Drijvende ontlasting: symptomen, oorzaak en behandeling
Drijvende ontlasting duidt op ontlasting dat blijft drijven in de toiletpot. Drijvende ontlasting of poep kan komen door het voedsel dat je eet. Bepaalde voeding kan leiden tot overmatige gasvorming en de overmatige aanwezigheid van gassen in de ontlasting kan deze doen laten drijven. Er kan ook ontzettend veel vet in de ontlasting aanwezig zijn, waardoor deze dun en plakkerig is. Dat wordt vetdiarree genoemd. Je kunt soms last hebben van drijvende ontlasting, maar er zijn ook mensen die er bijna altijd last van hebben. In dat geval is het belangrijk je huisarts te raadplegen om te achterhalen wat er aan de hand is. Behandeling, indien nodig, is afhankelijk van de oorzaak van de drijvende ontlasting. De arts kan antibiotica voorschrijven in geval van bacteriële infecties of antidiarreemedicatie in geval van diarree. De behandeling van vetdiarree is afhankelijk van de oorzaak. De arts kan ook dieetveranderingen en leefstijlaanpassingen aanbevelen.
Drijvende ontlasting
Stel je voor: je spoelt de wc door en... daar blijft je ontlasting eigenwijs bovenop het water drijven. Misschien een beetje verrassend, misschien zelfs alarmerend – maar wat betekent het eigenlijk? Voor veel mensen is drijvende ontlasting een teken aan de wand. In de meeste gevallen is het eigenlijk vrij onschuldig en vaak het gevolg van teveel lucht of gas in de ontlasting. Een dieet rijk aan vezels of bepaalde koolhydraten, bijvoorbeeld, kan ervoor zorgen dat je spijsverteringsstelsel wat extra gas produceert, wat uiteindelijk je ontlasting doet drijven.
drijvende ontlasting /
Bron: Lisa S./Shutterstock.comSoms kan drijvende ontlasting echter wijzen op een minder goede opname van voedingsstoffen door de darmen, zoals bij malabsorptie. Ook een verhoogde hoeveelheid vet in de ontlasting, bekend als steatorroe, kan ervoor zorgen dat de ontlasting lichter en drijvend wordt. Chronische pancreatitis of coeliakie kunnen bijvoorbeeld een rol spelen. Toch geldt voor de meeste mensen dat drijvende ontlasting geen reden tot zorgen is, maar wel een uitnodiging om je voeding of spijsvertering eens goed onder de loep te nemen.
Ontstaansmechanisme
Het ontstaan van drijvende ontlasting lijkt misschien een mysterie, maar eigenlijk is het een eenvoudig mechanisme dat vooral te maken heeft met lucht en vet. Hier lees je hoe het precies zit!
Gasvorming: het luchtige geheim
De belangrijkste reden voor drijvende ontlasting is gas. Tijdens de spijsvertering komt er soms extra lucht in je darmen terecht, vooral wanneer je vezelrijke of koolhydraatrijke voeding eet. Denk aan bonen, volkoren producten en koolsoorten – al die fermentatieprocessen creëren een beetje gas in je darmen. Al dat gas zorgt ervoor dat de ontlasting lichter wordt en zo kan blijven drijven. Dat luchtige geheim blijft dus in je buikbacteriën verstopt!
Vet in de ontlasting: het glibberige effect
Een andere grote factor is vet. Als je lichaam vet niet goed kan opnemen, blijft er meer vet in je ontlasting achter. Dit komt vaak voor bij aandoeningen zoals coeliakie of problemen met de alvleesklier. Vet is van nature minder dicht dan water en zorgt voor een olieachtig, soms glanzend laagje op je ontlasting. Het resultaat? Een stukje drijvende ontlasting dat niet zomaar wil zinken.
Snelle spijsvertering: een spoedige reis
Soms stroomt je eten gewoon sneller door je spijsverteringskanaal dan normaal, bijvoorbeeld door stress, bepaalde medicijnen, of een lichte maag-darmstoornis. Wanneer voedsel sneller door je darmen gaat, krijgt het minder tijd om volledig afgebroken te worden, wat de ontlasting luchtiger kan maken. Dit versnelt het hele proces en levert zo weer wat extra drijfkracht op.
Vezels en voeding: de kracht van plantaardige power
Tot slot speelt je voeding zelf een grote rol. Eet je veel vezels, dan blijft er meer vocht en lucht in je ontlasting zitten, wat deze luchtig maakt. Dit komt vooral door bonen,
linzen, en groenten, die de bacteriën in je darmen flink aan het werk zetten. Het resultaat? Een lichter, drijvend resultaat na je maaltijd.
Vrouwen hebben iets meer kans dan mannen op drijvende ontlastin /
Bron: Clker Free Vector Images, PixabayEpidemiologie
Geslacht en leeftijd: de rol van m/v en kinderen versus volwassenen
Wist je dat drijvende ontlasting vaker voorkomt bij kinderen dan bij volwassenen? Kinderen hebben gemiddeld een hoger vezelrijk dieet dankzij de nadruk op gezonde voeding in de groei, en hun spijsvertering bevat vaak meer luchtbelletjes, wat zorgt voor een drijvende consistentie. Zo’n 25-30% van kinderen in Westerse landen ervaart wel eens drijvende ontlasting, terwijl dit bij volwassenen lager ligt, rond de 10-15%. Het verschil tussen mannen en vrouwen is niet zo groot, maar studies wijzen erop dat vrouwen iets vaker gasvorming ervaren door
hormonale schommelingen, waardoor hun ontlasting net wat vaker drijft.
Klimaat en geografische verschillen: Nederland, België, en overzeese gebiedsdelen
Het klimaat speelt ook een subtiele rol. In tropische gebieden, zoals de Nederlandse overzeese gebiedsdelen, wordt gemiddeld meer vezelrijke voeding genuttigd, zoals tropisch fruit en groenten, wat de kans op drijvende ontlasting verhoogt. De warme temperaturen bevorderen vaak ook fermentatieprocessen in het spijsverteringskanaal, wat weer kan leiden tot extra gasvorming. In Nederland en België, waar het klimaat gematigder is en het dieet meer op koolhydraten en eiwitten gericht is, zien we dat het percentage mensen met drijvende ontlasting iets lager ligt. Studies uit 2023 schatten dat in Nederland en België ongeveer 12-15% van de bevolking met enige regelmaat drijvende ontlasting heeft, vergeleken met 20-25% in de Nederlandse Antillen.
Invloed van voeding en leefstijl: het effect van vezels en vet
Voeding en leefstijl zijn mogelijk de belangrijkste factoren achter drijvende ontlasting. Een vezelrijk dieet, rijk aan bonen, volkoren producten en bepaalde groenten, zorgt voor meer luchtvorming in de darmen en kan ontlasting laten drijven. In Westerse landen waar vezelrijke diëten en koolhydraatrijke maaltijden steeds populairder worden, stijgt het percentage mensen met drijvende ontlasting. In Nederland volgen zo’n 40% van de volwassenen af en toe een vezelrijk dieet, en onder hen ervaart meer dan een kwart wel eens drijvende ontlasting. In België ligt dit percentage iets lager, rond de 30%, waarschijnlijk door een iets hogere vleesconsumptie en lagere vezelinname.
Ook een vetrijke leefstijl kan bijdragen, vooral wanneer het lichaam moeite heeft met de vetvertering, zoals bij sommige mensen met een genetische aanleg voor een langzamere vetvertering. Drijvende ontlasting door vetmalabsorptie, zoals bij coeliakie of pancreatitis, komt bij volwassenen in Nederland en België voor bij ongeveer 1-2% van de bevolking. In de Caribische regio’s, waar vetrijke kokosgerechten en gefrituurd voedsel populair zijn, ligt dit percentage dichter bij 3-4%.
Wereldwijde verschillen en culturele invloeden: het grote plaatje
Wereldwijd verschilt de prevalentie van drijvende ontlasting per regio, met hogere cijfers in Aziatische en Afrikaanse landen waar het dieet rijk is aan groenten en fruit. In Japan, bijvoorbeeld, schat men dat zo’n 30% van de bevolking regelmatig drijvende ontlasting heeft door het hoge aandeel zeewier en sojabonen in het dieet. In de Verenigde Staten, waar bewerkte voedingsmiddelen en fastfood een grotere rol spelen, ligt het percentage een stuk lager, tussen de 8-10%. Cultuur speelt een rol: in Latijns-Amerikaanse landen met hun bonen- en rijstgerechten ligt het aantal mensen met drijvende ontlasting rond de 20%.
Genetische en andere factoren: aanleg voor drijvend succes
Genetica kan verrassend veel invloed hebben. Sommige mensen hebben genetische varianten die zorgen voor een efficiëntere vertering van vetten, terwijl anderen sneller gas opbouwen in hun darmen. Mensen met genetische aanleg voor lactose-intolerantie of fructose-intolerantie kunnen vaker drijvende ontlasting ervaren door gasvorming in de darmen. Onder mensen van Europese afkomst komt drijvende ontlasting door deze gevoeligheden minder vaak voor (circa 10%), terwijl dit bij mensen van Aziatische afkomst kan oplopen tot 25%.
Symptomen van drijvende poep
Er is geen reden tot paniek als je ontlasting drijft. Als het symptoom aanhoudt, kan een arts echter geruststelling bieden en eventuele onderliggende problemen diagnosticeren. Raadpleeg in de volgende gevallen je huisarts:
- drijvende ontlasting ziet er ook erg vet of vettig uit en het symptoom blijft langer dan een paar dagen aanhouden
- je hebt tevens last van chronische obstipatie of diarree
- de ontlasting is erg licht of bleek
- ongewild en onbedoeld gewichtsverlies
- als je een onderliggende medische aandoening hebt en veranderingen in je stoelgang opmerkt
- als je erg donkere urine hebt
Ga naar de eerste hulp of raadpleeg onmiddellijk een arts als:
- een baby ernstige diarree heeft en tekenen van uitdroging vertoont, zoals:
- ingevallen ogen of schrale, droge lippen, een diep liggende fontanel
- als je hoge koorts ontwikkelt samen met een drijvende ontlasting
- als je last krijgt van intense pijn in de bovenbuik, vooral aan de rechterkant, samen met tekenen van lever- of alvleesklierproblemen, zoals donkere urine of bleke ontlasting
Oorzaak van drijvende ontlasting
Ontlasting is de manier van het lichaam om afval te lozen en weerspiegelt meestal het dieet van een persoon. Drijvende ontlasting of poep, veranderingen van de kleur van je ontlasting en andere tijdelijke veranderingen in de stoelgang zijn meestal geen teken van een ernstige medische aandoening. Desondanks is het verstandig om je huisarts te raadplegen als de symptomen aanhouden of erger worden. Een arts kan verschillende tests en onderzoeken uitvoeren om een juiste diagnose te stellen.
Laten we de mogelijke oorzaken van drijvende poep onderzoeken:
Overmatige gasvorming door asperges /
Bron: Evan Lorne/Shutterstock.comOvermatige gassen in de ontlasting
Voedingsmiddelen
De overmatige aanwezigheid van gassen in de ontlasting kan de ontlasting doen drijven. Te veel gas in de ontlasting kan komen door gisting en rotting. Meestal is drijvende ontlasting het gevolg van iets dat je hebt gegeten. Als je iets eet dat gasvorming veroorzaakt (of een grote maaltijd eet), mengt het gas zich met ontlasting in de darmen. De extra lucht maakt de ontlasting minder dicht, waardoor het drijft wanneer het de toiletpot raakt. Hier zijn enkele soorten voedsel die gas kunnen produceren:
- appels, peren, perziken, pruimen
- kunstmatige zoetstoffen
- asperges, artisjokken, spruitjes, en uien
- bonen
- fruitsappen
- honing
- frisdranken en fruitsappen
- suikervrije snoepjes en kauwgom
Veel van deze voedingsmiddelen bevatten suikers die ook overmatige gasvorming en
winderigheid kunnen produceren. Pruimen, appels, perziken en suikervrije voedingsmiddelen bevatten bijvoorbeeld sorbitol. Frisdranken, honing en vruchtensappen bevatten veel fructose.
Lactose-intolerantie
Bij lactose-intolerantie kun je lactose niet of niet volledig verteren. Mensen met lactose-intolerantie kunnen drijvende ontlasting hebben als ze melk en melkproducten consumeren. Het enzym lactase dat in de dunne darmwand wordt aangemaakt, is nodig om lactose te verteren. Bij een gebrek aan lactase wordt lactose niet of niet volledig verteerd, hetgeen klachten kán geven. Je kunt last krijgen van een
opgeblazen gevoel en gasvorming na het nuttigen van zuivelproducten, wat kan leiden tot drijvende ontlasting.
Buikpijn bij het prikkelbare darm syndroom /
Bron: Andrey Popov/Shutterstock.comPrikkelbare darm syndroom (PDS)
Drijvende ontlasting komt ook vaak voor bij mensen met het
prikkelbare darm syndroom (PDS), een veel voorkomende aandoening waarbij je regelmatig buikklachten en problemen met de ontlasting hebt. Symptomen zijn onder meer
buikkrampen,
buikpijn, een opgeblazen gevoel, winderigheid en
diarree of
obstipatie, of beide en
slijm bij de ontlastring. PDS kan onder meer ontstaan doordat de darmwand beschadigd raakt. Dit kan gebeuren na bijvoorbeeld een ontsteking of een infectie, waardoor de samenstelling van de darmbacteriën uit balans raakt.
Drijvende poep door voeding met veel vezels
Als je erg veel
vezels binnenkrijgt door een dieet met veel fruit, groenten en volle granen, krijgen sneller te maken met drijvende stoelgang. Dit wijst op een gezond voedingspatroon en is dus geen alarmsymptoom. Vezels dragen volgens het Voedingscentrum bij aan een goede spijsvertering, een verzadigd gevoel na het eten en verminderen het risico op
hart- en vaatziekten,
diabetes type 2 en
darmkanker.
Vezelrijk voedsel verlaagt de dichtheid van de stoelgang, waardoor deze kan gaan drijven. Dit komt door de sponswerking van vezels; de vezels zwellen op en zorgen daardoor voor een vaste en tegelijk soepele ontlasting. Dit geldt vooral voor het eten van
peulvruchten, spruitjes,
broccoli en
bloemkool.
Vet in de ontlasting (vetdiarree)
Hoewel drijvende ontlasting meestal het gevolg is van iets dat je hebt gegeten, kan dit ook betekenen dat het vet in de voeding niet goed door het lichaam wordt opgenomen en in je ontlasting terechtkomt, een aandoening die
vetdiarree of steatorroe wordt genoemd. Vaak is deze ontlasting zacht, volumineus en plakkerig, en
stinkt het heel erg. Ook drijft het vaak in de toiletpot en is het moeilijk weg te spoelen.
Maag-darmaandoeningen
Maag-darminfecties of gastro-intestinale infecties kunnen vetdiarree veroorzaken (zoals de parasitaire infectie
Giardiasis), maar het kan ook het gevolg zijn van het gebruik van bepaalde medicijnen of aandoeningen waarvan bekend is dat ze de absorberende bekleding van de darmen verstoren (zoals de
ziekte van Crohn, coeliakie, bacteriële overgroei, cystic fibrosis (CF, taaislijmziekte), de ziekte van Graves en het
kortedarmsyndroom.
Alvleesklier, galblaas en lever
Vetdiarree kan ook optreden als een symptoom van aandoeningen die de
alvleesklier,
galblaas of
lever aantasten. Dergelijke aandoeningen worden vaak gekenmerkt door verlaagde niveaus van lipase (een spijsverteringsenzym geproduceerd door de
alvleesklier of pancreas) en/of galzouten (een substantie dat wordt gevormd in de lever). Beide zijn nodig om vet af te breken en te absorberen. Het kan hierbij gaan om onder meer de volgende aandoeningen:
Alvleesklier /
Bron: Decade3d/Shutterstock.com Chronische alvleesklierontsteking (pancreatitis)
Chronische
alvleesklierontsteking komt vaak door langdurig alcoholgebruik of herhaalde aanvallen van acute alvleesklierontsteking. Je kunt hierbij last krijgen van drijvende ontlasting, evenals anders symptomen zoals buikpijn,
rugpijn, opgeblazen gevoel in de buik en gewichtsverlies. Het wordt ook geassocieerd met
diabetes.
Scleroserende cholangitis
Primaire scleroserende cholangitis (PSC) is een chronische
ontsteking van de galwegen, waarbij vooral littekenvorming en vernietiging van de galkanalen binnen en buiten de lever optreedt. Symptomen kunnen zijn: drijvende ontlasting,
vermoeidheid,
jeukende huid,
koorts /
koude rillingen,
geelzucht en
donkere urine.
Symptomatische galstenen (choledocholithiasis)
De aanwezigheid van een of meer
galstenen kan leiden tot klachten als de steen het galkanaal blokkeert. Naast drijvende ontlasting, kun je last krijgen van pijn in de rechter boven- of middenbovenbuik (deze
pijn in de bovenbuik houdt minstens 30 minuten aan), koorts, geelzucht,
verlies van eetlust,
misselijkheid en
braken.
Alvleesklierkanker
Een vorm van kanker die de alvleesklier of pancreas aantast. Symptomen kunnen bestaan uit pijn in de bovenbuik die naar je rug uitstraalt, verlies van eetlust of onbedoeld gewichtsverlies,
depressie, het ontstaan van diabetes of snelle verslechtering van al bestaande diabetes, vermoeidheid en het geel worden van je huid en het wit van je ogen (geelzucht).
Andere oorzaken van drijvende poep
Darmparasieten en infecties
Sommige parasitaire infecties kunnen leiden tot veranderingen in de ontlasting. Een bekende boosdoener is
Giardia lamblia, een parasiet die diarree, opgeblazen gevoel en vettige, drijvende ontlasting kan veroorzaken. Parasieten verstoren de normale vertering en opname van voedingsstoffen, wat leidt tot een verhoogd vetgehalte en gasvorming in de ontlasting. Infecties zoals deze komen vaker voor bij reizen naar gebieden met minder goede hygiëne en zijn meestal te behandelen met medicatie.
Maldigestie door enzymtekort
Het ontbreken van bepaalde spijsverteringsenzymen kan de afbraak van vetten, eiwitten of koolhydraten in de darm verminderen, wat zorgt voor drijvende ontlasting. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij aandoeningen zoals exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI), waarbij de alvleesklier onvoldoende enzymen produceert. Hierdoor blijft onverteerd voedsel in de ontlasting achter, wat de consistentie en dichtheid beïnvloedt en de ontlasting kan doen drijven.
Snelle transit door de darmen
Soms stroomt voedsel sneller dan normaal door het spijsverteringskanaal. Dit wordt ook wel een verhoogde "darmtransit" genoemd en kan onder andere worden veroorzaakt door
angst, stress, of door het prikkelbare darm syndroom (PDS). Wanneer de darmpassage sneller is, krijgt het lichaam minder tijd om vocht en voedingsstoffen op te nemen, wat kan leiden tot gasvorming en een lagere dichtheid van de ontlasting. Dit versnelt ook de opbouw van lucht en vocht in de ontlasting, wat deze laat drijven.
Overgroei van bacteriën in de dunne darm (SIBO)
SIBO, oftewel "small intestinal bacterial overgrowth", is een aandoening waarbij er een overmatige bacteriegroei in de dunne darm optreedt. Dit kan gasvorming veroorzaken en de vertering verstoren, wat resulteert in drijvende, losse ontlasting. Mensen met SIBO ervaren vaak ook symptomen zoals een opgeblazen gevoel, winderigheid, en diarree.
Glutenintolerantie (coeliakie)
Bij coeliakie kan het lichaam gluten, een eiwit dat voorkomt in tarwe en andere granen, niet goed verwerken. Dit leidt tot beschadiging van het darmslijmvlies en kan zorgen voor malabsorptie van voedingsstoffen, waaronder vet. De aanwezigheid van onverwerkt vet in de ontlasting maakt het mogelijk drijvend, vettig en volumineus.
Medicatie en supplementen
Bepaalde medicijnen, zoals antibiotica of supplementen zoals magnesium, kunnen het spijsverteringskanaal versnellen of verstoren, wat leidt tot veranderingen in de stoelgang. Antibiotica kunnen ook de balans van darmbacteriën veranderen, wat bij sommige mensen extra gasvorming veroorzaakt. Sommige supplementen, zoals die met een hoog vet- of vezelgehalte, kunnen de ontlasting ook beïnvloeden.
Risicofactoren
Als je wel eens drijvende ontlasting hebt, zijn er verschillende risicofactoren die dit kunnen verklaren. Vaak draait het om een combinatie van leefstijl, dieet, en soms ook genetische aanleg. Hier zijn enkele van de meest opvallende risicofactoren op een rij.
Voeding met veel gasvormende koolhydraten
Je favoriete maaltijden kunnen onbewust bijdragen aan drijvende ontlasting. Vezelrijke voedingsmiddelen, zoals bonen, broccoli en spruitjes, produceren veel gas in de darmen. Wist je dat zo'n 20-30% van de mensen in Westerse landen dagelijks drijvende ontlasting ervaart na een vezelrijke maaltijd? Ook kunstmatige zoetstoffen zoals sorbitol en fructose, die vaak in frisdrank en snoepjes zitten, staan bekend om hun gasvormende effect.
Genetische aanleg voor lactose- of fructose-intolerantie
Als je lactose- of fructose-intolerant bent, heb je een verhoogde kans op drijvende ontlasting. In Nederland en België is zo’n 5-10% van de bevolking lactose-intolerant, wat kan zorgen voor gasvorming en een opgeblazen gevoel na zuivelconsumptie. Mensen met een fructose-intolerantie hebben een vergelijkbaar probleem na het eten van vruchten zoals appels en peren. Deze intoleranties komen iets vaker voor bij mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst, waarbij soms wel 25% van de bevolking getroffen is.
Snel eten en lucht inslikken
Ben je iemand die snel eet of graag met een rietje drinkt? Dit kan ervoor zorgen dat je meer lucht inslikt, wat zich uiteindelijk met je ontlasting mengt en deze lichter maakt. Ongeveer 15% van de volwassenen ervaart drijvende ontlasting door deze kleine eetgewoontes. Ook koolzuurhoudende dranken, zoals frisdrank en bier, kunnen bijdragen aan extra gas in je darmen, wat de ontlasting een "drijvend effect" geeft.
Vetrijke voeding of gebrekkige vetopname
Als je lichaam vetten niet goed kan opnemen, zoals bij sommige mensen met coeliakie of pancreasproblemen, blijven deze vetten achter in je ontlasting. Hierdoor wordt de ontlasting lichter en gaat drijven. Vetrijke diëten kunnen een soortgelijk effect hebben, vooral als je regelmatig gefrituurd of vet voedsel eet. Bij mensen met pancreasproblemen, bijvoorbeeld, wordt bij zo’n 30-40% van hen drijvende, vette ontlasting gemeld.
Darmparasieten en reizen naar andere landen
Heb je recent gereisd naar een land met andere hygiëne-omstandigheden? Parasieten zoals Giardia kunnen leiden tot vetdiarree, met als gevolg drijvende, plakkerige ontlasting. Wereldwijd krijgen 200 miljoen mensen jaarlijks een infectie door deze parasiet, en de klachten kunnen lang aanhouden als ze niet behandeld worden. Vooral in tropische gebieden met minder goede sanitaire voorzieningen is de kans op besmetting groter.
Vezelrijke dieettrends en gezondheidsbewustzijn
In Westerse landen, waar steeds meer mensen gezonde, vezelrijke diëten volgen, neemt het aantal mensen met drijvende ontlasting toe. Vezels zijn essentieel voor een gezonde darmwerking, maar door hun sponsachtige structuur kunnen ze meer lucht en vocht vasthouden in de ontlasting. In Nederland volgt zo’n 40% van de volwassenen regelmatig een vezelrijk dieet, en hiervan ervaart meer dan 25% weleens drijvende ontlasting na een grote, vezelrijke maaltijd.
Risicogroepen
Hier zijn enkele risicogroepen die vaker drijvende ontlasting ervaren door hun unieke leefstijl, genetische aanleg of gezondheidsstatus. Sommige factoren zijn tijdelijk, terwijl andere te maken hebben met de structuur van je spijsvertering of gewoonten die moeilijker te veranderen zijn.
Gezondheidsbewuste eters en mensen met een vezelrijk dieet
Mensen die bewust veel vezels eten, zoals vegetariërs, veganisten, en gezondheidsbewuste eters, hebben een verhoogde kans op drijvende ontlasting. Vezels trekken namelijk water en lucht aan, waardoor ontlasting volumineuzer en minder dicht wordt. In Nederland volgt zo’n 25-30% van de bevolking een vezelrijk dieet, waarbij vooral vegetariërs een grotere kans hebben op drijvende ontlasting door hun hoge inname van bonen, linzen en volle granen.
Mensen met lactose- of fructose-intolerantie
Mensen met lactose- of fructose-intolerantie hebben vaak last van gasvorming, wat drijvende ontlasting veroorzaakt. Deze intoleranties komen vaker voor bij mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst, waar tot wel 25% van de bevolking lactose-intolerant is. Ook bij mensen in Nederland en België komt lactose-intolerantie voor, met een prevalentie van 5-10%. Vooral bij consumptie van melkproducten of bepaalde fruitsoorten, zoals appels en peren, ontstaat er extra gasvorming.
Mensen met prikkelbare darm syndroom (PDS) en darmgevoeligheden
PDS-patiënten ervaren vaker drijvende ontlasting door een gevoelige spijsvertering. Buikpijn, een opgeblazen gevoel en wisselende ontlastingspatronen maken drijvende ontlasting bij deze groep veelvoorkomend. Naar schatting heeft 10-15% van de bevolking in Westerse landen last van PDS, waarbij vrouwen een iets hogere prevalentie laten zien. Voor hen is het aanpassen van voeding een belangrijke strategie om gasvorming te verminderen.
Mensen met pancreasaandoeningen en vetabsorptiestoornissen
Mensen met aandoeningen die de alvleesklier of vetabsorptie beïnvloeden, zoals chronische pancreatitis of cystische fibrose, lopen een verhoogd risico op drijvende, vettige ontlasting. Bij deze aandoeningen wordt het vet in voedsel niet volledig opgenomen, wat zorgt voor een olieachtige, drijvende ontlasting. Zo’n 30-40% van de mensen met pancreasproblemen meldt regelmatig drijvende ontlasting door onvoldoende vetafbraak.
Reizigers naar landen met hogere infectierisico’s
Reizigers die naar landen met minder hygiënische omstandigheden reizen, zoals sommige tropische gebieden, lopen een verhoogd risico op parasitaire infecties zoals Giardia. Parasieten kunnen de vetopname verstoren, wat leidt tot drijvende ontlasting. Wereldwijd zijn zo’n 200 miljoen mensen jaarlijks geïnfecteerd met Giardia, waarbij drijvende, vette ontlasting een van de symptomen is.
Kinderen en tieners
Kinderen en tieners hebben vaak drijvende ontlasting door hun vaak vezelrijkere, koolhydraatrijke dieet en een gevoeligere spijsvertering. Ongeveer 25-30% van de kinderen in Nederland ervaart weleens drijvende ontlasting, vooral na het eten van fruit, groenten of vezelrijke producten. Bij jonge kinderen kan het ook een gevolg zijn van lactose-intolerantie of een andere voedingsgevoeligheid.
Huisarts inschakelen
Neem contact op met je huisarts als je meer dan twee weken last hebt van drijvende ontlasting. Zoek onmiddellijk medische hulp als drijvende ontlasting gepaard gaat met
bloed in de ontlasting, duizeligheid, koorts of gewichtsverlies. Deze symptomen kunnen tekenen zijn van een ernstige ziekte of
malabsorptie (de situatie waarin de opname van voedingsstoffen uit de voeding tekortschiet).
Onderzoek en diagnose
Onderzoek en diagnose
Wanneer je met klachten van drijvende ontlasting naar de arts gaat, zal hij of zij proberen om zo veel mogelijk informatie te verzamelen om de oorzaak te achterhalen. Dit gaat verder dan alleen de symptomen; de arts zal namelijk ook diep ingaan op je leefstijl, dieet en medische geschiedenis. Een bezoek aan de arts kan er als volgt uitzien:
Vraaggesprek: het volledige plaatje
Het eerste deel van het onderzoek bestaat meestal uit een uitgebreide vragenlijst. De arts wil weten hoe lang je al last hebt van drijvende ontlasting en of dit gepaard gaat met andere veranderingen in je stoelgang, zoals een ongewone geur, plakkerigheid, of een olieachtig laagje. Heb je bijvoorbeeld ook last van buikpijn, winderigheid, een opgeblazen gevoel of gewichtsverlies? De antwoorden op deze vragen kunnen de arts een idee geven of er misschien een onderliggende spijsverteringsstoornis speelt, zoals een vetabsorptiestoornis of prikkelbare darm syndroom (PDS).
Daarnaast zal de arts vragen naar je dieet en voedingsgewoonten. Voedingsmiddelen zoals bonen, broccoli, koolsoorten en zuivel kunnen bij bepaalde mensen gasvorming en drijvende ontlasting veroorzaken. Heb je recent je eetpatroon veranderd of ben je begonnen met een vezelrijk dieet? Deze informatie is essentieel, want kleine aanpassingen in je dieet kunnen soms grote verschillen maken in je spijsvertering.
Medische voorgeschiedenis en erfelijkheid: de rode draad
Ook kijkt de arts naar je medische voorgeschiedenis en erfelijkheid. Als je familieleden hebt met lactose-intolerantie, coeliakie, of pancreasaandoeningen, kan dit een aanwijzing zijn dat je een genetische aanleg hebt voor bepaalde spijsverteringsproblemen. De arts zal vragen of je ooit eerder last hebt gehad van voedingsintoleranties, darmproblemen of maagklachten. Eventuele operaties, medicijnen of supplementen die je gebruikt, kunnen ook invloed hebben op je spijsvertering en de samenstelling van je ontlasting.
Lichamelijk onderzoek
Soms zal de arts ook een lichamelijk onderzoek uitvoeren om te kijken of er sprake is van fysieke afwijkingen, zoals een opgeblazen buik of pijnlijke plekken. Bij aanwijzingen voor een lever- of galblaasprobleem kan de arts de buik aftasten om te voelen of er zwellingen of gevoeligheden zijn. Daarnaast kan de arts luisteren naar de darmen met een stethoscoop om te controleren of er abnormale geluiden zijn, wat kan wijzen op een verstoring in de darmbewegingen.
Afname van bloed voor onderzoek bij drijvende ontlasting /
Bron: Istock.com/Jovanmandic Bloedonderzoek: het meten van de binnenkant
Als je symptomen aanhouden of als er reden is om verder te kijken, kan de arts
bloedonderzoek laten uitvoeren. Dit kan helpen om tekorten of afwijkingen in de bloedwaarden te ontdekken die op een onderliggende aandoening wijzen. Bloedonderzoek kan bijvoorbeeld wijzen op een ontsteking, een infectie, of problemen met de alvleesklier of lever. Bij vetmalabsorptie kan het bloed een tekort aan vetoplosbare vitamines (A, D, E en K) vertonen.
Ontlastingsonderzoek: microscopisch en chemisch onderzoek
Om nog nauwkeuriger naar de oorzaak van je klachten te kijken, kan de arts ontlastingsonderzoek laten uitvoeren. Hierbij wordt je ontlasting geanalyseerd op de aanwezigheid van vetten, parasieten en bacteriën. Als er bijvoorbeeld een verhoogd vetgehalte in de ontlasting wordt aangetroffen, kan dit wijzen op malabsorptie. Ook kan er gezocht worden naar aanwijzingen voor parasitaire infecties zoals Giardia, wat bij reizigers naar tropische gebieden een veelvoorkomende oorzaak is van drijvende, vettige ontlasting. Chemische tests kunnen bovendien laten zien of de pH-waarde afwijkt, wat een teken kan zijn van verstoorde darmflora.
Beeldvorming: een kijkje in de buik
In sommige gevallen is beeldvorming nodig, zoals een echo of MRI-scan van de buik. Dit kan helpen bij het opsporen van aandoeningen aan de alvleesklier, lever of galblaas. Wanneer de arts vermoedt dat er een obstructie is in de galwegen of dat de alvleesklier niet goed functioneert, kan beeldvorming een gedetailleerd beeld geven van de interne structuren en mogelijke afwijkingen.
Endoscopie: van binnenuit onderzoeken
Als de klachten ernstig zijn of als er aanwijzingen zijn voor een darmprobleem, kan een endoscopie worden aanbevolen. Met een endoscoop kan de arts direct in de darmen kijken om te zien of er ontstekingen, beschadigingen of andere afwijkingen zijn die de vetopname verstoren. Bij coeliakie, bijvoorbeeld, kan een endoscopie aantonen of de villi (darmvlokken) in de dunne darm beschadigd zijn door een glutenintolerantie.
Behandeling van drijvende ontlasting
Wanneer je te maken hebt met drijvende ontlasting, hangt de behandeling af van de oorzaak. Meestal is het een tijdelijk verschijnsel dat verdwijnt met enkele eenvoudige aanpassingen in je dieet en leefstijl. Hier zijn enkele behandelopties die je kunnen helpen om de balans in je spijsvertering te herstellen.
Dieet aanpassen: testen en elimineren
De meeste gevallen van drijvende ontlasting zijn het gevolg van gasvorming door bepaalde voedingsmiddelen. Een slimme aanpak is om je dieet geleidelijk aan te passen. Dit kun je doen door één of twee voedingsmiddelen tegelijk uit je dieet te halen en te observeren of dit effect heeft op je stoelgang. Bijvoorbeeld: merk je dat bonen, koolsoorten, of zuivel voor gasvorming zorgen? Probeer deze dan tijdelijk te vermijden en kijk of je ontlasting verandert. Dit wordt ook wel een eliminatiedieet genoemd.
Een handig hulpmiddel hierbij is een voedseldagboekje. Door dagelijks op te schrijven wat je hebt gegeten en hoe je stoelgang eruitzag, kun je beter achterhalen welke voedingsmiddelen mogelijk drijvende ontlasting veroorzaken. Een voorbeeld: stel je houdt van appel en peer bij het ontbijt, maar merkt dat je daarna altijd drijvende ontlasting hebt. Door een week lang geen appel en peer te eten en het resultaat te noteren, kun je achterhalen of deze vruchten de boosdoeners zijn.
Portiegrootte verminderen: minder eten, minder lucht
Als je grote porties eet, kan dit ook bijdragen aan drijvende ontlasting. Het eten van kleinere, frequente maaltijden in plaats van grote porties helpt om de belasting op je spijsverteringsstelsel te verminderen. Wanneer je te veel eet, wordt je spijsverteringskanaal overladen en neemt de kans op gasvorming toe. Kleinere maaltijden zijn makkelijker te verteren en kunnen helpen om de gasvorming te beperken. Probeer bijvoorbeeld drie hoofdmaaltijden en twee kleine tussendoortjes per dag.
Enzymsupplementen voor een betere vertering
Sommige voedingsmiddelen, zoals bonen, melk en koolsoorten, kunnen lastig te verteren zijn, vooral als je bepaalde enzymen mist. In dit geval kunnen vrij verkrijgbare enzymsupplementen uitkomst bieden. Een bekend supplement is lactase voor mensen met lactose-intolerantie; dit enzym helpt om de lactose in melk en zuivelproducten af te breken, wat gasvorming vermindert. Voor bonen en sommige groenten zijn er enzympreparaten zoals
Beano, die helpen om gasvorming door complexe koolhydraten te verlagen. Het nemen van deze supplementen voor een maaltijd kan de vertering verbeteren en zorgen voor een rustige, niet-drijvende stoelgang.
Voedingsmiddelen opnieuw introduceren: de balans herstellen
Als je hebt ontdekt welke voedingsmiddelen de drijvende ontlasting veroorzaken, kun je experimenteren met het geleidelijk opnieuw introduceren van deze voedingsmiddelen. Soms hoeft je ze namelijk niet volledig uit je dieet te bannen; het draait vaak om de juiste balans. Bijvoorbeeld, als je merkt dat bonen voor gasvorming zorgen, kun je beginnen met kleine porties en langzaam de hoeveelheid opbouwen. Hierdoor kan je lichaam wennen aan het verteren van deze voedingsmiddelen zonder overmatige gasvorming.
Leefstijlaanpassingen: rustiger eten en stress verminderen
Snel eten, praten tijdens het eten, of te veel lucht inslikken tijdens maaltijden kan gasvorming verergeren. Probeer rustig de tijd te nemen voor elke maaltijd, zonder afleiding. Eet bewust, kauw goed, en vermijd koolzuurhoudende dranken die extra lucht toevoegen aan je spijsverteringsstelsel. Daarnaast kan het verminderen van stress helpen, omdat stress de darmbewegingen kan beïnvloeden en de vertering kan versnellen, wat soms tot drijvende ontlasting leidt.
Onderliggende aandoening behandelen
Wanneer drijvende ontlasting niet zomaar verdwijnt en gepaard gaat met andere symptomen, kan er sprake zijn van een onderliggende aandoening. Het aanpakken van de werkelijke oorzaak – of dat nu een verstoorde vetopname, een darmaandoening, of een enzymtekort is – vraagt om een gerichte, en soms creatieve aanpak. Hier zijn enkele behandelopties die kunnen helpen om de balans in je spijsvertering te herstellen en de onderliggende oorzaak aan te pakken.
Vetmalabsorptie: de rol van enzymen en dieet
Vetmalabsorptie is een van de veelvoorkomende oorzaken van drijvende, vettige ontlasting. Bij aandoeningen zoals chronische pancreatitis, cystische fibrose, of alvleesklierinsufficiëntie wordt het lichaam belemmerd in het afbreken van vetten. Dit kan leiden tot plakkerige, drijvende ontlasting die moeilijk door te spoelen is. De behandeling richt zich meestal op het aanvullen van de ontbrekende enzymen die nodig zijn om vetten af te breken.
Een effectieve aanpak hiervoor is het gebruik van pancreatische enzympreparaten, zoals Creon, die het lichaam helpen om vetten beter te verteren. Deze supplementen bevatten lipase, een essentieel enzym dat normaal door de alvleesklier wordt aangemaakt. Door deze enzymen tijdens maaltijden in te nemen, worden de vetten beter opgenomen, wat niet alleen de ontlasting verbetert, maar ook helpt bij het behoud van een gezond gewicht en energieniveau.
Naast enzympreparaten kan een aangepast dieet ook verlichting bieden. Vermijd zware, vetrijke maaltijden en kies in plaats daarvan voor licht verteerbare vetten, zoals die in avocado’s, noten en olijfolie. Het combineren van deze vetten met de juiste enzymen zorgt voor een veel minder belastend effect op je darmen en kan helpen om de ontlasting weer compacter te maken.
Coeliakie: gluten de deur uit
Bij mensen met coeliakie kan zelfs een klein beetje gluten het darmslijmvlies beschadigen, wat leidt tot een slechte opname van voedingsstoffen, waaronder vet. Dit resulteert vaak in een drijvende, olieachtige ontlasting die gepaard gaat met andere symptomen zoals vermoeidheid, een opgeblazen gevoel en buikpijn.
De oplossing? Een strikt glutenvrij dieet. Dit betekent het vermijden van producten die tarwe, gerst, of rogge bevatten, en een bewuste overstap maken naar glutenvrije alternatieven zoals rijst, quinoa en boekweit. Voor velen lijkt een glutenvrij dieet in het begin uitdagend, maar gelukkig zijn er tegenwoordig talloze glutenvrije opties in supermarkten. Bovendien kunnen diëtisten advies geven over het vinden van balans in je voeding zonder gluten, waardoor de darmen de kans krijgen om zich te herstellen en de spijsvertering weer in balans komt.
Een mooi voorbeeld is de ervaring van mensen die na een maand strikt glutenvrij eten al merkbare verbeteringen zien, niet alleen in hun ontlasting maar ook in hun energiepeil en mentale helderheid. Door het weglaten van gluten krijgt het darmslijmvlies eindelijk de rust en ruimte om te herstellen.
Prikkelbare darm syndroom (PDS): de kracht van stressreductie en dieetbeheer
Voor mensen met PDS kan drijvende ontlasting onderdeel zijn van een bredere uitdaging met de spijsvertering. Stress, voeding, en darmflora spelen allemaal een rol in het ontstaan van PDS-klachten, en dat vraagt om een veelzijdige aanpak.
Voeding is vaak de eerste stap in de behandeling: probeer een FODMAP-arm dieet, waarbij je voedselsoorten vermijdt die fermentatie en gasvorming bevorderen, zoals uien, knoflook en bepaalde suikers. Studies tonen aan dat meer dan 70% van de mensen met PDS baat heeft bij een FODMAP-arm dieet, wat helpt om het opgeblazen gevoel en gasvorming – en daarmee de drijvende ontlasting – te verminderen.
Daarnaast is stressreductie essentieel. PDS is nauw verbonden met de werking van het autonome zenuwstelsel en reageert sterk op emotionele spanning. Technieken zoals
mindfulness en ademhalingsoefeningen kunnen helpen om de rust in je buik te herstellen. Voor velen is PDS een kwestie van balans vinden tussen geest en lichaam – een ontspannen geest leidt tot een ontspannen darm.
Giardiasis en andere infecties: parasieten te lijf gaan
Een infectie met Giardia lamblia, een parasiet die vooral in tropische landen voorkomt, kan ook drijvende ontlasting veroorzaken door een verstoring van de vetopname in de darmen. Giardia-infecties gaan vaak gepaard met symptomen zoals diarree, een opgeblazen gevoel en buikpijn, en vereisen een specifieke behandeling om de parasiet te elimineren.
De behandeling bestaat doorgaans uit een antibioticakuur, zoals metronidazol, die de parasieten in de darmen doodt. Na de behandeling kan het even duren voordat de darmflora weer in balans is en je spijsvertering zich volledig herstelt. Probiotica kunnen in dit geval helpen om de darmbacteriën weer op peil te brengen en zo de spijsvertering te stabiliseren.
Chronische lever- en galblaasaandoeningen: vetafbraak verbeteren
Aandoeningen zoals galstenen, levercirrose, en galwegobstructies kunnen leiden tot een tekort aan galzouten, die essentieel zijn voor de vertering en opname van vetten. Wanneer er onvoldoende gal beschikbaar is, blijven vetten in de ontlasting achter, wat drijvende, olieachtige ontlasting veroorzaakt. De behandeling van deze aandoeningen varieert afhankelijk van de ernst, maar omvat vaak medicatie of, in ernstige gevallen, een operatie om galstenen of obstructies te verwijderen.
Voor mensen met chronische lever- of galproblemen kunnen galzout-supplementen uitkomst bieden, omdat deze helpen bij het verteren van vetten. In mildere gevallen is een dieet met minder vet vaak al voldoende om de ontlasting te verbeteren. Voedingsadviezen, zoals het vermijden van gefrituurd voedsel en het kiezen van lichte, goed verteerbare maaltijden, kunnen voor veel verlichting zorgen.
Prognose
Voor de meeste mensen is drijvende ontlasting een tijdelijk fenomeen dat verdwijnt met wat kleine aanpassingen in je dieet of leefstijl. Heb je na een grote maaltijd met veel vezels, bonen of koolsoorten een keer drijvende ontlasting? Dan kun je gerust zijn: meestal gaat het om onschuldige gasvorming en hoef je je geen zorgen te maken. Met een beetje opletten op je voeding en eetgewoonten is de kans groot dat je spijsvertering snel weer in balans komt.
Maar stel dat je drijvende ontlasting vaker voorkomt en gepaard gaat met andere symptomen, zoals buikpijn, vermoeidheid, gewichtsverlies of een vettig laagje in de wc? Dan kan er meer aan de hand zijn. In dat geval is het belangrijk om de oorzaak op te sporen, want een juiste diagnose kan het verschil maken. Als blijkt dat er een onderliggende aandoening is, zoals een lactose-intolerantie, coeliakie, of een pancreasprobleem, geeft een goed behandelplan vaak snelle verlichting en zichtbare verbetering.
Voor aandoeningen die wat langer duren om te behandelen, zoals PDS of chronische pancreatitis, is de prognose afhankelijk van je eigen inzet en leefstijl. Met de juiste begeleiding en aanpassingen in je voeding en leefpatroon kun je vaak je symptomen onder controle krijgen en je spijsvertering stabiliseren. Velen ervaren binnen enkele weken tot maanden een flinke verbetering zodra ze een dieet en routine vinden die voor hen werkt.
Dus, of het nu gaat om een snelle aanpassing in je voedingspatroon of een langere weg met medische ondersteuning, de prognose van drijvende ontlasting is over het algemeen positief. Met de juiste aanpak kun je de controle terugwinnen en een gezonde, evenwichtige stoelgang behouden – zonder het terugkerende mysterie van drijvende ontlasting.
Complicaties
Drijvende ontlasting lijkt vaak onschuldig, maar kan soms wijzen op onderliggende problemen die complicaties kunnen veroorzaken. Vooral wanneer er andere symptomen meespelen, zoals buikpijn of gewichtsverlies, is het goed om alert te zijn. Hier zijn enkele mogelijke complicaties die kunnen ontstaan als drijvende ontlasting niet onder controle komt.
Tekorten aan vitamines en mineralen
Bij aandoeningen zoals coeliakie of vetmalabsorptie kan drijvende ontlasting betekenen dat je lichaam niet alle voedingsstoffen goed opneemt. Hierdoor kunnen tekorten ontstaan aan belangrijke vetoplosbare vitamines, zoals A, D, E en K. Deze tekorten veroorzaken vaak symptomen zoals broze botten, problemen met het gezichtsvermogen, of een zwakker immuunsysteem. Onderzoek wijst uit dat zo’n 30-40% van mensen met chronische vetmalabsorptie last krijgt van vitamine- en mineralentekorten, wat kan leiden tot vermoeidheid en spierzwakte.
- Voorbeeld: Iemand met coeliakie die gluten blijft eten, kan te maken krijgen met osteoporose door een tekort aan vitamine D. Een tijdige diagnose en voedingsaanpassing helpen deze complicaties te voorkomen.
Gewichtsverlies en spierafname
Problemen met vetopname kunnen ook zorgen voor onbedoeld gewichtsverlies en afname van spiermassa. Dit komt vaak voor bij mensen met alvleesklierproblemen, omdat het lichaam niet alle calorieën uit voeding goed kan benutten. Zo'n 20-30% van mensen met langdurige spijsverteringsklachten verliest hierdoor onbedoeld gewicht, wat hun energiepeil en algehele gezondheid kan aantasten.
- Voorbeeld: Iemand met chronische pancreatitis kan ondanks een normale eetlust gewichtsverlies ervaren omdat het lichaam vetten niet goed opneemt. Dit kan leiden tot verminderde kracht en uithoudingsvermogen.
Darmproblemen en verhoogde gevoeligheid
Een parasitaire infectie, zoals Giardia, kan de darmwand aantasten, wat de darmen gevoeliger maakt. Deze gevoeligheid kan maanden of zelfs jaren blijven bestaan en zorgt voor aanhoudende spijsverteringsproblemen. Ongeveer 10% van mensen met een onbehandelde Giardia-infectie ontwikkelt chronische klachten die doen denken aan PDS.
Emotionele belasting en impact op kwaliteit van leven
Chronische darmproblemen kunnen ook een emotionele impact hebben. Drijvende ontlasting kan zorgen voor een gevoel van controleverlies, vooral wanneer het samengaat met klachten zoals winderigheid of een sterke geur. Zo’n 15% van mensen met spijsverteringsklachten voelt zich hierdoor sociaal beperkt, wat hun mentale welzijn kan beïnvloeden.
- Voorbeeld: Iemand met prikkelbare darm syndroom (PDS) kan zich ongemakkelijk voelen in sociale situaties door de onzekerheid rond zijn of haar spijsvertering. Dit kan zorgen voor een lager zelfvertrouwen en het vermijden van sociale contacten.
Verhoogd risico op darmziekten
Langdurige ontstekingen in de darm, zoals bij onbehandelde coeliakie of de ziekte van Crohn, kunnen op de lange termijn het risico op darmkanker verhogen. Chronische ontsteking beschadigt het darmslijmvlies, waardoor gezwellen of poliepen kunnen ontstaan. Onderzoek toont aan dat mensen met onbehandelde coeliakie twee tot drie keer meer risico lopen op darmkanker.
Drijvende ontlasting voorkomen
Als je drijvende ontlasting hebt, maar geen andere symptomen, kan het zinvol zijn om een dagboekje bij te houden waarin je noteert wat je hebt gegeten en hoe je ontlasting eruitziet. De kans is groot dat de drijvende ontlasting wordt veroorzaakt door voeding wat je neemt. Het bijhouden van zo'n dagboekje kan je helpen bij het identificeren welke voedingsmiddelen de drijvende ontlasting veroorzaken. Zodra je het middel hebt geïdentificeerd, kun je het in de toekomst vermijden.
Lees verder