Complicaties door een chronische nierziekte
De nieren zijn nodig voor de goede werking van het hele lichaam. Patiënten met een chronische nierziekte ervaren bijgevolg ook mogelijk problemen met andere organen en weefsels. Enkele van de veel voorkomende complicaties van een chronische nieraandoening zijn bloedarmoede, een botziekte en een hartaandoening. De arts werkt vaak preventief om complicaties te voorkomen. Hij behandelt veel complicaties ondersteunend of hij pakt de risicofactoren aan. Mogelijk verhelpt een niertransplantatie een aantal gezondheidsproblemen die voortvloeien uit een chronische nieraandoening.
Epidemiologie
Complicaties door een chronische nierziekte zijn wijdverspreid en kunnen ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Chronische nierziekte (CKD) komt vaak voor, met een toenemend aantal gevallen wereldwijd. Het kan leiden tot verschillende complicaties die de algehele gezondheid en levenskwaliteit beïnvloeden. De prevalentie van complicaties varieert afhankelijk van de ernst van de nierziekte en de mate van nierfunctievermindering.
Oorzaken
Complicaties door een chronische nierziekte worden veroorzaakt door de achteruitgang van de nierfunctie die optreedt bij chronische nierziekte. Dit kan leiden tot een opbouw van afvalstoffen en vloeistoffen in het lichaam, wat resulteert in een breed scala aan complicaties zoals hypertensie, anemie, bot- en mineraalstoornissen, en cardiovasculaire aandoeningen.
Anemie (bloedarmoede) bij langdurige nieraandoening
Bloedarmoede (anemie) is een mogelijke complicatie van een
chronische nieraandoening. De nieren helpen het lichaam bij de aanmaak van rode bloedcellen. Wanneer de nieren niet goed werken, heeft het lichaam mogelijk niet genoeg rode bloedcellen. Deze aandoening staat in
medische termen bekend als ‘
anemie’ (bloedarmoede).
Anemie kent meerdere mogelijke oorzaken:
- abnormale rode celmembranen die een verhoogde osmotische kwetsbaarheid veroorzaken
- ACE-remmers (kunnen bloedarmoede veroorzaken bij een chronische nieraandoening).
- beenmergfibrose secundair aan hyperparathyreoïdie (overmatige werking van de bijschildklier)
- beenmergtoxines die behouden blijven bij nierfalen
- een verhoogde vernietiging van rode bloedcellen
- erythropoietinedeficiëntie (de meest belangrijke)
- hematinedeficiëntie: ijzer, vitamine B12, foliumzuur
- verhoogd bloedverlies: occulte (verborgen) gastro-intestinale bloeding, een bloedafname, bloedverlies tijdens hemodialyse of als gevolg van een bloedplaatjesdysfunctie
De overleving van de rode bloedcellen is verminderd bij nierfalen. Een verhoogde vernietiging van rode bloedcellen treedt tijdens hemodialyse als gevolg van mechanische, oxiderende en thermische schade.
Botziekte: Renale osteodystrofie
Mensen hebben calcium en vitamine D nodig om gezonde
botten te hebben.
Gezonde nieren helpen de botten gezond te houden. De term 'renale osteodystrofie' (botmineraalstoornis) duidt op de verschillende vormen van een botziekte die zich alleen of in combinatie met chronische nieraandoeningen ontwikkelen.
Voorbeelden hiervan zijn:
- adynamische botziekte
- hyperparathyreoïde botziekte
- osteomalacie (verweking van botten met breuken als gevolg)
- osteoporose (verlies van botmassa met risico op botbreuken)
- osteosclerose
Calciphylaxis
Calciphylaxis is een zeldzame maar levensbedreigende complicatie bij patiënten met een chronische nierziekte waarbij calciumafzettingen optreden in het lichaam. Het wordt in toenemende mate erkend als een bijdragende factor aan de dood bij dialysepatiënten. Etiologische factoren omvatten verlaagde serumniveaus van een calcificatie remmend eiwit en afwijkingen in de gladde spiercelbiologie bij
uremie (verhoogde ureumgehaltes in het bloed). Deze aandoening presenteert zich als
pijnlijke niet-genezende
eschara (donkere vlekken op wonde op huid) met
panniculitis (
ontsteking onderhuidse vetweefsel met bultjes) en huidnecrose. De meeste patiënten ervaren bovendien hyperparathyroïdie (verhoogde werking van de bijschildklier), verhoogde concentraties van serumfosfaat en
morbide obesitas. Een chirurgische interventie of een calcimimeticum behandelt hyperparathyreoïdie. Verder zet de arts mogelijk onder meer hyperbare zuurstoftherapie en natriumthiosulfaatinfusie in. Ook
bisfosfonaten (medicatie bij botaandoeningen) zijn inzetbaar.
Endocriene afwijkingen
Endocriene afwijkingen komen eveneens tot stand bij een aanhoudende nierziekte zoals:
- Abnormale schildklierhormoonspiegels, gedeeltelijk door een veranderde eiwitbinding. Een meting van schildklier-stimulerend hormoon (TSH) is de beste manier om de schildklierfunctie te beoordelen. Echte hypothyreoïdie (onvoldoende werking van de schildklier) treedt vaker op bij nierfalen.
- Afwezigheid van normale cyclische veranderingen in vrouwelijke geslachtshormonen, resulterend in oligomenorroe (onregelmatige menstruatie) of amenorroe (afwezige menstruatie)
- Erectiestoornissen en verminderde spermatogenese (productie van sperma) komen vaak voor.
- Ook de afscheiding en werking van het groeihormoon is verstoord (groeihormoondeficiëntie; aandoening met tekort aan groeihormonen). Dit resulteert in een verminderde groei bij kinderen met uremie (farmacologische behandeling met recombinant groeihormoon en insulineachtige groeifactor wordt gebruikt).
- hyperprolactinemie (verhoogde prolactinewaarden in het bloed), die verschijnt met galactorroe (tepelafscheiding, niet door zwangerschap) bij zowel mannen als vrouwen.
- Verhoogde niveaus van luteïniserend hormoon (LH) bij beide geslachten
- Verminderde serumtestosteronspiegels (slechts zelden onder het normale niveau).
De functie van de posterieure hypofyse is normaal bij nierfalen.
Hart- en vaatziekte
Hartziekten kunnen nieraandoeningen veroorzaken, maar een chronische nieraandoening leidt mogelijk ook tot hartaandoeningen. Een hartziekte is de meest voorkomende doodsoorzaak bij dialysepatiënten. Als de nieren niet goed werken, kunnen ze de andere lichaamsdelen niet goed ondersteunen, waardoor hartproblemen ontstaan. De levensverwachting bij nierpatiënten blijft aanzienlijk lager in vergelijking met de normale populatie. Nierpatiënten ervaren vooral vaker
hartinfarcten,
hartfalen, een plotselinge hartdood en een
beroerte.
Huidproblemen
Jeuk
Pruritus (
jeuk) komt vaak voor bij ernstig nierfalen. Bij dialysepatiënten is een ontoereikende dialyse meestal de oorzaak van pruritus. Desondanks lijdt een aanzienlijk aantal dialysepatiënten die goed worden gedialyseerd en bij wie andere oorzaken van pruritus kunnen worden uitgesloten, aan aanhoudende jeuk. De oorzaak is onbekend anno oktober 2020 en er bestaat geen effectieve behandeling.
Droge huid
Veel patiënten met nierfalen hebben last van een
droge huid waarvoor eenvoudige vette crèmes nuttig zijn. Eczemateuze letsels en dan vooral in het gebied van een arterioveneuze fistel (abnormale verbinding tussen een slagader en een ader) zijn relatief gebruikelijk. Chronische nierziekten veroorzaken mogelijk eveneens
porphyria cutanea tarda (PCT), een aandoening waarbij
blaarvorming ontstaat. Hierdoor wordt de huid lichtgevoelig. Pseudoporfyrie, een aandoening vergelijkbaar met PCT maar zonder enzymdeficiëntie, wordt ook gezien bij patiënten met een chronische nierziekte.
Deze komen vaak voor bij nierfalen en omvatten:
- een verminderde klaring van triglyceriderijke deeltjes
- hypercholesterolemie (te hoge cholesterolwaarden in het bloed, vooral bij gevorderd nierfalen).
Een correctie van lipidenafwijkingen door, bijvoorbeeld, HMG-CoA-reductaseremmertherapie (
statines) wordt gebruikt bij patiënten met nierfalen.
Hyperkaliëmie (verhoogd kaliumgehalte in het bloed)
Gezonde nieren filteren extra kalium (een mineraal dat in veel voedingsmiddelen aanwezig is) uit het bloed. Een patiënt met chronische nierschade moet minder kalium innemen omdat de nieren dit mogelijk niet (goed) kunnen filteren.
Kanker
De incidentie van kanker is verhoogd bij patiënten met een chronische nierziekte en bij dialysepatiënten. Kanker treedt mogelijk op bij een polycystische nierziekte (veel cysten in de nieren). Lymfomen, primaire leverkanker en schildklierkanker komen ook vaker voor.
Maag en darmen
Door een chronische nieraandoening ontstaat een verminderde maaglediging en een verhoogd risico op refluxoesofagitis,
maagzweren,
acute pancreatitis (
alvleesklierontsteking) en
obstipatie, vooral bij patiënten met continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD).
Jicht
Jicht (aandoening met
pijn en zwelling aan grote teen en andere
gewrichten) is een veel voorkomend kenmerk van chronische nierschade. De behandeling van jicht wordt gecompliceerd doordat
NSAID’s mogelijk giftig zijn voor de nieren.
Nefrogene systemische fibrose (NSF)
NSF is een systemische fibroserende aandoening die alleen tot stand komt bij patiënten met matige tot ernstige nierinsufficiëntie (eGFR <30 ml / min), met name bij dialysepatiënten. Gadoliniumbevattende contrastmiddelen, die uitsluitend door de nieren worden uitgescheiden, zijn betrokken bij meer dan 95% gevallen van NSF. De patiënt ervaart
huidproblemen zoals plaques, papels en/of
knobbeltjes, waarbij de aangetaste huid dikker en steviger wordt en een appelsienachtig uiterlijk aanneemt. Systemische betrokkenheid treedt ook op bij een aantal patiënten. Zij ervaren
spierstijfheid,
gewrichtsstijfheid en fibrose (littekenvorming) van de
longen, de pleura, het
middenrif, de hartspier, het hartzakje en het harde hersenvlies. De diagnose is gebaseerd op een
biopsie van een betrokken plaats, die een groei van huidfibrocyten met overmatige collageenafzetting toont. NSF volgt meestal een chronisch en verloop. 30% van de patiënten ervaart geen verbetering, 20% heeft een bescheiden verbetering en 30% komt te overlijden. Een verbetering van NSF volgt mogelijk door een niertransplantatie maar verder is er geen enkele andere therapie of combinatie van therapieën bruikbaar voor deze aandoening. De arts moet het gebruik van contrastmiddelen op basis van gadolinium vermijden bij patenten met ernstige nierinsufficiëntie (eGFR <30 ml / min) of patiënten die dialysetherapie ondergaan.
Pericarditis (ontsteking van hartzakje)
Een
ontsteking van het hartzakje komt vaak voor bij patiënten met aanhoudende nierproblemen, bijvoorbeeld door ernstige preterminale uremie of een bijkomende ziekte of operatie bij een patiënt die dialyse krijgt.
Spierproblemen
Uremie (toename van ureum in het bloed) interfereert met het spiermetabolisme, maar het mechanisme hiervan is nog niet goed gekend anno oktober 2020. Een verminderde fysieke fitheid (cardiovasculaire deconditionering) draagt hier ook aan ook bij.
Vloeistofopbouw
Gezonde nieren nemen extra vocht (vloeistof) uit het bloed. Wanneer de nieren niet zo goed werken, kunnen ze niet voldoende vocht opnemen. Dit zorgt voor een ophoping van extra vocht in het bloed. Te veel vocht in het lichaam zorgt mogelijk voor problemen met het hart en de
longen. Het leidt mogelijk tot een
hoge bloeddruk, wat de tweede meest voorkomende oorzaak van nierfalen is. Het controleren van de vochtinname voorkomt deze problemen en vermindert het risico op verdere nierschade. Als het lichaam te veel vocht vasthoudt, merkt ervaart de patiënt een
snellere hartslag (tachycardie) en een zwelling die begint in de
voeten en enkels en zich vervolgens omhoog beweegt. Door de vloeistofinname te beperken, verbeteren de symptomen. Een zoutarm dieet volgen (zout zorgt dat het lichaam meer vocht vasthoudt) is vaak nodig.
Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel
Ernstige uremie veroorzaakt mogelijk verminderde hersenfuncties en epileptische aanvallen.
Convulsies bij een uremische patiënt zijn echter veel vaker te wijten aan andere oorzaken, zoals versnelde hypertensie, trombotische trombocytopenische purpura of een accumulatie van geneesmiddelen. Asterixis (verlies van motorische controle over verschillende lichaamsdelen), tremor (
bevingen) en myoclonus (korte, onvrijwillige samentrekking van een spier of groep spieren) zijn ook kenmerken van ernstige uremie. Een snelle correctie van ernstige uremie door hemodialyse leidt tot 'dialyse-onevenwichtigheid'. Dit voorkomt de arts door de uremie geleidelijk te corrigeren door middel van korte, herhaalde hemodialysebehandelingen of door middel van een peritoneale dialyse. 'Dialysedementie' is een syndroom waarbij de patiënt kampt met een progressieve intellectuele achteruitgang, spraakverstoring, myoclonus en
toevallen. Dit is het gevolg van een
aluminiumvergiftiging.
Psychiatrische problemen komen vaak voor. Patiënten ervaren mogelijk
angst, een
depressie, fobieën en
psychoses hebben.
Perifere zenuwstelsel
Een
mediane zenuwcompressie in de carpale tunnel is gebruikelijk. Het
rusteloze benen syndroom komt vaak voor bij uremie. Het syndroom is moeilijk te behandelen.
Polyneuropathie (schade aan meerdere perifere zenuwen) treedt op bij patiënten die onvoldoende zijn gedialyseerd.
Risicofactoren
Risicofactoren voor complicaties bij chronische nierziekte omvatten diabetes mellitus, hypertensie, roken, obesitas, en een familiaire geschiedenis van nierziekten. Andere aandoeningen zoals hartziekten en auto-immuunziekten kunnen ook bijdragen aan de ontwikkeling van complicaties bij mensen met chronische nierziekte.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van complicaties door een chronische nierziekte kunnen onder meer oedeem, vermoeidheid, kortademigheid, hoge bloeddruk, en veranderingen in urineproductie of kleur omvatten. Het kan ook leiden tot symptomen zoals botpijn, jeuk, en verminderde eetlust als gevolg van nierfunctieverlies.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van complicaties door een chronische nierziekte wordt gesteld door het evalueren van nierfunctie via bloedonderzoeken zoals serumcreatinine en glomerulaire filtratiesnelheid (GFR). Beeldvorming en aanvullende tests kunnen nodig zijn om de ernst van de complicaties te beoordelen en om andere gerelateerde aandoeningen te identificeren.
Behandeling van complicaties door een chronische nierziekte
Een succesvolle niertransplantatie verbetert enkele, maar niet alle, complicaties van een chronische nieraandoening. Daarom moet de arts pogingen ondernemen om deze complicaties te voorkomen. Dit gebeurt door een zorgvuldige monitoring met een
elektrocardiografie (ECG: hartfilmpje), een
echocardiografie (onderzoek van het hart door middel van geluidsgolven), een
angiografie (radiografisch beeld van de bloedvaten)) en nucleaire beeldvorming. De behandeling bestaat uit de beheersing van de risicofactoren van een chronische nieraandoening en de behandeling van
hypercalciëmie (verhoogd calciumgehalte in het bloed) en hyperparathyroïdie.
Prognose
De prognose voor complicaties door een chronische nierziekte varieert afhankelijk van de ernst van de nierziekte en de effectiviteit van de behandeling. Vroege diagnose en behandeling van complicaties kunnen de levenskwaliteit verbeteren en de progressie van de ziekte vertragen. Regelmatige opvolging is essentieel om complicaties onder controle te houden.
Complicaties
Complicaties van chronische nierziekte kunnen omvatten cardiovasculaire aandoeningen, bot- en mineraalstoornissen, anemie, en verhoogd risico op infecties. De behandeling en het beheer van chronische nierziekte zijn gericht op het voorkomen en behandelen van deze complicaties om de algehele gezondheid te verbeteren.
Preventie
Preventie van complicaties door een chronische nierziekte omvat het vroegtijdig opsporen en behandelen van nierziekten, het beheren van risicofactoren zoals diabetes en hypertensie, en het handhaven van een gezonde levensstijl. Regelmatige controle van nierfunctie en het volgen van medische adviezen kunnen helpen bij het voorkomen van ernstige complicaties.
Lees verder