antidepressivum gevonden is.
Gebruik, dosering en behandelingsduur
Antidepressiva zijn verkrijgbaar in tabletvorm. De arts schrijft normaalgezien eerst de laagst mogelijke dosis voor waarbij hij vermoedt dat de klachten verbeteren. De effecten van het gebruik van antidepressiva starten meestal na ongeveer zeven dagen, maar het volledige therapeutische effect bereikt de patiënt gewoonlijk na vier tot zes weken. De patiënt mag wel niet stoppen wanneer hij milde bijwerkingen voelt, omdat deze effecten meestal verdwijnen wanneer het lichaam aan het medicijn went. Indien de patiënt een antidepressivum reeds vier tot zes weken neemt en geen beterschap merkt, is het verstandig om terug contact op te nemen met de arts. Hij verhoogt dan de dosis of schrijft andere medicatie voor. Een behandeling duurt meestal zes maanden, hoewel de arts soms gedurende twee jaar antidepressiva voorschrijft bij patiënten met een voorgeschiedenis van depressie. Sommige patiënten met terugkerende
depressies nemen de medicatie voor onbepaalde tijd. Het is verder belangrijk om de medicatie steeds stipt in te nemen. Daarnaast is plots stoppen met medicatie evenmin een goed idee want hierdoor ontstaan soms ernstige ontwenningsverschijnselen. Daarom bespreekt de patiënt steevast de effectiviteit van het medicijn met de arts. Tot slot gaan alcohol en/of
drugs niet samen met het gebruik van antidepressiva.
Tips voor het stoppen met antidepressiva
Plots stoppen met antidepressiva, zelfs als de patiënt zich goed voelt, levert vaak (ernstige) ontwenningsverschijnselen op. De arts en patiënt bekijken steeds in overleg of het een goed idee is om de medicatie af te bouwen en ook wat hiervoor de beste aanpak is. De patiënt vermindert de dosis geleidelijk om de ontwenningsverschijnselen te minimaliseren. Hierbij zitten ten minste één tot twee weken tussen elke verlaging van de dosering. Het is zeker geen goed idee om dit proces te overhaasten. Het is met andere woorden normaal dat het afbouwproces enkele maanden in beslag neemt. De arts volgt de patiënt mee op en zo nodig neemt hij nog meer tijd dan de vooraf vooropgestelde tijd om de dosis te verlagen. Tot slot is het belangrijk om tijdens een rustige periode af te bouwen met de medicatie. Dit houdt in dat de patiënt niet onder te veel
stress mag staan of geen grote veranderingen doormaakt in het leven. De patiënt wacht bij het geleidelijk aan afbouwen van antidepressiva met andere woorden tot de levenssituatie wat stabieler is.
Bijwerkingen geneesmiddelen
Antidepressiva kennen heel wat mogelijke psychische en lichamelijke bijwerkingen die ook afhankelijk zijn van het type medicatie. In het algemeen zijn de meest voorkomende bijwerkingen van antidepressiva vrij mild. Normaalgezien verbeteren de bijwerkingen binnen een paar dagen of weken, omdat het lichaam dan went aan de medicatie. De bijwerkingen treden niet altijd en niet bij iedereen op:
Psychische bijwerkingen
Lichamelijke bijwerkingen
Alternatieven voor antidepressiva
Alternatieve behandelingen voor een depressie onder meer contactgroepen en praattherapieën zoals
cognitieve gedragstherapie (vorm van psychotherapie). Steeds meer patiënten met matige tot ernstige depressie krijgen een combinatie van antidepressiva en psychologische therapie. Antidepressiva werken snel in het verminderen van de symptomen, terwijl psychologische behandeling tijd kost om de oorzaken van depressie en de omgang hiermee te overwinnen. Regelmatige lichaamsbeweging is ook nuttig voor patiënten met een milde depressie.
Prognose medicijnen
Bij een milde depressie zijn antidepressiva niet altijd even effectief, maar ze verlichten wel snel symptomen bij een ernstige depressie. De meeste patiënten hebben wel baat bij antidepressiva.
Lees verder