Infectie: Oorzaken, symptomen & diagnose van infectieziekten
Bacteriën, virussen, schimmels of parasieten veroorzaken mogelijk een infectieziekte. Een infectie tast mogelijk elk orgaan of lichaamssysteem aan. De klachten komen meestal enkele dagen tot weken na de besmetting tot uiting, al zijn hierin afwijkingen mogelijk. Talloze mogelijke symptomen en tekenen verschijnen door een infectie. Een grondig vraaggesprek van de patiënt, een lichamelijk onderzoek en diverse andere onderzoeken zijn nodig om de infectieplaats(en) te identificeren. Met behulp van de resultaten van deze onderzoeken, is de arts in staat om de geschikte infectiebestrijdende en ondersteunende geneesmiddelen voor te schrijven en een eventueel bijkomende behandeling op te stellen. De meeste infecties verdwijnen vanzelf of met behulp van medicatie, maar af en toe ontstaan levensbedreigende complicaties. Dankzij enkele adviezen is het tot slot mogelijk om de kans op het krijgen van een infectie te verkleinen.
Oorzaken van infecties
Ziekmakende organismen
Een infectie treedt op wanneer een vreemd organisme het lichaam van een patiënt binnendringt en daar schade veroorzaakt. Bacteriën veroorzaken mogelijk een urineweginfectie of
tuberculose. Ook virussen leiden mogelijk tot een infectie, zoals een
verkoudheid. Verder zijn schimmels verantwoordelijk voor heel wat schimmelinfecties, zoals
voetschimmel of
tinea corporis (ringworm). Tot slot zijn parasieten andere ziekmakende organismen. Een voorbeeld van een parasitaire infectieziekte is
malaria.
Overdracht
De
overdracht van de infectie gebeurt door direct contact (persoon op persoon, dier op persoon of moeder op ongeboren kind) of door indirect contact (voorwerp aanraken van zieke patiënt). Ook
insectenbeten, het consumeren van besmet voedsel of drinken van besmet water zijn bekende overbrengers van een infectieziekte.
Risicofactoren van een infectie
Patiënten met een zwak immuunsysteem, patiënten die langdurig
corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers) nemen of patiënten die
chemotherapie als
kankerbehandeling krijgen, zijn vaker getroffen door een infectieziekte.
Ondervoeding, geïmplanteerde medische hulpmiddelen en uitersten in leeftijd (
zuigelingen en ouderen) zijn andere risicofactoren.
Veel symptomen, ook aan huid
Tal van milde tot ernstige symptomen komen voor aan alle mogelijke lichaamsdelen. Koorts,
diarree,
vermoeidheid,
spierpijn en
hoesten zijn enkele algemene tekenen. De huid is eveneens vaak aangetast door een infectie. Op de huid zijn typische
huidafwijkingen zichtbaar: blaasjes,
netelroos, een
rode huid, stipjes/puntbloedingen en vlekjes en/of bultjes.
Blaasjes

Netelroos /
Bron: Hans, Pixabay Netelroos
Roodheid
Stipjes / puntbloedingen
Vlekjes en/of bultjes
Anderen
- teek tyfus (eschar)
- primaire syfilis (weke sjanker)
- miltvlies (zwerende papule)
Symptomen bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem
Chemotherapie voor de behandeling van
kanker, het gebruik van immunosuppressieve geneesmiddelen en de wereldwijde aidsepidemie hebben bijgedragen aan veel patiënten met een
verzwakt immuunsysteem. De presentatie van deze patiënten is vaak zeer atypisch (met weinig of geen tekens of symptomen). Een infectie is dan het gevolg van organismen die normaal gesproken niet ziekmakend zijn (zoals omgevingsbacteriën en schimmels). De normale fysiologische reacties op een infectie (bijvoorbeeld
koorts, neutrofilie) zijn hierdoor verminderd of afwezig. Het ontstaan van symptomen is mogelijk plotseling en het verloop van de ziekte soms zeer explosief.
Symptomen bij intraveneus drugsgebruik
Door intraveneus
drugsgebruik (drugs injecteren via een ader) ontstaan mogelijk verscheidene lokale en systemische infecties.
Abcessen en zachte weefselinfecties op de injectieplaats zijn gebruikelijk, vooral in de lies, en tasten mogelijk aangrenzende vasculaire en benige structuren aan. Systemische infecties zijn ook gebruikelijk, meestal veroorzaakt door
stafylokokken en groep A
streptokokken (beiden bacteriën), maar een grote verscheidenheid aan andere bacteriële en schimmelinfecties zijn mogelijk bij drugsgebruikers die zichzelf injecteren via een ader.
Diagnose en onderzoeken
Geschiedenis van patiënt
Een gedetailleerde geschiedenis met specifieke vragen over epidemiologische risicofactoren voor een infectie zijn nodig. Zo zijn mensen die onlangs naar een tropisch klimaat zijn gereisd, vaker getroffen door een
tropische aandoening. De arts wil tevens informatie met betrekking tot de voedsel- en watergebruik, omdat de overdracht van systemische en
gastro-enterische infecties (buikgriep) via deze weg plaatsvindt. Bij het reizen naar andere landen vertelt de patiënt op vraag tevens de bad- en zwemgewoonten, contact met dieren en insecten en contact met zieke mensen. Informatie over de beroepsgeschiedenis van de patiënt is eveneens nuttig. Verder is een zoönotische infectie (overdracht van dier op mens) mogelijk; daarom wil de arts weten met welke huis-, boerderij- en wilde dieren de patiënt contact heeft. De arts wil ook weten of de patiënt seksueel actief is omdat mogelijk sprake is van een
seksueel overdraagbare ziekte zoals HIV,
virale hepatitis B en
virale hepatitis C. Intraveneus drugsgebruik, een
bloedtransfusie, lichaamspiercing en tatoeëring zijn andere risicofactoren voor een infectieziekte die door het bloed is overgedragen. Verder zijn bepaalde
vrijetijdsactiviteiten gerelateerd aan bijvoorbeeld watergebonden infecties of zoönoses.
Lichamelijk onderzoek
Een grondig onderzoek van alle lichaamssystemen is essentieel. Een
huiduitslag en lymfadenopathie (
gezwollen lymfeklieren) zijn algemene kenmerken van besmettelijke ziekten. De arts moet voorts de oren, de ogen, de mond en de keel inspecteren. Een
digitaal rectaal onderzoek, een vaginaal onderzoek of een onderzoek van de penis zijn vereist bij seksueel overdraagbare infecties.

Een bloedonderzoek is vaak essentieel /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Diagnostisch onderzoek
Bij sommige infecties zoals waterpokken is de klinische presentatie zo onderscheidend dat bijkomende onderzoeken niet nodig zijn om de diagnose te bevestigen. In andere gevallen is verder onderzoek nodig, maar deze variëren naargelang de omstandigheden.
Mogelijke onderzoeken zijn:
- een biopsie of aspiratie van weefsel voor microbiologisch onderzoek (gebeurt mogelijk door middel van begeleiding van echografie of een CT-scan)
- een CT-scan
- een echocardiografie (hartfilmpje)
- een echografie
- een lumbale punctie (ruggenprik: voor het verzamelen van hersen- en ruggenmergvocht)
- een MRI-scan
- een ontlastingsstaal (voor het opsporen van parasieten en andere organismen): Een ontlastingsstaal is echter niet nuttig voor virussen bij het onderzoek naar gastro-enteritis (buikgriep). De virussen die hiervoor verantwoordelijk zijn, groeien niet in standaard weefselkweek. Antigene- of nucleïnezuurdetectietechnieken zijn meer geschikt, vooral bij het onderzoek naar een uitbraak van diarree en braken.
- een PET-scan (Positron emissie tomografie)
- een radionuclidescan na injectie van indium- of technetium-gemarkeerde witte cellen (is sporadisch nuttig voor het lokaliseren van de infectie): Dit onderzoek is het meest effectief wanneer de perifere witte celtelling verhoogd is in het bloed, en is van bijzondere waarde bij het lokaliseren van occulte (verborgen) abcessen.
- een röntgenfoto
- een SPECT-scan (single foton emissie tomografie)
- een sputummonster (slijmen)
- een standaard of uitgebreid bloedonderzoek
- een urineonderzoek

Medicatie is beschikbaar /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van infectieziekte
(Nog) niet-gediagnosticeerde infectie
De behandeling van een patiënt met aanhoudende koorts is gericht op de onderliggende oorzaak. Indien mogelijk moet de arts alleen een symptomatische behandeling gebruiken totdat een diagnose gemaakt is. Blinde
antibioticatherapie maakt de diagnose van een verborgen infectie moeilijker, en steroïde therapie maskeert mogelijk een
ontstekingsreactie zonder de onderliggende oorzaak te behandelen. Bij een paar patiënten is de arts niet in staat om de oorzaak van de koorts op te sporen, ondanks vele maanden onderzoek en opvolging. In de meeste gevallen verminderen de symptomen uiteindelijk spontaan. Als de arts geen definitieve oorzaak vastgesteld heeft na twee jaar, is de lange termijnprognose goed.
Gediagnosticeerde infectie
De basis voor de behandeling voor de meeste besmettelijke ziekten is antimicrobiële medicatie. Veel virale infecties verdwijnen spontaan zonder behandeling, al zijn ook ondersteunende en
antivirale geneesmiddelen beschikbaar. Bij ernstige bacteriële infecties vormt antibiotica een goede ondersteunende therapie. Het geniet de voorkeur dat de arts een definitieve microbiële diagnose heeft voordat hij met de behandeling begint, zodat hij een juist antibioticum kan inzetten. Sommige patiënten voelen zich echter ongemakkelijk omdat ze op resultaten moeten wachten (soms duurt het enkele dagen om een resultaten van een cultuurkweek te kennen). Bij ziekten zoals
meningitis of
sepsis is een vertraagde behandeling mogelijk fataal en moet de arts de therapie op basis van een vermoeden reeds opstarten. Voor de eerste dosis antibiotica moet hij passende monsters voor een kweek nemen en een antibioticumtherapie kiezen op basis van de meest waarschijnlijke veroorzakende organismen. Gewoonlijk voelen patiënten zich dan al beter en is het mogelijk om de specifieke therapie uit te stellen in afwachting van de resultaten. Veroorzaakt een schimmel de infectie, dan zet de arts schimmelbestrijdende medicijnen in (
antimycotica). Ook zijn geneesmiddelen beschikbaar om parasieten uit het lichaam te verwijderen. Wormdodende geneesmiddelen (
anthelmintica) schrijft de arts tot slot ook voor.

Ernstige hoofdpijn duidt soms op een complicatie zoals meningitis /
Bron: Geralt, Pixabay Patiënten met een verzwakt immuunsysteem
Patiënten met een zwak afweersysteem hebben meestal vroege en agressieve antibioticatherapie nodig zonder te wachten op de resultaten van onderzoeken. De arts moet cultuurmonsters laten onderzoeken voordat hij begint met de behandeling, maar de therapie mag zeker niet uitgesteld worden. De keuze van antibiotica moet de arts baseren op de meest waarschijnlijke veroorzakende organismen.
Complicaties
Complicaties komen bij de meeste infecties niet voor. Sommige infecties zijn echter potentieel levensbedreigend, zoals een
longontsteking, aids en meningitis (hersenvliesontsteking met
hoofdpijn en een
stijve nek). Verder zijn enkele infecties gekoppeld aan een langdurig verhoogd risico op kanker: Daarnaast houden sommige infecties zich langdurig verborgen in het lichaam, waardoor patiënten bijvoorbeeld eerst lijden aan waterpokken en later in het leven gordelroos ontwikkelen.

Regelmatig de handen wassen is noodzakelijk /
Bron: Gentle07, PixabayPreventie
Een infectieziekte voorkomen is op geen enkele manier mogelijk, maar volgende tips verminderen het risico op de verspreiding van het ziekmakend organisme:
- aanbevolen vaccinaties laten zetten
- antibiotica uitsluitend nemen wanneer deze voorgeschreven zijn en deze eveneens op de juiste manier nemen (ook wanneer de symptomen verdwenen zijn)
- een gezonde, actieve levensstijl (houdt het immuunsysteem sterk waardoor het et lichaam beschermd is tegen verschillende soorten infecties)
- geen persoonlijke voorwerpen delen zoals een tandenborstel, een haarborstel, een scheermes, drinkglazen en keukengerei
- medische adviezen of reizen of gaan werken opvolgen bij ziekte, omdat patiënten anders mogelijk anderen gaan besmetten
- oppervlakten reinigen
- ruimten desinfecteren waar zich mogelijk hoge concentraties bacteriën bevinden (zoals in de keuken en in de badkamer)
- vaak de handen wassen (goede handhygiëne, vooral voor en na het bereiden van eten en na toiletgebruik.
- veilige geslachtsgemeenschap beoefenen (condoom gebruiken en zich regelmatig laten testen op een seksueel overdraagbare aandoening)
- voeding op kamertemperatuur niet op het aanrecht laten staan